1. De mate van het glutamine verbruik in de darm bepalen aangezien glutamine wordt beschouwd als een, onder bepaalde omstandigheden, essentieel aminozuur voor tevroeggeboren kinderen.2. Het kwantificeren van de mate van oxidatie van glutamine uit de…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Maagdarmstelselaandoeningen NEG
- Neonatale en perinatale aandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De opname van glutamine uit de voeding door de darm bij tevroeggeboren kinderen
die volledig gevoed worden via de darm.
Secundaire uitkomstmaten
De hoeveelheid glutamine uit de voeding wat gebruikt wordt door de darm als
brandstof om de hoge stofwisseling op peil te houden.
Achtergrond van het onderzoek
Recente studies bij dieren en mensen, waaronder studies bij tevroeggeboren
kinderen, laten zien dat aminozuurverbruik in de darm niet alleen een
belangrijk effect heeft op de beschikbaarheid van aminozuren uit de voeding,
maar ook dat aminozuren een belangrijke rol spelen in de stofwisseling van de
darm zelf. Dat betekent dat de mate van aminozuurverbruik door de darm zelf in
belangrijke mate de systemische beschikbaarheid van de aminozuren bepaalt en
zodoende de mate van metabolisme van de darm zelf een belangrijke regulerende
factor zou kunnen zijn voor de eiwitopbouw van het lichaam. Onderzoek bij
flesgevoede pasgeboren biggen heeft aangetoond dat wel de helft van de
eiwitintake met de voeding gebruikt wordt door de organen verzorgd door de vena
porta (maag, pancreas, milt, duodenum en colon), en dat de energie die nodig is
voor de hoge mate van eiwitturnover voornamelijk verkregen wordt uit oxidatie
van aminozuren. Glutamine wordt beschouwd als een, onder bepaalde
omstandigheden, essentieel aminozuur voor ernstig zieke patiënten, en glutamine
is belangrijk bij diverse metabole processen van immuuncellen en enterocyten.
Ook is er aanzienlijk bewijs dat glutamine de barriërefunctie van de darm kan
verbeteren, wat in het bijzonder belangrijk is bij tevroeg geboren kinderen die
beschouwd worden als immunologisch kwetsbare patiënten.
De huidige studie is ontworpen om de opname en het katabolisme in de darm te
kwantificeren van glutamine uit de voeding om zo te bepalen of glutamine een
van de belangrijkste bronnen voor energie in de darm van tevroeggeboren
kinderen.
Doel van het onderzoek
1. De mate van het glutamine verbruik in de darm bepalen aangezien glutamine
wordt beschouwd als een, onder bepaalde omstandigheden, essentieel aminozuur
voor tevroeggeboren kinderen.
2. Het kwantificeren van de mate van oxidatie van glutamine uit de voeding,
waarvan verondersteld wordt dat het een belangrijke energiebron is voor de
weefsels van de darm.
Onderzoeksopzet
Het onderzoek bestaat uit twee opeenvolgende studiedagen. De patient is
ongeveer 2 weken oud als de 2 studiedagen plaastvinden.
Om 07.30 uur van de eerste studiedag worden 2 ademmonsters en 1 bloedmonster
afgenomen om hierin de achtergrondverrijking van de stabiele isotopen te meten.
De ademmonsters worden afgenomen volgens een methode eerder beschreven door Van
der Schoor. Een dun slangetje (6Fr) (Argyle, Sherwood Medical, Petit Rechain,
Belgie) wordt kortdurend in een neusgat geplaatst en 10 ml uitademingslucht
wordt opgevangen met een spuit. De ademmonsters worden opgeslagen in
vacutainers. Bloedafnames (0,5 ml) worden afgenomen via een arteriele lijn,
indien aanwezig, anders via een hielprik. De eerste bloedafname in de ochtend
zal gecombineerd worden met de routine bloedafname op de afdeling. Om 08.00 uur
wordt een dosis van de [1-13C]bicarbonaat infusie (10 µmol/kg) gegeven, gevolgd
door een 2 uur lopend infuus met [1-13C]bicarbonaat (10 µmol/kg) om de CO2
productie te meten. Aansluitend aan dit [1-13C]bicarbonaat infuus (t = 120 min)
wordt een gelabeld glutamine infuus gestart zowel via een infuus als via een
maagsonde. Beide tracers zullen gedurende 5 uur gegeven worden via de
verschillende routes. Na 390 min wordt een bloedafname (0.5 ml) gedaan in
combinatie met de routine bloedafname op de afdeling. aan het eind van de
studiedag op t = 420 min zal een bloedfaname plaatsvinden om de verrijking van
de tracers te bepalen. Het totale bloedvolume dat zal worden afgenomen is 3,0
ml, wat overeenkomt met minder dan 2.5% van het totale bloedvolume van een baby
met een gewicht van 1500 g.
De tweede studiedag zal identiek verlopen aan de eerste studiedag behalve dat
de glutamine tracers worden gewisseld van route (via maagsonde vs intraveneus).
Studie protocol: Glutamine stofwisseling (n=10 kinderen)
Studieday 1:
0-2 u [1-13C]Na-bicarbonaat 10 µmol/kg/u intraveneus
2-7 u [ U-13C]glutamine 30 µmol/kg/u via maagsonde
2-7 u [15N]glutamine 30 µmol/kg/u intraveneus
Studiedag 2:
0-2 u [1-13C]Na-bicarbonaat 10 µmol/kg/u intraveneus
2-7 u [15N]glutamine 30 µmol/kg/u via maagsonde
2-7 u [ U-13C]glutamine 30 µmol/kg/u intraveneus
Inschatting van belasting en risico
Het onderzoek brengt geen risico met zich mee voor de patient.
Publiek
Postbus 7057
1007 MB Amsterdam
Nederland
Wetenschappelijk
Postbus 7057
1007 MB Amsterdam
Nederland
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. schriftelijke toestemming van beide ouders of de wettelijke vertegenwoordigers van het kind.
2. geboortegewicht 750 - 1,500 g.
3. normaal gewicht voor de zwangerschapsduur.
4. minstens 8 uur enterale voeding.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. aangeboren metabole aandoeningen
2. congenitale maagdarmaandoeningen
3. ademhalingsondersteuning met Infant Flow of CPAP.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL14172.029.06 |