De volgende onderzoeksvragen worden in het onderzoek beantwoord.I. In hoeverre heeft het laten invullen van Implementation Intentions invloed op de compliance bij gebruik van *de online bewegingscoach*?II. In hoeverre kan intentie worden verklaard…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
Synoniemen aandoening
Aandoening
chronische pijnklachten aan houdings- en bewegingsapparaat
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De baseline parameters(T0) bestaan naast socio-demografische variabelen
uit de mate van catastroferen, de mate van bewegingsangst, health locus of
control, de attitude ten aanzien van het doen van oefeningen, de invloed van de
sociale omgeving (subjectieve norm)en de mate waarin de patiënt geloof heeft in
zijn eigen capaciteiten ten aanzien van het volhouden van het oefenprogramma
(self-efficacy), het fysieke functioneringsniveau en de ervaren pijn. Deze
parameters worden gemeten aan de hand van vragenlijsten vermeld in tabel 2. Op
T2 tot en met T4 wordt de compliance gemeten aan de hand van een
zelfevaluatieve vragenlijst. De outcome variabelen (T5) worden gevormd door de
mate van compliance gemeten aan de hand van een zelfevaluatieve vragenlijst, de
ervaren pijn. Ook wordt op T5 gekeken naar de mate van satisfactie aan de hand
van een nieuw te vormen vragenlijst. Ten aanzien van de vragenlijsten kan nog
het volgende vermeld worden. Voor de vragenlijst betreffende de attitude wordt
eerst aan een subgroep gevraagd naar hun saillante ideeën ten aanzien van het
volgen van een bewegingsprogramma. Deze ideeën worden verder verwerkt in een
vragenlijst. Deze methode is overgenomen van Azjen (2002). De vragenlijst
betreffende de attitude, self-efficacy en subjectieve norm is toegespitst op
het doen van oefeningen. De vragenlijst betreffende de satisfactie wordt
afgenomen aan de hand van een 5 punts schaal.
Secundaire uitkomstmaten
niet van toepassing
Achtergrond van het onderzoek
In het kader van het Innovatiecentrum en de daarbij vrij komende gelden, is de
pijndivisie begonnen aan de ontwikkeling van een on-line applicatie waarop
oefenstof wordt weergegeven die patiënten thuis kunnen uitvoeren (Project *de
online bewegingscoach*). Het belang van oefeningen voor de gezondheid van het
individu wordt in vele studies aangetoond (Cooper, 2001; Plach, 2002; Saunders,
Greig, Young & Mead, 2002). Het doen van fysieke activiteiten wordt wereldwijd
gezien als een preventieve manier tegen vele chronische aandoeningen
(Warburton, Nicol & Bredin, 2006). Uit diverse wetenschappelijke studies blijkt
dat het percentage mensen dat stopt met het doen van oefeningen voordat het
programma is afgelopen, aanzienlijk is (Hartigan, Rainville, Sobel & Hipona,
2000). Het is dus belangrijk bij het ontwikkelen van een applicatie
`handvatten* in te bouwen die de compliance, dat wil zeggen de therapietrouw,
bevorderen. Door gebruik te maken van sociale cognitie theorieën is beter
inzicht te krijgen in onderliggende factoren ten aanzien van compliance. In
sociale cognitie theorieën als de TPB en de Protection Motivation Theory (PMT.
Rogers, 1975/ 1983) wordt de individuele intentie gebruikt als de meest
belangrijke en de best voorspellende factor van gedrag (Azjen, 1991; Rogers,
1983). Het blijkt echter dat, om van intentie tot daadwerkelijk gedrag over te
gaan, er meerdere factoren een rol spelen dan iemands* intentie alleen (Orbell
& Sheenan, 1998). Geschat wordt dat slechts 28% van de intenties omgezet wordt
in gedrag (Sheeran, 2002).Uit de literatuur bleek, hoe opvallend hoog de
percentages van patiënten die zich hielden aan de oefeningen waren in sommige
studies die gebruik maakten van Implementation Intentions (Conner & Norman,
2005). In dit experiment wordt gebruik gemaakt van de theorie achter
Implementation Intentions om het omzetten van een positieve intentie naar het
gewenste gedrag te bevorderen.
Doel van het onderzoek
De volgende onderzoeksvragen worden in het onderzoek beantwoord.
I. In hoeverre heeft het laten invullen van Implementation Intentions invloed
op de compliance bij gebruik van *de online bewegingscoach*?
II. In hoeverre kan intentie worden verklaard door attitude, subjectieve norm
en self-efficacy bij gebruik van *de online bewegingscoach*?
III. In hoeverre hebben de HLOC, bewegingsangst en de mate van catastroferen
nog invloed op intentie en is deze invloed direct of verloopt die (zoals Azjen
voorspelt) via attitude, subjectieve norm en self-efficacy bij gebruik van *de
online bewegingscoach*?
IV. Hoe tevreden zijn de patiënten over *de online bewegingscoach*?
De hoofd hypothese in dit onderzoek is, dat het laten invullen van
Implementation Intentions door de gebruikers van de *online bewegingscoach*
leidt tot een hogere compliance ten opzichte van het niet laten invullen van
Implementation Intentions.
