Het doel van het onderzoek is om de behandeling met moxifloxacine IV/oraal gedurende 7 tot 21 dagen te vergelijken met de behandeling met comparatorgeneesmiddelen gedurende een totale behandelduur van 7 tot 21 dagen.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Huid- en onderhuidsweefselinfecties en parasitaire aandoeingen NEG
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire onderzoeksvariabel voor dit onderzoek is de klinische respons
tijdens het Test-of-Cure-bezoek 14 - 18 dagen na de laatste inname van het
onderzoeksgeneesmiddel. De geblindeerde beoordeling zal worden beschouwd als de
primaire beoordeling voor de klinische respons tijdens het Test-of-Cure-bezoek.
Secundaire uitkomstmaten
De secundaire onderzoeksvariabelen voor dit onderzoek zijn:
• Klinische respons beoordeeld door de onderzoeker op behandeldag 3 - 5.
• Klinische respons beoordeeld door de onderzoeker aan Einde-van-Behandeling
(EVB).
• Klinische respons beoordeeld door de onderzoeker tijdens TOC-bezoek.
• Bacteriologische respons op dag 3 - 5, bij EVB-bezoek en het TOC-bezoek.
Achtergrond van het onderzoek
De keuze voor een goed middel voor de behandeling van personen met *complicated
skin and skin structure infection* (cSSSIs) kan voor artsen lastig zijn omdat
er tot op heden weinig over goed opgezette onderzoeken is gepubliceerd. Ook
speelt het een rol dat deze patiëntengroep vaak aan verschillende aandoeningen
leidt. In de afgelopen jaren zijn verschillende intraveneuze behandelingen met
antibiotica voor het genezen van cSSSI onderzocht. Fluoroquinolonen zijn een
relatief nieuw alternatief voor de reeds bestaande behandelingen. Van
moxifloxacine is aangetoond dat het goed werkt bij de behandeling van cSSSI. De
werkzaamheid is vergelijkbaar aan standaard behandelingen zoals
amoxicilline/clavulaan zuur of piperacilline/tazobactam.
Het beoogde doel (beoordeling van veiligheid en werkzaamheid van moxifloxacine)
kan van grote invloed zijn op de kwaliteit van leven van de proefpersoon. De
informatie die tijdens dit onderzoek wordt verkregen kan wetenschappelijk van
nut zijn en daardoor van belang zijn voor anderen die dezelfde behandeling
nodig hebben.
Het is mogelijk dat de cSSSI dankzij het gebruik van moxifloxacin sneller
hersteld en de persoon eerder op een orale behandeling kan overstappen en uit
het ziekenhuis kan worden ontslagen.
Doel van het onderzoek
Het doel van het onderzoek is om de behandeling met moxifloxacine IV/oraal
gedurende 7 tot 21 dagen te vergelijken met de behandeling met
comparatorgeneesmiddelen gedurende een totale behandelduur van 7 tot 21 dagen.
Onderzoeksopzet
Een prospectief, gerandomiseerd, dubbel dummy, dubbel blind onderzoek
Onderzoeksproduct en/of interventie
De Testbehandeling is sequentiële (intraveneus/oraal) moxifloxacine 400 mg eenmaal daags. De Vergelijkingsbehandeling is intraveneuze piperacilline/tazobactam 4,0/0,5 g om de 8 uur gevolgd door oraal ingenomen amoxicilline/clavulaanzuur tabletten 875/125 mg om de 12 uur.
Inschatting van belasting en risico
Alle geneesmiddelen kunnen bijwerkingen veroorzaken. De risico's die gepaard
gaan met alle antibiotica in deze studie zijn:
- langdurig gebruik van antibiotica kan secundaire infecties tot gevolg hebben
- antibiotica kunnen als gevolgd van een resistente bacterie in zeldzame
gevallen een ernstige darminfectie veroorzaken
De belangrijkste bijwerkingen van moxifloxacine zijn misselijkheid, braken,
hoofdpijn en duizeligheid. Moxifloxacine kan de gevoeligheid van de huid voor
licht verhogen. Dit kan uitslag als gevolg hebben en jeuk geven op plekken die
zijn blootgesteld aan de zon zijn.
