PrimairEvaluatie van de effecten van peginterferon and ribavirine behandeling op de immune response van chronische HCV genotype 1 patienten voor, gedurende en na behandeling.Secundair1. Bepalen of differentiele modulatie van Treg activiteit of DC…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Lever- en galwegaandoeningen
- Immuunstoornissen NEG
- Virale infectieziekten
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Uitkomstmaten
Perifeer bloed
-Freqentie, fenotype en functie van HCV-specifieke T cellen.
-Freqentie, fenotype en functie van Treg en DC's
-Bepaling van immuunregulerende cytokines in het bloed (met behulp van Elispot
or ELISA).
Intrahepatisch
-Freqentie, fenotype en functie van intrahepatische Treg.
-Bepaling van immuunregulerende cytokines in de lever (met behulp van Elispot
or ELISA).
Secundaire uitkomstmaten
Geen aanvullende secundaire uitkomstmaten
Achtergrond van het onderzoek
Achtergrond
Behandeling van chronische hepatitis C (HCV) is aanmerkelijk verbeterd.
Genotype 1 patienten hebben echter een lagere kans op respons op behandeling
dan andere genotypen. Een beter begrip en verbetering van deze resultaten in
genotype 1 patienten zijn op dit moment de grootste uitdaging binnen het HCV
onderzoek.
In chronisch met HCV geinfecteerde patienten zijn HCV-specifieke T-cell
responsen over het algemeen zwak, te beperkt gericht en vaak niet werkzaam. De
aanwezigheid van HCV-specifieke regulatoire CD4+ T-lymphocyten (Treg), die de
activiteit van HCV-specifieke CD4+ helper and CD8+ cytotoxische T cellen kunnen
onderdrukken en dendrietische cellen die niet werkzaam zijn, zijn mogelijke
mechanismen die verantwoordelijk zijn voor deze verzwakte immuunrespons.
Een andere recente studie door onze groep liet een verhoogde expressie van
FoxP3 zien in de lever van HCV-positieve levertransplantatie ontvangers in
vergelijking met niet-HCV acceptors. FoxP3 is een essentiele transcriptie
factor die tot expressie komt in Treg. Verder hebben wij gevonden dat de
expressie van het immuunsuppressieve cytokine IL-10 verhoogd was in de lever,
maar niet in perifeer bloed van HCV-positieve patienten. Deze resultaten wijzen
op een toename van het aantal en het immuunregulerende effect van Treg lokaal
in de lever, als een gevolg van re-infection met HCV. Deze data onderschrijven
het belang van het onderzoeken van immuunresponsen in de lever. Met behulp van
de minimaal invasieve dunne naald zuigbiopsie (fine-needle aspiration biopsy =
FNAB) is het nu mogelijk om veilig en herhaaldelijk levermateriaal te
verkrijgen om de lokale antivirale immuunrespons bij chronische HCV patienten
te onderzoeken.
Rationale
Onze voorgaande studies en de huidige literatuur ondersteunen het concept dat
regulatoire T cellen (Treg) bijdragen aan persisteren van de hepatitis C
infectie doordat zij immuunresponsen specifiek tegen het hepatitis C virus
(HCV) onderdrukken. Verder wordt in ontelbare studies gesuggereerd dat HCV het
aantal en de functie van dendrietische cellen DCs vermindert. Dit zou kunnen
bijdragen tot virale persistentie. Deze studie is opgezet om te onderzoeken of
peginterferon en ribavirine therapie de activiteit van Treg en dendritische
cellen (DC's) beinvloeden en of dit resulteert in een toename van de
HCV-specifieke immuunresponsen.
Doel van het onderzoek
Primair
Evaluatie van de effecten van peginterferon and ribavirine behandeling op de
immune response van chronische HCV genotype 1 patienten voor, gedurende en na
behandeling.
Secundair
1. Bepalen of differentiele modulatie van Treg activiteit of DC functie
gedurende behandeling bijdragen aan respons op de behandeling van chronisch HCV
geinfecteerde patienten.
2. Bepalen of en tot in welke mate immuunresponsen in het bloed een
weerspiegeling geven van de immuunrespons in de lever. De plaats in het lichaam
waar de infectie actief is en waar het hoofdzakelijk schade berokkent. Dit is
belangrijk, omdat veel bekend is over het afweersysteem in het bloed van
HCV-patienten, maar dit hoeft niet integraal te gelden voor de lever zelf.
Hiervoor zijn ook aanwijzingen in de literatuur. Door alleen naar het bloed te
kijken zouden verkeerde conclusies getrokken kunnen worden.
Onderzoeksopzet
Monocentrisch, translationeel, open label onderzoek met een arm van 20
patienten.
Inschatting van belasting en risico
Mogelijke risico*s en ongemakken
Er is geen extra risico verbonden aan de afname van extra bloed, aangezien deze
plaatsvinden naast de reguliere bloedafnamen. Normaliter kunnen bloedafnamen
lichte pijn, zwelling en/of infectie veroorzaken of een blauwe plek. Verder
kunnen zuigbiopties lichte pijn en/of een blauwe plek veroorzaken. Andere
ongemakken zijn in onze kliniek niet voorgekomen en ook niet in de
onderzoekswereld beschreven.
Publiek
Dr. Molewaterplein 40, Room Ca 326
3015 GD Rotterdam
Nederland
Wetenschappelijk
Dr. Molewaterplein 40, Room Ca 326
3015 GD Rotterdam
Nederland
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
-Mannelijke en vrouwelijke patienten, minimaal 18 en maximaal 70 jaar oud, met bewijs voor een chronische hepatitis C genotype 1.
-Geen behandeling met peginterferon of conventionele interferon plus ribavirin combinatie therapie in de voorgeschiedenis.
-Indicatie voor antivirale therapie van hepatitis C volgens huidige klinische richtlijnen
-Geschreven toestemmingsverklaring, voorafgegaan door gedegen informatie aan de patient.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
•In de voorgeschiedenis, of aanwijzingen voor ernstige ziekten, maligniteiten of andere condities die de patient in de opinie van de onderzoekers ongeschikt maken voor deelname aan de studie.
•Aanwezigheid van contra-indicaties voor antivirale behandeling met peginterferon of ribavirine.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL13410.078.06 |