Fysieke fitheid van prematuur geboren kinderen van 6 en 7 jaar. De invloed van dagelijkse activiteitenpatroon en de attitude van hun ouders ten opzichte van het bewegingspatroon op fysieke fitheid.

Bij te vroeg geboren kinderen kan als gevolg van een anatomische onrijpheid van
de longen en een onderontwikkelde anatomie van de borstwand direct na de
geboorte de longfunctie verstoord en/of verminderd. In verschillende
onderzoeken is een verminderde fysieke fitheid bij ex-prematuren geconstateerd
maar de mogelijke oorzaken die hiervoor genoemd worden zijn zeer uiteenlopend.
(Pianosi & Fisk , 2000 en Kriemler e.a., 2005) Hebestreit & Bar-Or vermoedden
dat deze verschillen in fysieke fitheid en fysieke activiteiten gerelateerd
kunnen worden aan de effecten van een vroeggeboorte op het motorsysteem samen
met een meer inactieve leefstijl van de ex-prematuren. (2001) Over de invloed
die ouders hebben op het bewegingspatroon van de ex-premature kinderen zijn
zover wij weten geen gegevens bekend. Wel lijkt er een verband te zijn tussen
de zorgen van een ouder om het kind en de zwangerschapsduur. (Jensen & Harner,
1991 en Saigal e.a., 2000)

Met dit onderzoek willen wij inzicht verkrijgen in de fysieke fitheid van
ex-prematuren. Tevens willen we de invloed van het dagelijkse
activiteitenpatroon van de kinderen en de attitude van de ouders ten opzichte
van het bewegingspatroon van hun kind op de fysieke fitheid van het kind
bepalen.
Tot slot willen we eventuele verschillen in activiteitenniveau en attitude van
ouders ten opzichte van het bewegingspatroon van hun kinderen tussen
ex-premature kinderen met en zonder BPD, tussen kinderen met verschillende
sekse en tussen kinderen van rokende en niet-rokende ouders onderzoeken.

Een observatieve, cross-sectionele studie. Fysieke fitheid wordt gemeten met de
Eurofittest (Van Mechelen, 1991). Het dagelijks activiteitenpatrron wordt
gemeten met een stappenteller (Digiwalker SW-200) en de PASCA-vragenlijst. De
attitude van ouders ten opzichte van het bewegingspatroon van hun kinderen
wordt gemeten met behulp van de Health Locus of Control Parent/Child
vragenlijst(Tinsley 1989).

Niet van toepassing