De vaakst gemelde bijwerkingen van de intraveneuze combinatie van piperacilline
en tazobactam zijn hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid, maagklachten en een
losse stoelgang. Deze kunnen vooral de eerste paar dagen van de behandeling
optreden terwijl het lichaam zich aan de medicatie aanpast. Ernstigere, maar
zeldzamere bijwerkingen zijn braken, diarree, koorts, pijn op de borst, angst,
ongewone bloedingen en blauwe plekken.
De vaakst gemelde bijwerkingen van de orale combinatie van
amoxicilline/clavulaanzuur zijn diarree, misselijkheid of braken tijdens de
eerste paar dagen van de behandeling.
Naast de hierboven genoemde al bekende risico's bij het gebruik van de
medicatie kunnen er ook bijwerkingen optreden die nog niet bekend zijn.
Naast de risico's van bijwerkingen van de medicatie zijn er ook nog andere
risico's voor proefpersen verbonden aan deelname aan dit onderzoek. Het afnemen
van bloed uit de arm van de proefpersoon kan pijnlijk zijn, blauwe plekken
veroorzaken, zwelling van de injectie plek. In zeldzame gevallen kunnen er
infecties optreden en een zenuwbeschadiging ontstaan wat leidt tot enige
gevoelloosheid en tintelingen.
De naaldpunctie of biopsie kan pijn, blauwe plekken, bloedingen of een infectie
van het bioptgebied veroorzaken.
Risico's voor zwangere vrouwen, het embryo, de foetus en kinderen die
borstvoeding krijgen zijn niet bekend. Vrouwen die aan deze studie deelnemen,
mogen niet zwanger zijn of borstvoeding geven.
Publiek
Division PH-MED-CO, Gebäude / Building D 162
51368 Leverkussen
DE
Wetenschappelijk
Division PH-MED-CO, Gebäude / Building D 162
51368 Leverkussen
DE
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1.Ondertekend informatieblad en toestemmingsformulier.;2. Man of vrouw in de leeftijd van >= 18 jaar met een diagnose van een bacteriële infectie van de huid en huidstructuur waarvoor het volgende is vereist:
a. Opname in het ziekenhuis
en
b. Initiële parenterale therapie gedurende ten minste 48 uur, en
c. De infectie moet voldoen aan ten minste één van de volgende criteria:
- Betrokkenheid van diepe weke delen (bijv. fascia, spierlagen)
- Noodzaak van een significante chirurgische interventie, waaronder chirurgische drainage, drainageprocedure begeleidt door beeldvorming en/of wondexcisie.
- Verband met een significante onderliggende aandoening die de respons op de behandeling kan compliceren. Een onderliggende aandoening wordt als significant aangemerkt als een van de volgende omstandigheden aanwezig zijn tijdens de presentatie: kanker (met uitzondering van basaal- of plaveiselcelkanker van de huid), hartaandoeningen (bijv. decompensatio cordis), diabetes mellitus, leveraandoening (bijv. cirrose of een andere vorm van chronische leveraandoening), immunologische aandoening, nieraandoening, respiratoire aandoening, transplantatie of vasculaire aandoening.;3. Infectieduur < 21 dagen.;4. Diagnose van één van de volgende infecties van de huid en huidstructuur waarbij opname in een ziekenhuis en initiële parenterale antibioticumtherapie gedurende ten minste 48 uur zijn vereist:
a. Gro(o)t(e) abces(sen) als gevolg van uitgebreide cellulitis, waarbij een behandeling met een antibioticum is vereist, evenals een chirurgische incisie en drainage.;b. Diabetische voetinfectie van milde tot ernstige aard (PEDIS graad 2-4) met aanwezigheid of afwezigheid van osteomylelitis. De patiënten met osteomyelitis kunnen alleen ingeschreven worden als het geïnfecteerde bot volledig chirurgisch is verwijderd en als de restinfectie, waarbij een antibioticum is vereist, nog altijd aanwezig is na de ingreep.;c. Wondinfectie bestaande uit: postchirurgische wond (chirurgische incisie), posttraumatische wond, menselijke bijtwond/gebalde vuist en dierlijke bijtwond en wond als gevolg van het gebruik van injecteerbare drugs:
- Infecties moeten binnen 30 dagen na een chirurgische procedure, trauma, dierlijke of menselijke bijt optreden en betrekking hebben op de huid en de huidstructuren ter hoogte van de incisieplaats, trauma of bijtwond.;- Daarnaast moeten de chirurgische/traumawondinfecties voldoen aan de volgende criteria
* Betrokkenheid van de diepe weke delen (bijv. fascia of spierlagen) ter hoogte van het trauma/de incisie.