Onderzoeksopzet
Er wordt een experimentele en een controle groep geformeerd die beide 4 weken
gaan oefenen aan de hand van 'de online bewegingscoach'. De experimentele groep
vult gedurende de 4 weken Implementation Intentions in ten aanzien van plaats,
tijd en soort oefeningen. Aan het einde van de week wordt aan beide groepen
gevraagd een zelf evaluatie vragenlijst in te vullen ten aanzien van de
compliance van de afgelopen week.
Onderzoeksproduct en/of interventie
De interventie is als volgt vormgegeven. Aan beide groepen wordt gevraagd gedurende 4 weken het oefenprogramma te volgen zoals dit te vinden is op de website van www.r-motion.nl. Dit oefenprogramma is >tailor made> aan de hand van de belastbaarheidinschatting van de behandelend fysiotherapeut van hun voormalige groep. De oefeningen bestaan uit mobiliserende, spierversterkende en uithoudingsverbeterende oefeningen. Al deze oefeningen zijn tijdens de revalidatieperiode al eens aan bod gekomen. Het >tailor made> zit vooral in de individueel bepaalde intensiteit (aantal herhalingen en aantal series) en de individuele aandachtspunten. Voor zowel de experimentele als de controle groep geldt, dat de opgelegde oefenfrequentie 3 keer per week is. De hoeveelheid oefeningen voor beide groepen is gelijk. Aan de experimentele groep wordt gevraagd om op maandag hun Implementation Intentions voor de aankomende week in te vullen en deze per mail op te sturen naar s.purmer@rrd.nl. De Implementation Intentions dienen geformeerd te worden voor wat betreft tijd, plaats en soort oefeningvorm (dwz mobiliserende, spierversterkende en uithoudingsverbeterende oefeningen). De Implementation Intention wordt als volgt opgesteld: als>., dan doe ik>> Vervolgens dienen de patiënten in de invulschema aan te geven op welke dag en op welk tijdsstip zij welke oefeningen gaan doen (Prestwick, Lawton, Conner & Taylor, 2003. Rise, Thompson & Verplanken, 2003). Bij het begin van de volgende week wordt aan alle deelnemers in beide groepen gevraagd een zelfevaluatie in te vullen aan de hand van een vragenlijst waarin gevraagd wordt of ze hun doelen voor de afgelopen week hebben behaald, hoeveel moeite dit kostte op organisatorisch en fysiek vlak, wat de reden was waarom ze hun doelen niet behaald hebben en of ze het oefenprogramma alleen of samen met iemand anders hebben gedaan. Deze vragenlijst dienen ze via de mail op te sturen naar s.purmer@rrd.nl. De deelnemers in de experimentele groep dienen ook hun nieuwe Implementation Intentions voor de aankomende week zij naar dit adres op te sturen. Indien er op dinsdag geen mail is ontvangen dan zal er telefonisch contact opgenomen worden. Naast deze subjectieve informatie worden er objectieve gegevens verzameld door het bijhouden van de inlogdata op de website. Hieruit kan vastgesteld worden per deelnemer hoe vaak er ingelogd wordt, hoe lang er ingelogd is en hoeveel bewegingen er door het programma heen gemaakt zijn.
Inschatting van belasting en risico
Risico op overbelasting is zo klein mogelijk gehouden door uit te gaan van
het belastbaarheidniveau van de deelnemer bij afsluiting van het poliklinische
revalidatieprogramma. Ook is het tijdsinterval tussen beëindiging
revalidatieprogramma en start experiment relatief kort gehouden, zodat het
belastbaarheidniveau een goede indicatie is. De oefeningen van *de online
bewegingscoach* zijn hetzelfde als tijdens de poliklinische revalidatieperiode.
De oefeningen die de deelnemer gedurende 4 weken moet uitvoeren zijn geheel op
maat gemaakt, dat wil zeggen uitgaande van zijn/haar klachten en
belastbaarheidniveau. De impact van de gebruikte vragenlijsten op het dagelijks
functioneren van de deelnemers is verwaarloosbaar klein. Het ligt niet in de
lijn der verwachting dat uitgaande van deze vragenlijsten de deelnemers meer
klachten zullen ervaren op het gebied van psychisch welbevinden.
Risico op ontstaan psychische klachten wordt opgevangen door instellen
contactpersoon in de zin van Dr. Warmerdam (revalidatiearts pijndivisie) en een
SLC groter dan 179 als exclusiecriteria te nemen.
Publiek
postbus 310
7500 AH Enschede
Nederland
Wetenschappelijk
postbus 310
7500 AH Enschede
Nederland
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Inclusiecriteria zijn een goede kennis van de Nederlandse taal, doorlopen en afgerond revalidatieprogramma in Het Roessingh, beëindiging revalidatieprogramma minimaal 2 weken en maximaal 3 maanden geleden, leeftijd tussen 18 en 65 jaar en de beschikking thuis over een computer met Internet aansluiting. Het versturen en ontvangen van mail mag geen probleem zijn voor de deelnemers.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Exclusiecriteria zijn ernstige medische contra-indicatie (zoals hypertensie, hart- en vaatziekten, inflammatie) voor het volgen van een oefenprogramma, afgenomen belastbaarheid door complicaties na beëindiging van het revalidatieprogramma (exacerbatie klachten), psychosociale problematiek (SCL >179)
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL11235.080.06 |