Doel van deze studie is het verwerven van kennis over culturele factoren die de deelname aan revalidatiezorg belemmeren. De studie richt zich op allochtone revalidatiepatiënten die niet meer in behandeling zijn omdat zij het revalidatiezorgtraject…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Spieraandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primaire onderzoeksvariabelen
Primaire onderzoeksvariabelen zijn de factoren die leiden tot zorguitval. De
tot dusver bekende factoren zijn: de klachten zijn niet beïnvloedbaar (door
leefstijl revalidatiepatiënt); de revalidatiepatiënt weigert een gesprek met de
psycholoog; de revalidatiepatiënt wil de voorgestelde behandeling niet volgen;
de revalidatiepatiënt wil pijnafname; de revalidatiepatiënt wil de medische
oorzaak van de klacht weten; de revalidatiepatiënt wil doorgaan met een externe
behandeling; de revalidatiepatiënt wil met de behandeling stoppen; motivatie
problemen; de behandeling voldoet niet aan de verwachtingen; taal of
communicatie problemen; No Show (reden onbekend), vermoedelijke No Show (reden
onbekend) (Scheppers et al 2005).
Uitkomstmaten
Op basis van de bevindingen van de studie worden voorwaarden en adviezen
geformuleerd om het gebruik van de revalidatiezorg te verbeteren. Naar
verwachting richten de adviezen zich op de patiënt, de arts, de patiënt-arts
interactie en de omgeving van de zorg. Met behulp van de bevindingen kunnen
hypotheses en vraagstellingen worden geformuleerd voor verder (kwantitatief)
onderzoek naar revalidatiezorggebruik door allochtone patiënten.
Secundaire uitkomstmaten
Niet van toepassing.
Achtergrond van het onderzoek
In maart 2003 is in het Jan van Breemen Instituut voor Reumatologie en
Revalidatie te Amsterdam een onderzoek van start gegaan met de titel:
*Interculturalisatie: Diagnostische Evaluatie bij Allochtone patiënten met Lage
rugpijnklachten*. Dit onderzoek wordt kortweg het "IDEAL-project" genoemd en
door ZonMw gefinancierd. Het project omvat de navolgende studies.
1. Kwalitatieve studie naar cultuurgerelateerde factoren van zorguitval rondom
het eerste consult (ZonMw projectnummer: 1435.0023, Metc-Slz registratie
nummer: 0351);
2. Kwantitatieve studie naar de omvang van zorguitval tijdens het gehele
revalidatiezorgtraject en het verschil in omvang van zorguitval tussen
allochtone en autochtone revalidatiepatiënten (ZonMw projectnummer: 1435.0041);
3. Kwalitatieve studie naar cultuurgerelateerde factoren van zorguitval tijdens
het gehele revalidatiezorgtraject, nadat de zorguitval heeft plaatsgevonden
(ZonMw projectnummer: 1435.0041).
Deze samenvatting betreft de derde studie van het IDEAL-project, kortweg
"IDEAL-vervolgstudie" genoemd.
Allochtone patiënten van Marokkaanse en Turkse herkomst met chronische
aspecifieke lage rugpijnklachten ervaren belemmeringen bij het gebruik van
revalidatiegeneeskundige zorg, in vergelijk met patiënten van Nederlandse
herkomst. Het revalidatiezorgtraject van deze patiënten wordt vaak onvoltooid
beëindigd om een niet-medische reden, hoewel voortzetting van het zorgtraject
gerechtvaardigd is (Dekker en Post 2002; Brouwer 2005). Deze zogenoemde
zorguitval (gedefinieerd als beëindiging van het onvoltooide
revalidatiezorgtraject om niet-medische redenen) is onder allochtone
revalidatiepatiënten met chronische aspecifieke rugpijnklachten tweemaal groter
dan onder autochtone revalidatiepatiënten (Scheppers et al 2005). De precieze
reden daarvan is niet duidelijk. Deze barrière in het zorggebruik zou naar
mening van de revalidatieartsen vooral ontstaan vanuit de verschillende
perspectieven van patiënt en arts. Het verschil in perspectief komt voort uit
de verschillende culturele achtergronden. Over de kenmerken van die
achtergronden is weinig bekend. Dit lijkt tot gevolg te hebben dat de
indicatiestelling voor behandeling onvoldoende gericht is. Door het gebrek aan
basale kennis kan geen kwantitatief wetenschappelijk onderzoek plaatsvinden
dat een oplossing voor de problemen dichterbij brengt.
Doel van het onderzoek
Doel van deze studie is het verwerven van kennis over culturele factoren die de
deelname aan revalidatiezorg belemmeren. De studie richt zich op allochtone
revalidatiepatiënten die niet meer in behandeling zijn omdat zij het
revalidatiezorgtraject onvoltooid hebben beëindigd, om niet-medische redenen.