* Ten minste één van de volgende criteria:
- Purulente drainage van de/het diepe incisie/trauma.
- Identificatie van een infecterend organisme door middel van een aseptisch verkregen kweek van vloeistof of weefsel uit de incisie/het trauma.
- Ten minste één van de volgende tekenen en symptomen:
* Lokale pijn of gevoeligheid
* Koorts (zie hieronder);EN;De incisie (in geval van postchirurgische wondinfecties) is express geopend door een chirurg, tenzij de kweek negatief is.
- Abces of ander infectiebewijs betreffende diepe incisie/trauma, direct waargenomen bij onderzoek, tijdens een (nieuwe) ingreep (in geval van trauma) of tijdens histologisch of radiologisch onderzoek.
- Diagnose van een diepe incisionele/posttraumatische SSI door een chirurg of een OK-assistent.
- Bijtwonden/gebalde vuist-infecties en wonden als gevolg van geïnjecteerde drugs moeten aan de criteria voldoen die uiteengezet worden in cSSSI (zie punt 2c).;d. Geïnfecteerde ischemische ulcera met ten minste één van de volgende aandoeningen:
- Perifeer vaatlijden.
- Aandoeningen door drukplekken, zoals paraplegie, perifere neuropathie.;5. Aanwezigheid van ten minste 3 van de volgende tekenen of symptomen:
a. Purulente drainage of afscheiding.
b. Erytheem groter dan > 1 cm vanaf de wondrand.
c. Fluctuatie.
d. Pijn of gevoeligheid bij palpatie.
e. Zwelling of induratie.
f. Koorts, gedefinieerd als lichaamstemperatuur
> 37,5°C (axillair).
> 38°C (oraal).
> 38,5°C (tympanisch) of
> 39°C (rectaal).
OF
Toename van totaal aantal perifere witte bloedcellen (WBC) > 12.000/mm3.
OF
> 15% onrijpe neutrofielen (banden), ongeacht het totaal aantal perifere WBC.
g. C-reactief eiwit (CRP) > 20 mg/l.;6. Monster verkregen voor de kweek van het geïnfecteerde gebied middels naaldaspiratie van duidelijk purulent materiaal, of weefselbiopsie of curettage van het oppervlak van de ulcer binnen 24 uur voor aanvang van de behandeling met het onderzoeksgeneesmiddel.;7. De geschatte behandelduur van de infectie van de huid/huidstructuur is ten minste 7 dagen.;Chirurgische drainage of excisie van geïnfecteerde wonden of abcessen, indien vereist, moeten <= 48 uur na aanvang van de behandeling met het onderzoeksgeneesmiddel worden uitgevoerd.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Vrouwen die zwanger zijn of borstvoeding geven of bij wie een zwangerschap niet kan worden uitgesloten (Nb: er moet een urinezwangerschapstest worden uitgevoerd bij alle vrouwen die kinderen kunnen krijgen vòòr randomisatie van het onderzoeksgeneesmiddel).
