A. PrognoseHet eerste doel van het onderzoek is inzicht krijgen in het herstelpatroon van de patiënt op de linguïstische niveaus (semantiek, fonologie en syntax). Informatie over de incidentie van de linguïstische stoornissen en het beloop tijdens…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Centraal zenuwstelsel vaataandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
A. Prognose
De primaire uitkomstmaat is de ernst van de linguïstische stoornissen op
verschillende momenten in het 1e jaar na de beroerte, gemeten met de ScreeLing,
een test dat het functioneren op drie linguïstische niveaus meet: semantiek,
fonologie en syntax.
B. Kwaliteit van Leven
De primaire uitkomstmaat is de kwaliteit van leven gemeten met de Health
Utilities Index op verschillende momenten in het 1e jaar na de beroerte.
Secundaire uitkomstmaten
A. Prognose
De secundaire uitkomstmaten betreffen de ernst van de afasie gemeten met de
verkorte Token Test en de spontane taalproductie geëvalueerd met de Aphasia
Severity Rating Scale, op verschillende momenten gedurende het 1e jaar na de
beroerte. Verder de mate van het herstel van afasie en het functioneren in de
niet-talige cognitieve domeinen op 3 maanden en 1 jaar na de beroerte.
B. Quality of Life
De secundaire uitkomstmaten betreffen de EuroQol, de gemodificeerde Rankin
Scale en de Barthel Index. Deze zijn respectievelijk gerelateerd aan de
kwaliteit van leven en het dagelijks functioneren, gemeten op verschillende
momenten gedurende het 1e jaar na de beroerte.
Achtergrond van het onderzoek
20-25% van de patiënten lijdt na de beroerte aan afasie. Informatie over het
tempo en de mate van het herstel van afasie is erg belangrijk. Patiënten en de
familie willen zo snel mogelijk inzicht krijgen in de stoornis, de prognose en
de therapeutische mogelijkheden. Prognostische informatie is ook klinisch van
belang, omdat het onze keuzes kan beïnvloeden betreft het verdere zorgtraject.
Er zijn aanwijzingen dat de initiële ernst van de taalstoornis in de 1e week na
de beroerte de uitkomst op 1 jaar kan voorspellen. Echter, een gedetailleerd
onderzoek naar het herstelpatroon van de linguïstische stoornissen ontbreekt.
De locatie en grootte van de lesie worden ook gezien als belangrijke factoren
in het herstel van afasie, evenals de initiële ernst van de beroerte. Veel
onderzoeken hebben gerapporteerd dat de kwaliteit van leven negatief beïnvloed
wordt door de afasie. Dit is echter nog niet goed onderzocht. Er zijn geen
eenduidige gegevens over de relatie tussen afasie en kwaliteit van leven en het
patroon hiervan vanaf de acute fase tot één jaar na de beroerte.
Doel van het onderzoek
A. Prognose
Het eerste doel van het onderzoek is inzicht krijgen in het herstelpatroon van
de patiënt op de linguïstische niveaus (semantiek, fonologie en syntax).
Informatie over de incidentie van de linguïstische stoornissen en het beloop
tijdens het herstel ontbreekt. Het herstelpatroon van de linguïstische
stoornissen moet geanalyseerd worden tegen de achtergrond van (eventuele)
bestaande cognitieve stoornissen. Er zijn aanwijzingen dat de aanwezigheid van
cognitieve stoornissen interfereert met de functionele uitkomst.
De onderzoeksvragen zijn:
1. Hoe ziet het herstelpatroon eruit van de linguïstische stoornissen
(semantiek, fonologie en syntax) bij patiënten met afasie en wat is de
uiteindelijke uitkomst?
2. Wat is de invloed van de initiële specifieke linguïstische stoornissen op de
prognose?
3. a. Voorspelt de mate van herstel op 1 of meer linguïstische niveaus de
uitkomst van het linguïstisch functioneren op 1 jaar? b. Zo ja, welke periode
is cruciaal voor het voorspellen van de uitkomt op 1 jaar?
