Doel van dit onderzoek is te evalueren wat de effectiviteit is van mental practice training op het herstel van de armhandfunctie bij patiënten in een subacute fase na een beroerte. Ook wordt de bruikbaarheid van mental practice geëvalueerd.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Centraal zenuwstelsel vaataandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
1. kracht en coordinatie van de aangedane arm (gemeten met de ARA (Action
Research Arm test): er zijn 5 subtesten met elk een hiërarchische
schaalindeling. De minimale score is 0, de maximale score is 72.
2. de mate van hemiplegie van de aangedane arm (gemeten met de BFM (Brunnström
Fugl-Meyr scale): alleen het gedeelte van de bovenste extremiteit wordt
afgenomen: deel A t/m D. Daarvan is de maximale score 66.
Secundaire uitkomstmaten
kracht en coordinatie van de aangedane arm (gemeten met de FAT (Frenchay Arm
Test)): de test heeft een ordinale schaal van 0-1 en kent 5 subtesten. De
maximale score is 5.
Achtergrond van het onderzoek
In Nederland worden elk jaar ongeveer 30.000 mensen getroffen door een CVA
(beroerte). Ongeveer 80 tot 90% van de patiënten krijgen te maken met gestoorde
functies van tenminste één van de ledematen. Herstel van functionaliteit vindt
in de eerste maanden plaats, waarbij het herstel van de bovenste extremiteit
trager verloopt dan het herstel van de onderste extremiteit.
Het blijkt dat training bijdraagt tot een sneller herstel van de gestoorde
functies. Ook blijkt het dat meer training meer effect heeft en dat training
snel na het ontstaan van de beroerte moet starten.
Van mental practice is bekend dat het prestaties in de sportuitvoering
verbetert. Mental practice is een mentale training door sterk geconcentreerd
een beweging herhaaldelijk voor te stellen. Het doel is die beweging
daadwerkelijk beter uit te kunnen voeren.
Metingen tonen aan dat door mental practice (*bewegingsvoorstelling*)
functionele reorganisatie in hersenstructuren ontstaat. Deze komt overeen met
die van fysieke training, zonder dat bij mental practice de oefeningen
daawerkelijk worden uitgevoerd.
Dat mental practice ook effect heeft bij training van functionele bewegingen na
een beroerte is inmiddels uit een klein aantal studies bekend. Meer informatie
hierover is van groot belang, omdat mental practice zeer effectief zou kunnen
bijdragen aan herstel.
De belasting van de patiënt bestaat uit een 1 uur per week extra tijd op de
afdeling revalidatie van het Atrium Medisch Centrum te Heerlen. Dit uur bestaat
uit een * uur extra therapie en een * uur voor metingen. Beide zijn aansluitend
op de gangbare therapie gepland. Daarnaast voert de patiënt de mental practice
training 2x daags thuis uit. Hiervoor krijgt hij DVD*s mee naar huis.
Het invullen van het dagboekje kost maximaal 5 minuten per dag. De vragenlijst
aan het eind van het onderzoek kost ongeveer 15 minuten.
Eindpunten van het onderzoek zijn: 1.het meten van het effect van mental
practice op het herstel van de armhandfunctie bij patiënten met een subacute
beroerte. 2. het beschrijven van de bruikbaarheid van mental practice bij
patiënten met een subacute beroerte.
Het onderzoek vindt plaats in het kader van een stage van een studente
Bewegingswetenschappen. Het is een vooronderzoek van een multi-centre studie
over mental practice bij 160 patiënten met een subacute beroerte.
Doel van het onderzoek
Doel van dit onderzoek is te evalueren wat de effectiviteit is van mental
practice training op het herstel van de armhandfunctie bij patiënten in een
subacute fase na een beroerte.
Ook wordt de bruikbaarheid van mental practice geëvalueerd.
Onderzoeksopzet
In een single case onderzoek wordt bij 8 patiënten, die 2 tot 6 weken geleden
een eerste beroerte hebben doorgemaakt, gekeken wat het effect is van mental
practice. Mental practice wordt als aanvulling gegeven op de gangbare therapie
en bestaat uit het herhaaldelijk mentaal voorstellen van functionele
bewegingen.
Bij aanvang van deelname wordt door randomisatie bepaald na hoeveel weken de
patiënten met de mental practice training gaat beginnen. Op dat moment wordt de
mental practice training toegevoegd aan de gangbare therapie.
Er worden wekelijks functionele testen uitgevoerd om veranderingen van
coördinatie en kracht van de arm en de hand te meten: gemeten met de ARA
(Action Research Arm test), en de FAT (Frenchay Arm Test). Elke twee weken
wordt de BFM (Brunnström Fugl-Meyr scale) afgenomen om de mate van hemiplegie
te bepalen.
Tevens wordt er een dagboekje bijgehouden en aan het einde van het onderzoek
een vragenlijst afgenomen over de bruikbaarheid van de mental practice
training.
De metingen worden geblindeerd uitgevoerd.
De evaluatie van het interventieonderzoek worden geëvalueerd door time series.
De evaluatie van de bruikbaarheid van mental practice training wordt
beschrijvend weergegeven. Ook de demografische gegevens worden beschrijvend
geëvalueerd.
Beoogd wordt begin juni 2006 te beginnen met het includeren van patiënten.
Midden juni tot eind september zal dan de meetperiode plaatsvinden. In oktober
is de statische analyse en in november vindt de rapportage plaats.
Onderzoeksproduct en/of interventie
De patiënt volgt de therapie volgens het gangbare protocol, zoals dat direct na de opname in het ziekenhuis gestart is. Daarnaast wordt aan het begin van de week en aan het eind van de week een half uur extra ingepland. Deze halve uren zijn gereserveerd voor het uitvoeren van de mental practice training en voor het doen van de testen. De mental practice wordt uitgevoerd door een onafhankelijke fysiotherapeut. De testen worden uitgevoerd door de onderzoeker. De mental practice-training bestaat per week uit één sessie van de patiënt met de onafhankelijke fysiotherapeut. Daarnaast wordt de patiënt gevraagd de training 2x per dag thuis uit te voeren. Deze bestaat uit telkens circa 15 minuten. In die tijd wordt een video gedraaid waarop een functionele beweging van de arm te zien is in het perspectief van de 1e persoon. De beweging is aangepast aan het niveau van de patiënt en wordt bepaald door de fysiotherapeut in overleg met de patiënt en aan de hand van de MRC. De video>s zijn opgebouwd in lijn met het natuurlijk herstel van de bovenste extremiteit. De patiënt stelt zich de beweging zo levendig mogelijk voor, maar voert haar tijdens de training niet daadwerkelijk uit.
Inschatting van belasting en risico
belasting: 4.5 uur per week gedurende 9-12 weken
geen risico
Publiek
Zandbergsweg 111
6432 CC Hoensbroek
Nederland
Wetenschappelijk
Zandbergsweg 111
6432 CC Hoensbroek
Nederland
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
geen dysfuncties na een eerder doorgemaakte beroerte, geen ernstige cognitieve stoornissen, in staat zijn tot levendig voorstellen van bewegingen, spierkracht MRC 1-3 aan de aangedane arm, in staat zijn te zitten (evt. met steun)
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
meer dan alleen halfzijdig verlamd, ernstige cognitieve problemen, niet in staat tot bewegingsvoorstelling, spierkracht groter dan MRC 3
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL13033.022.06 |