Het doel van het onderzoek is het vergelijken van de effectiviteit van amiloride en hydrochlorothiazide in het verminderen van lithium-geinduceerde nefrogene diabetes insipidus.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Manische en bipolaire stemmingsstoornissen en -afwijkingen
- Nieraandoeningen (excl. nefropathieën)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire onderzoeksvariabelen zijn de urineproductie, gemeten als aantal
liter per 24 uur, en de maximale urineconcentratie, gemeten als
urine-osmolaliteit na dDAVP toediening. Hierbij wordt gekeken naar de
effectiviteit van de medicatie zelf, door te vergelijken met de waarde voor de
start van de medicatie, en wordt uiteindelijk de effectiviteit van amiloride en
thiazide vergeleken.
Secundaire uitkomstmaten
De secundaire onderzoeksvariabelen zijn:
- bloedwaarden (natrium, kalium, chloride, bicarbonaat, lithium, creatinine,
hemoglobine en osmolaliteit)
- urinewaarden (natrium, kalium, chloride, urea, creatinine en osmolaliteit)
- bloeddruk en lichaamsgewicht
- bijwerkingen
- AQP2 concentratie in de urine, als maat voor de AQP2 expressie
- psychiatrisch toestand.
Achtergrond van het onderzoek
Lithium is eerste keus voor de behandeling van bipolaire stoornissen en is
succesvol bij 70 tot 80% van de patiënten. Lithium wordt ook gebruikt bij de
behandeling van schizoaffectieve stoornissen en depressie, en is dus een
onmisbaar medicijn in de huidige psychiatrie.
Een veel voorkomende bijwerking van lithium-therapie is nefrogene diabetes
insipidus (NDI), waarbij de nier niet meer in staat is urine te concentreren
ondanks aanwezigheid van vasopressine. Dit leidt tot polyurie en polydipsie.
Ongeveer 1 op de 1000 mensen ondergaat lithium therapie. Aangezien lithium-NDI
bij 50% van de patienten leidt dit tot een afname van het urine concentrerend
vermogen, en in 20% tot NDI, is lithium-NDI van hoge klinische relevantie.
Op dit moment wordt voor de behandeling van NDI vaak gebruik gemaakt van
thiazide-diuretica, waaronder hydrochlorothiazide. Van thiazides is in een
aantal onderzoeken aangetoond dat het kan zorgen voor een vermindering van het
waterverlies bij NDI. Een nadeel van thiazides is een verhoogd verlies van
kalium, wat kan resulteren in hypokalemie.
Het diureticum amiloride heeft dit nadeel niet. Amiloride blokkeert de apicale
natrium-kanalen in de principiële cellen in de verzamelbuis van de nier. Deze
natrium-kanalen zijn belangrijk voor lithium*s accumulatie in de cel. Amiloride
kan zo mogelijk direct het effect van lithium op de waterreabsorptie blokkeren.
Twee klinische studies bij een kleine groep patienten laten zien dat
amiloride-diuretica het waterverlies bij lithium-NDI verlagen. Deze resultaten
zijn echter nooit direct vergeleken met de effecten van hydrochlorothiazide, en
op dit moment is het dan ook niet gebruikelijk om patienten te behandelen met
amiloride.
Doel van het onderzoek
Het doel van het onderzoek is het vergelijken van de effectiviteit van
amiloride en hydrochlorothiazide in het verminderen van lithium-geinduceerde
nefrogene diabetes insipidus.
Onderzoeksopzet
Het onderzoek is dubbelblind, gerandomiseerd, met paralelle opzet. Een groep
wordt gedurende 3 maanden behandeld met amiloride, de andere groep met
hydrochlorothiazide.
Onderzoeksproduct en/of interventie
De medicatie bestaat uit ofwel 2 maal daags 5 mg amiloride of 2 maal daags 12,5 mg hydrochlorothiazide, voor een periode van 3 maanden. Na 1 maand wordt, bij een normale kaliumconcentratie en bloeddruk, de medicatie opgehoogd naar 2 maal daags 10 mg amiloride of 25 mg hydrochlorothiazide. Na 3 maanden wordt de behandeling gestopt. Tijdens deze gehele periode wordt ook lithium gebruikt.
Inschatting van belasting en risico
De patient brengt 7 bezoeken aan het ziekenhuis. Bij al deze bezoeken wordt
bloed afgenomen (10 ml). Bij 4 bezoeken wordt een dDAVP test uitgevoerd, deze
bestaat uit intranasale toediening van dDAVP, met vervolgens 6 uur
urineverzameling. Bovendien wordt de patient gevraagd 4 maal de 24 uurs-urine
te verzamelen.
De risico's voor de patient bestaan uit eventuele bijwerkingen van de medicatie
zelf, of bijwerkingen door veranderingen in de plasma-lithiumconcentratie.
Om deze risico's zoveel mogelijk te vermijden wordt gestart met een lagere
dosis van de medicatie, die later, als er geen bijwerkingen optreden, wordt
verhoogd. Bovendien wordt tijdens het onderzoek op verschillende tijdstippen de
lithiumconcentratie gemeten, zodat de lithiumdosis eventueel aangepast kan
worden, en worden ook andere parameters, zoals bloeddruk en kaliumconcentratie,
gecontroleerd. Dit gebeurd ondermeer 1 week na de start van de medicatie, en 1
week na (eventuele) verhogingn van de dosis.
Het onderzoek zal echter de kennis vergroten over de beste behandeling van
lithium-NDI. Dit zal in de toekomst leiden tot minder ongemak voor de patient,
en ook minder last van bijwerkingen. Bovendien komt het onderzoek, naar
verwachting, ook aan de patient zelf ten goede.
Publiek
Geert Grooteplein Zuid 30
6525 GA Nijmegen
NL
Wetenschappelijk
Geert Grooteplein Zuid 30
6525 GA Nijmegen
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
-Patienten, stabiel ingesteld op lithium voor affectieve stoornissen
-Leeftijd boven 18
-Lithium-NDI
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
hypercalciemie
hypo/hyperthyroidie
hypo/hyperkaliemie
diabetes mellitus
nier insufficientie/ onderliggende nierziekten
hartritmestoornissen
systolische bloeddruk onder 90 mmHg
behandeling met hydrochlorothiazide of amiloride in de afgelopen 3 maanden, of behandeling met andere diuretica
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2006-001202-84-NL |
CCMO | NL11335.091.06 |