2. De volgende infecties van de huid en huidstructuur:
a. Necrotiserende fasciitis, waaronder gangreen van Fournier, ecthyma gangrenosum, necrotiserende fasciitis met streptococcus pyogenes en necrotiserende fasciitis met clostridium.
b. Brandwondinfecties.
c. Secundaire infecties van een chronische huidaandoening (bijv. atopische dermatitis).
d. Infectie van prosthesematerialen (bijv. subcutane weefselinfectie als gevolg van een centrale veneuze katheter of een permanente batterij voor een pacemaker). De patiënten bij wie een prothesemateriaal is verwijderd als gevolg van een infectie, mogen niet worden geïncludeerd.
e. Infecties waarbij alleen een chirurgische ingreep een definitieve behandeling is.
f. Patiënten met ongecompliceerde infecties van de huid en huidstructuur, waaronder folliculitis en furunculose, carbunculose, eenvoudige abcessen en oppervlakkige cellulitis.
3. Bekende hypersensitiviteit voor kinolonen en/of enig type bèta-lactam-antibiotica of voor een van de hulpstoffen.
4. Voorgeschiedenis van cholestatische geelzucht/leverstoornis in verband met amoxicilline/clavulaanzuur.
5. Ernstige, levensbedreigende aandoening met een levensverwachting van minder dan 2 maanden.
6. Immuunsuppressie, waaronder:
a. Bekende neutropenie (aantal neutrofielen < 1000/µl).
b. Bekende lymfopenie met een totaal aantal absolute CD4+ T-cellen < 200/mm3.
c. AIDS-gedefineerde gebeurtenis en/of gelijktijdige therapie met HAART.
d. Chronische behandeling (>= 2 weken) met bekende behandeling van immunosuppressiva (waaronder behandeling met > 15 mg/dag van systemische prednison of equivalent).
e. Elke andere congenitale of verkregen immuunstoornis of immuunsuppressie.
7. Bekende ernstige leverinsufficiëntie (Child-Pugh C) of toename van transaminase > 5 keer bovengrens van normaal (BGN).
8. Bekende nierstoornis met een baseline van een gemeten of berekende serumcreatinineklaring van < 40 ml/min).
9. Bekende prolongatie van het QT-interval of gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen die het QT-interval verlengen (bijv. Klasse IA of Klasse III antiaritmica [bijv. kinidine, procaïnamide, amiodaron, sotalol], neuroleptica [bijv. haloperidol], tricyclische antidepressiva, bepaalde antimicrobica [bijv. pentamidine, halofantrine], bepaalde antihistaminica [bijv. terfenadine] en overige middelen [cisapride, vincamine IV, depridil, difemanil]).
10. Niet gecorrigeerde hypokalemie.
11. Klinisch relevante bradycardie.
12. Klinisch relevant hartfalen met afname van ejectiefractie van linkerventrikel (d.w.z. minder dan 40%).
13. Voorgeschiedenis van symptomatische aritmieën
14. Voorgeschiedenis van peesaandoeningen/stoornissen met kinolonen.
15. Bekende of verdachte gelijktijdige bacteriële infectie, waarbij aanvullende systemische antibacteriële behandeling is vereist, bijv. onderliggende septische artritis.
16. Vereiste therapie met probenecid.
17. Behandeling met een systemisch of topisch antibacterieel middel gedurende > 24 uur in de voorgaande 7 dagen voorafgaand aan de inschrijving van het onderzoek, tenzij de patiënt geen respons liet zien of een verslechtering van de klinische tekenen en symptomen liet zien ondanks een behandeling van 3 of meer dagen voorafgaande aan de behandeling en een kweek verkregen tijdens de inschrijving van de patiënt die de aanwezigheid van een pathogeen aantoonde die ontvankelijk is voor het onderzoeksgeneesmiddel. De eerdere antimicrobiële therapie mag niet hebben bestaan uit fluorokinolone of een combinatie van bèta-lactam-/bèta-lacamase.
18. Infectie waarvan bekend is dat deze het gevolg is van een MRSA, MRSE of VRE als het enkelgeïsoleerde pathogeen.
19. Eerdere inschrijving voor dit onderzoek.
20. Deelname aan een klinisch onderzoek naar een onderzoeksgeneesmiddel binnen 4 weken van de screening.
21. Voorgeschiedenis van convulsies.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2006-001599-18-NL |
CCMO | NL13846.015.06 |