Vraagstelling van het onderzoek:1. Is de concentratie van hersen-specifieke eiwitten in CSF hoger bij neonaten die behandeld zijn na een hoge drempel in vergelijking met neonaten die behandeld zijn na een lage drempel?2. Is er een verband tussen…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Verhoogde intracraniale druk en hydrocephalus
- Neonatale en perinatale aandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De concentratie van hersen-specifieke eiwitten en glucose in CSF, de mate van
ventrikel dilatatie, wel of geen VP drain en psychomotore ontwikkeling op de
leeftijd van 2 jaar
Secundaire uitkomstmaten
Geen
Achtergrond van het onderzoek
Post-hemorrhagische ventrikel dilatatie (PHVD) als complicatie van
intraventriculaire bloeding bij premature neonaten kan leiden tot verminderde
perfusie van hersenweefsel met als gevolg ischemische schade en latere
psychomotore stoornis. De therapie bestaat uit reductie van ventrikel dilatatie
door intermitterende evacuatie van liquor cerebrospinalis (CSF) via puncties
van een subcutane ventriculair catheter reservoir (SVCR). Verhoogd
hersen-specifieke eiwitten in CSF zijn gerelateerd aan cerebrale schade. Het is
te verwachten dat er een relatie bestaat tussen de concentratie van
hersen-specifieke eiwitten en glucose in CSF enerzijds en de ernst van PHVD en
de psychomotore ontwikkeling anderzijds. Deze relatie is nooit eerder
onderzocht. Indien deze relatie kan worden aangetoond, kan de concentratie van
deze stoffen in CSF gebruikt worden om het optimale tijdstip voor het starten
van therapie te bepalen en de prognose te voorspellen. Het is de bedoeling om
deze relatie te bestuderen uit de CSF die afgenomen is uit de studie
"Randomised PHVD treatment study: a multicentre randomised controlled trial of
low versus high threshold treatment in preterm infants with progressive
posthaemorrhagic ventricular dilatation", die sinds april 2006 is gestart.
Premature neonaten met progressieve PHVD worden gerandomiseerd in lage of hoge
drempel. Bij lage drempel wordt de therapie gestart bij reeds matige PHVD en
bij hoge drempel bij ernstige PHVD. Zowel de therapie als de streefwaarde van
de therapie (de mate van ventrikel dilatatie) zijn voor beide groepen gelijk.
Doel van het onderzoek
Vraagstelling van het onderzoek:
1. Is de concentratie van hersen-specifieke eiwitten in CSF hoger bij neonaten
die behandeld zijn na een hoge drempel in vergelijking met neonaten die
behandeld zijn na een lage drempel?
2. Is er een verband tussen enerzijds de concentratie van hersen-specifieke
eiwitten, glucose en lactaat in CSF en anderzijds de mate van ventrikel
dilatatie, VP-drain plaatsing en de psychomotore ontwikkeling op de leeftijd
van 2 jaar?
Onderzoeksopzet
Het afgenomen CSF wordt verzameld op dag 1 en daarna 2 x per week in de eerste
2 weken en 1 x in de derde week na de start van intermitterende puncties van
SCVR. Cel aantal, totaal eiwit, glucose en lactaat worden in eigen NICU
bepaald; hersen-specifieke eiwitten (S100, NSE, GFAP, NFL, MBP, Tau) worden in
UMC St Radboud Nijmegen bepaald. De mate van ventrikel dilatatie wordt
tegelijkertijd bepaald met cerebrale echografie. Wel of geen plaatsing van VP
drain wordt genoteerd. De psychomotorische ontwikkeling op 2 jaar wordt bepaald
met Bayley Scales of Infant Development. De relatie tussen enerzijds de
concentratie van hersen-specifieke eiwitten en glucose in CSF en anderzijds de
therapie drempel, de mate van ventrikel dilatatie, VP drain en psychomotore
ontwikkeling zal onderzocht worden met correlatie analyse.
Inschatting van belasting en risico
Er is geen extra belasting of risico. De CSF en de gegevens over cerebrale
echografie en de Bayley test zijn reeds beschikbaar uit de *Randomised PHVD
treatment study*.
Publiek
PB 9101
6500 HB Nijmegen
Nederland
Wetenschappelijk
PB 9101
6500 HB Nijmegen
Nederland
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Premature neonaten (zwangerschapsduur < 34 weken) met intraventriculaire bloeding graad III en progressieve post-hemorrhagische ventrikel dilatatie
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
congenitale cerebrale malformatie
cerebrale parenchym bloeding/ infarcering
periventriculaire leukomalacie
PHVD reeds aanwezig bij geboorte
infectie centrale zenuwstelsel
metabole aandoening
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL12464.091.06 |