4. Welke factoren, inclusief andere cognitieve stoornissen, ernst van de
beroerte, grootte en locatie van de lesie, beïnvloeden het herstel van de
linguïstische stoornissen?
B. Kwaliteit van Leven
Het tweede doel van het onderzoek is nagaan wat de invloed is van linguïstische
stoornissen op de kwaliteit van leven. De onderzoeksvragen zijn:
1. Hoe ontwikkelt de kwaliteit van leven zich over de tijd?
2. Is er een relatie tussen het herstelpatroon van (1 van) de linguïstische
stoornissen en de kwaliteit van leven?
3. In welke periode tijdens het herstel en met welke linguïstische niveaus is
deze relatie het sterkst?
4. Welke factoren zoals linguïstische en andere cognitieve stoornissen zijn
geassocieerd met kwaliteit van leven?
Onderzoeksopzet
Deze multicenter studie is een experimenteel vervolgonderzoek. Patiënten met
afasie als gevolg van een beroerte (n=200) zullen onderzocht worden vanaf twee
dagen tot één jaar na de beroerte.
Inschatting van belasting en risico
De proefpersonen krijgen een evaluatieonderzoek bestaande uit taaltests, tests
over het dagelijks functioneren en kwaliteit van leven: 6 maal gedurende 1 jaar
namelijk op 2-6 dagen na beroerte, 7-14 dagen, 6 weken, 3 maanden, 6 maanden en
op 1 jaar na de beroerte. Op 3 maanden en 1 jaar krijgen de proefpersonen
aanvullend neuropsychologisch onderzoek. Deze onderzoeken worden zoveel
mogelijk gepland op dezelfde dag als de reguliere bezoeken bij de behandelaar.
Op deze manier wordt het aantal extra bezoeken zoveel mogelijk beperkt. Indien
nodig zullen er huisbezoeken afgelegd worden. Ieder testonderzoek duurt
ongeveer 1 uur, dus de totale extra tijd gedurende het 1e jaar na de beroerte
is ongeveer 6 uur per patiënt.
Het afnemen van het testonderzoek omvat geen enkel risico voor de proefpersoon.
Het testonderzoek bestaat uit tests die zowel nationaal als internationaal bij
mensen in de dagelijkse praktijk afgenomen worden en ook bij herstelverloop
studies gebruikt zijn. Het verschil is dat bij dit onderzoek het testen op
specifieke momenten gebeurd en ook vanaf de acute fase. Proefpersonen hebben
veel baat bij dit onderzoek aangezien inzicht verkregen wordt in het
herstelverloop gedurende het 1e jaar na de beroerte. Cognitieve stoornissen die
de behandeling van de taalstoornis in de weg kunnen staan worden in kaart
gebracht en gemeld aan de behandelend logopedist. De logopedische behandeling
kan dan aangepast worden, zodat de proefpersoon de meest optimale behandeling
krijgt. De proefpersonen zijn dus verzekerd van een goede controle, tevens is
er een goede begeleiding van patiënt, familie en behandelend logopedist.
Publiek
Postbus 1738
3000 DR Rotterdam
Nederland
Wetenschappelijk
Postbus 1738
3000 DR Rotterdam
Nederland
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Afasie als gevolg van een beroerte minder dan 6 dagen geleden; Leeftijd vanaf 18 jaar; Goede beheersing van de Nederlandse taal; Testbaar met de ScreeLing binnen 6 dagen na beroerte.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Eerdere beroerte en/of afasie; Dementie; Ernstige dysarthrie en/of verbale apraxie; Ontwikkelingsdyslexie; Ernstige, visuele, perceptuele en/of gehoor stoornis; Beroerte als gevolg van subarachnoïdale bloeding; Analfabetisme; Herhaalde beroerte; Recente psychiatrische voorgeschiedenis.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL11047.078.06 |