Primaire doelstelling:Het bepalen van de histopathologische tumorrespons na 3 weken neoadjuvante behandeling met erlotinib bij patiënten met een niet kleincellig longcarcinoom stadium I/IISecundaire doelen: 1. Het beschrijven van voorspellende…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Ademhalingsorgaan- en mediastinale neoplasmata maligne en niet-gespecificeerd
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Pathologische tumorrespons na 3 weken behandeling met erlotinib
Secundaire uitkomstmaten
1. Radiologische (CT) en metabole (FDG-PET) respons na 3 weken behandeling met
erlotinib
2. Het beschrijven van voorspellende factoren voor respons op behandeling met
erlotinib:
- metabole respons (FDG-PET na 3 dagen)
- moleculaire tumorkenmerken, zoals EGFR mutaties (HER1)
3. Toxiciteit van neoadjuvante behandeling met erlotinib in combinatie met
chirurgische resectie.
4. (ziektevrije) overleving en locoregionale controle
Achtergrond van het onderzoek
Het resultaat na radicale chirurgische behandeling van stadium I/II
niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) is helaas niet optimaal (5-jaars
overleving 40-70%). Er is dus al zeer lang belangstelling voor (neo)adjuvante
behandelingsmogelijkheden. Recente gegevens suggereren dat bij stadium II NSCLC
circa 10% overlevingswinst geboekt kan worden door adjuvante behandeling met
cisplatin-bevattende chemotherapie.
De epidermale groei factor receptor (EGFR) is een tyrosine kinase (TK) receptor
die voorkomt op longkankercellen. Tyrosine kinase blokkeerders (TKI) gaan
signaal-transductie op deze receptor tegen, en voorkomen zo de effecten die in
de cel ontstaan bij activatie van de EGFR (o.a. groei en deling van de
tumorcel).
Erlotinib (Tarceva®) is een reversibele tyrosine kinase blokkeerder. Het is een
geregistreerd medicijn voor (geselecteerde) patiënten met NSCLC stadium
IIIB/IV, bij wie chemotherapie niet het gewenste effect heeft gegeven. Indien
patienten responderen op erlotinib, treedt deze respons vaak snel (binnen
enkele weken) op, terwijl het bijwerkingenprofiel mild is (vergeleken met
chemotherapie).
De vraag is of erlotinib ook in de (neo)adjuvante setting waardevol kan zijn.
In deze studie wordt onderzocht of er een tumorrespons kan worden aangetoond na
3 weken behandeling met erlotinib vóór de operatie bij patiënten met NSCLC
stadium I/II. Indien dit het geval is, zou erlotinib van waarde kunnen in de
(neo)adjuvante setting bij locoregionaal NSCLC.
Eerst zal de studie gericht zijn op een geselecteerde populatie. Aanvankelijk
zullen alleen patiënten met klinisch stadium I of II NSCLC die (zoals enkele
subgroep-analyses van voorgaand onderzoek suggereren) een grotere kans hebben
om te reageren op erlotinib (niet-rokers, patiënten met een adenocarcinoom,
vrouwen en patiënten van Aziatische afkomst) worden geïncludeerd in de studie.
Na inclusie van 15 geselecteerde patiënten zal een eerste evaluatie
plaatsvinden om te bepalen of het nuttig en veilig is om de studie uit te
breiden met een meer diverse patiëntenpopulatie.
Doel van het onderzoek
Primaire doelstelling:
Het bepalen van de histopathologische tumorrespons na 3 weken neoadjuvante
behandeling met erlotinib bij patiënten met een niet kleincellig longcarcinoom
stadium I/II
Secundaire doelen:
1. Het beschrijven van voorspellende factoren voor respons op behandeling met
erlotinib:
- radiologische respons (op FDG-PET en CT scan)
- EGFR mutaties (HER1)
2. Het bepalen van de (ziektevrije) overleving en locoregionale controle
Onderzoeksopzet
Fase II, open-label, niet (placebo)gecontroleerd, multicenter onderzoek
Onderzoeksproduct en/of interventie
erlotinib (maximaal) 150mg/dag, oraal, 1 uur vóór of 2 uur na de maaltijd, een maal dagelijks, gedurende 3 weken, preoperatief.
Inschatting van belasting en risico
Belasting van deelname:
- Inname van 1x daags 1 tablet (150 mg) erlotinib gedurende 3 weken
- Twee keer polikliniek bezoek
- Twee FDG-PET scans
- Eén CT scan (thorax)
- Eén lichamelijk onderzoek
- Eén keer bloedafname
Mogelijke bijwerkingen van de behandeling met erlotinib:
Vaak: huiduitslag, jeuk, droge huid en diarree.
Soms: Misselijkheid, braken, buikpijn, ontsteking van mondslijmvlies, moeheid,
kortademigheid, hoest, longaandoeningen zoals longontsteking en interstitiële
longziekten (zeldzaam), verminderde eetlust en ontstekingen aan het oog.
Publiek
Plesmanlaan 121
1066 CX Amsterdam
NL
Wetenschappelijk
Plesmanlaan 121
1066 CX Amsterdam
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Patiënten met een histologisch bewezen NSCLC of een zeer hoge verdenking (>95% kans) op NSCLC, gebaseerd op medische voorgeschiedenis, X-thorax, CT scan, bronchoscopie en [18F]-FDG-PET scan, die geschikt zijn voor chirurgische resectie.
2. Klinisch stadium T1-3 N1-0 (geen mediastinale opname op [18F]-FDG-PET scan, negatieve endo-echografisch geleide dunne naald biopsie (EUS-FNA) of negatieve mediastinoscopie).
3. Meetbare primaire laesie van tenminste 1 cm in langste diameter, gemeten middels spiraal-CT scan.
4. Voor de eerste 15 patiënten gelden tenminste 2 van de 4 volgende criteria:
a. niet-roker of ex-roker (minder dan 10 pakjaren)
b. vrouwelijk geslacht
c. niet-squameuze histologische differentiatie
d. aziatische oorsprong
5. WHO Performance Status 0 of 1
6. 18 jaar of ouder
7. In staat om mee toe doen aan onderzoeks- en follow-up procedures
8. Voor alle vruchtbare vrouwen een negatieve zwangerschapstest maximaal 72 uur vóór start van de behandeling.
9. Voor alle vruchtbare patiënten verplicht gebruik van effectieve anticonceptie.
10. Schriftelijke instemming met deelname aan het onderzoek, na uitgebreide voorlichting.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Elke instabiele systemische ziekte (inclusief actieve infecties, graad 4 hypertensie, instabiele angina pectoris, hartfalen)
2. Roken
3. Eerdere systemische anti-tumor behandeling met HER1/EGFR blokkeerders
4. Elke significante oogafwijking, met name ernstige vorm van droge ogen syndroom, keratoconjunctivitis sicca, syndroom van Sjögren, ernstige keratitis door blootstelling, of elke andere aandoening waarbij een verhoogde kans bestaat op beschadiging van het cornea-epitheel.
5. Het gebruik van contactlenzen
6. Patiënten die peptische ulcera in de voorgeschiedenis hebben, niet in staat zijn tot inname van orale medicatie, of eerder operaties hebben ondergaan die invloed hebben op de absorptie.
7. Borstvoedende moeders
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2006-003927-35-NL |
CCMO | NL13738.031.06 |