MR adenosine perfusie in de functionele evaluatie van patienten die een PCI ondergaan voor één of twee takslijden

De toename van de doorbloeding van de coronairen berust voornamelijk op
vasodilatatie. Compensatoire vasodilatatie distaal van een stenose kan de
doorbloeding handhaven in rustcondities, maar gedurende stress (of
farmacologische stress) condities wordt deze capaciteit overschreden. Adenosine
induceert vasodilatatie van de coronairen. Gestenoseerde coronairen ontberen de
capaciteit om verder te dilateren, waardoor een relatief perfusiedefect
ontstaat in het stroomgebied van de betreffende coronair.
Een persisterend perfusiedefect na percutane coronaire interventie (PCI) is
geassocieerd met een hoger risico van significante restenosering. Een
non-invasieve beeldvormende techniek die accuraat de functionele effecten van
een PCI kan aantonen is wenselijk.

Het aantonen van de diagnostische waarde van adenosine perfusie MR in de
functionele evaluatie bij patiënten die een standaard PCI met FFR-metingen
ondergaan in verband met één of twee takslijden.

Prospectief, exploratief onderzoek in een patiënten groep met één-of twee taks
coronairlijden, die o.b.v. van kliniek en coronair angiogram (CAG) zijn
geïdentificeerd en waarbij een PCI is gepland. Op de dag van opname wordt een
adenosine perfusie MR verricht en één dag na interventie.

MRI is een veilige onderzoeksmethode waarvan tot op heden geen schadelijke
effecten zijn waargenomen. MRI is gecontraindiceerd bij patiënten met niet-MR
compatibele implantaten en claustrofobie. Het bij de MR gebruikte
contrastmiddel gadoterate meglumine is een zeer veilig middel en wordt al jaren
in de kliniek gebruikt. In enkele gevallen kan misselijkheid (1-2%) of
huiduitslag (<1%) ontstaan. In zeer zeldzame gevallen kan een
overgevoeligheidsreactie ontstaan.
Adenosine wordt goed verdragen en in de klinische praktijk gebruikt voor het
afbeelden van de doorbloeding van het myocard in de nucleaire beeldvorming, en
in de MR beeldvorming. Ernstige bijwerkingen zijn zeldzaam en bestaan uit:
AV-block, ventrikelfibrilleren, bradycardie, hypotensie, bronchospasme en
ST-depressie. Minder ernstige bijwerkingen als flushing, warmgevoel en
hoofdpijn komen frequent voor. Uitgezet tegen de incidentie:
*flushing*(37-44%), Angineuze bezwaren (35-40%), dyspnoe (28-35%), hoofdpijn
(14-18%), angineuze klachten nek, keel en kaak (12-15%), maag-darm bezwaren
(13-15%), duizeligheid (9-12%), ST segment depressie (3%), 1e graads AV-blok
(3%), 2e graads AV-blok (3%), 3e graads AV-blok (0.8%), hypotensie (2%),
arrythmie (1%). Adenosine is gecontraindiceerd bij tweede- of derdegraads
AV-block, sick-sinussyndroom, astma en andere obstructieve longaandoeningen,
ernstige hypotensie, instabiele angina pectoris, hartfalen, verlengd
QT-interval en zwangerschap.