*Wat is de normale ontlastingsfrequentie bij premature en/ of dysmature neonaten, a term geboren zuigelingen?*Wat is de normale kleur van de ontlasting?*Wat is de normale consistentie en hoeveelheid?*Wat is de dikke darm passagetijd tijd bij…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Maagdarmstelselmotiliteit en defecatieaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primaire onderzoeksvariabelen:
Defecatiefrequentie
Consistentie van de ontlasting
Kleur van de ontlasting
Hoeveelheid van de ontlasting
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire onderzoeksvariabelen:
Dikke darm passagetijd (uren)
De duur van de meconiumlozing (dagen)
Achtergrond van het onderzoek
Gegevens betreffende het *(ab)normale* defecatiepatroon (frequentie,
consistentie, hoeveelheid en kleur) bij dys- en prematuur geboren neonaten zijn
schaars. Ook is onbekend wat de duur is (dagen) van de meconiumlozing en of er
verschil is tussen premature, dysmature en a term geboren zuigelingen. Wel is
bekend dat obstipatie bij neonaten een veelvoorkomend probleem is. Studies in
onze eigen kliniek laten zien dat ongeveer 60% van de patienten die later op
onze polikliniek verschijnen al in het eerste levensjaar klachten ontwikkelde.
In een Franse studie is zelfs gevonden dat 70% van de kinderen met obstipatie
voor het einde van de eerste levensmaand de eerste klachten krijgen. Tot op
heden is echter nooit een goede definitie voor obstipatie op de
zuigelingenleeftijd gedefinieerd. Daarom is het van groot belang om normale
frequentie, consistentie, hoeveelheid en kleur bij zuigelingen (prematuren,
dysmaturen en a term geboren zuigelingen) goed in kaart te brengen en met
elkaar te vergelijken.
Doel van het onderzoek
*Wat is de normale ontlastingsfrequentie bij premature en/ of dysmature
neonaten, a term geboren zuigelingen?
*Wat is de normale kleur van de ontlasting?
*Wat is de normale consistentie en hoeveelheid?
*Wat is de dikke darm passagetijd tijd bij prematuren en a terme kinderen?
*Is het mogelijk om op basis van bovenstaande gegevens een definitie op te
stellen voor obstipatie op de zuigelingenleeftijd?
Onderzoeksopzet
Alle zuigelingen die op Unit II en III van het AMC liggen die aan de
inclusiecriteria voldoen (Premature en dysmature neonaten (geboren bij een AD
25-37 weken) en
a term geboren neonaten met een (geboren bij een AD 38-42 weken)). Bij alle
kinderen wordt dagelijks de ontlastingsfrequentie bijgehouden. Dit zal
gedurende een periode van 4 weken gedaan worden. Symptomen zoals bolle buik en
braken, het volume en soort voeding, eerste en laatste dag van meconiumlozing
worden via gestandaardiseerde lijsten bijgehouden. Tijdens deze periode kijken
we tevens naar de uiterlijke kenmerken van de ontlasting op deze leeftijd.
Hierbij zullen we onderscheid maken tussen de groep die borstvoeding krijgt en
de groep die flesvoeding krijgt. Dit doen we door dagelijks foto*s te maken van
de poepluiers van deze neonaten. Een digitale fotocamera zal gedurende deze
periode beschikbaar worden gesteld voor de afdeling. Hierbij zullen alvorens de
foto te maken de datum en het patiëntnummer erbij geschreven worden. Deze
foto*s zullen door twee artsen beoordeeld worden waarbij tegelijk gekeken wordt
naar de intra- en inter-observer variatie. Het doel is een standaard foto*s te
maken van de schaal van consistentie van de ontlasting. De schaal bestaat uit
de vormen gevormd/hard, normaal, zacht of waterig. Per patiënt zullen de
gegevens gedurende een periode van 4 weken bijgehouden worden.
Tenslotte zal de dikke darm passage tijd door middel van het gebruik van
Karmijn rood bepaald worden. Het karmijnrood zal via de sonde gegeven worden.
In studies met neonaten waarbij Karmijnrood werd gegeven zijn geen bijwerkingen
beschreven. Op de leeftijd van 3 en 6 weken zal karmijnrood (250 mg) aan de
voeding toegevoegd worden. Alleen bij neonaten die minimaal 4 ml/kg per dag aan
enterale voeding krijgen komen in aanmerking voor Karmijnrood toediening. Vanaf
het moment van toediening wordt de tijd gemeten. Bij elke verschoning van de
luier wordt bij de ontlasting gekeken naar de rode kleurstof.
Gedurende een studie periode van 3 maanden zullen de neonaten geincludeerd
worden voor de studie. Het aantal hangt af van het aantal toestemmingen voor
deelname gedurende de onderzoeksperiode. Er wordt geschat 60 premature
zuigelingen en 60 a terme zuigelingen te includren.
Inschatting van belasting en risico
Er zijn geen risico's verbonden aan dit onderzoek.
De ouders worden belast met het bijhouden van een poepdagboek gedurende 1 week,
dit zal 5x het geval zijn gedurende de gehele onderzoeksperiode van 3 jaar. Op
de leeftijd van 2, 6, 6, 24 en 36 maanden zal een defecatiedagboek bijgehouden
worden. De à terme neonaten zullen tweemaal Karmijnrood toegevoegd krijgen aan
de voeding. De premature neonaten hebben in principe reeds een neussonde in
situ ter toediening van het karmijnrood.
Publiek
meibergdreef 9
1105 AZ
Nederland
Wetenschappelijk
meibergdreef 9
1105 AZ
Nederland
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Premature en dysmature neonaten (geboren bij een AD 25-37 weken)
A term geboren neonaten met een (geboren bij een AD 38-42 weken)
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Gastrointestinale chirurgie (anusatresie, ziekte van Hirschsprung)
Neurologische aandoening (spina bifida)
Metabole aandoeningen (CF, Hypothyreoidie)
Congenitale abnormaliteiten (trisomie 21)
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL12890.018.06 |