De onderzoeksvraag luidt: *Welke cultuurgerelateerde factoren dragen mogelijk
bij aan beëindiging van het onvoltooide revalidatiezorgtraject om niet-medische
redenen, door patiënten van Marokkaanse en Turkse herkomst met chronische
aspecifieke lage rugpijnklachten?*
Onderzoeksopzet
De IDEAL-vervolgstudie wordt verricht in de poliklinieken
revalidatiegeneeskunde van vier Amsterdamse revalidatie-instellingen. De vier
instellingen zijn: het JBI (Jan van Breemen Instituut), het RCA
(Revalidatiecentrum Amsterdam), het OLVG (Onze Lieve Vrouwe Gasthuis) en het
ZMC (Zaans Medisch Centrum). De totale duur van de studie bedraagt 24 maanden
(augustus 2007 * augustus 2009) en die van de dataverzameling 15 maanden
(oktober 2007 * januari 2009).
De IDEAL-vervolgstudie is kwalitatief en explorerend van aard. De
kernactiviteit van deze studie is het semi-gestructureerde interview. Het
interview wordt afgenomen om de niet-medische redenen van zorguitval te kunnen
achterhalen. Nadat is vastgesteld dat de patiënt het zorgtraject onvoltooid
heeft beëindigd om een niet-medische reden, wordt de patiënt en zijn/ haar
revalidatiearts afzonderlijk geïnterviewd. De patiënt wordt thuis geïnterviewd
en revalidatiearts in zijn werkomgeving. Het interview duurt in de regel één
tot anderhalf uur. De respondenten worden twee keer geïnterviewd en de
interviews worden op audio opgenomen, getranscribeerd en geanalyseerd.
Met behulp van het semi-gestructureerde interview worden de verschillen in de
culturele achtergrond van patiënt en arts geëxploreerd. Dergelijke interviews
zijn los gestructureerd op basis van open vragen. Het te exploreren gebied
wordt in grote lijnen afgebakend door van te voren opgestelde
gespreksonderwerpen. Er worden zonodig ook onderwerpen en ideeën besproken
waarop bij aanvang van het onderzoek nog niet was geanticipeerd (Mays and Pope
1995).
In deze studie werden de gespreksonderwerpen gekozen op basis van een
literatuurstudie (Scheppers et al 2006) en test interviews. De
gespreksonderwerpen zijn: visie op de niet-medische reden van de plaatsgevonden
zorguitval, visie op revalidatie, visie op verschil in etnische herkomst,
verwachting van zorgvoorziening en personeel, verwachting van de allochtone
revalidatiepatiënt en familie, reflectie op de patiënt-arts interactie, visie
op het ziekteprobleem (verklaringsmodel van gezondheid en ziekte), visie op
zorgaanbod en instellingsstructuur, en visie op het voortraject (huisartsen- of
specialistenbezoek, verwijzing, aanmelding). De verzamelde onderzoeksgegevens
worden vanaf de start van de dataverzameling geanalyseerd met de methode van
het constant vergelijken (constant comparative analysis procedure)
(Boeije2002). Bij de analyse wordt gebruik gemaakt van het software programma
Atlas-ti.
Onderdeel van de dataverzameling vormt de vaststelling van zorguitval om
niet-medische redenen. De zorguitval om niet-medische redenen wordt vastgesteld
op basis van gegevens die in de medische patiëntendossiers staan geregistreerd.
De patiëntendossiers die worden bestudeerd zijn: (a) de dossiers van de huidige
zorguitvallers, waarvan de namen wekelijkse aan de uitvoerend onderzoeker
worden verstrekt door de revalidatieartsen van de vier deelnemende
instellingen, (b) de dossiers van vroegere zorguitvallers, die worden
geïdentificeerd in een dossieronderzoek naar zorguitval in de vier deelnemende
instellingen, tijdens de registratieperiode van twee jaar voorafgaand aan de
start van de dataverzameling van de IDEAL-vervolgstudie.
Inschatting van belasting en risico
Deelname aan dit onderzoek brengt geen risico met zich mee. De dataverzameling
bestaat uit observationele onderzoeksactiviteiten: de respondenten worden twee
keer thuis geïnterviewd (revalidatiepatiënten) of op het werk
(revalidatieartsen). Dit zijn de enige onderzoekshandelingen waaraan zij worden
onderworpen. Deze handelingen vragen geen speciale voorbereiding en brengen
geen risico met zich mee. Respondenten kunnen op elk moment en zonder opgaaf
van reden de medewerking aan het onderzoek beëindigen, zonder dat dit gevolgen
heeft voor het gebruik van de gezondheidszorg (revalidatiepatiënten) of het
uitoefenen van het beroep (revalidatieartsen).
Publiek
Dr. Jan van breemenstraat 2
1056 AB Amsterdam
Nederland
Wetenschappelijk
Dr. Jan van breemenstraat 2
1056 AB Amsterdam
Nederland
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Registratieperiode zorguitval: zorguitval tussen 1-10-2005 en 1-1-2009. Dit is de periode waarin de zorguitval werd geregistreerd in het patiëntendossier: (a) tijdens de gehele periode van dataverzameling: 1-10-2007 tot 1-1-2009, (b) tijdens de twee jaar voorafgaand aan de start van de dataverzameling: 1-10-2005 tot 1-10-2007.;Status van herkomst: Marokkaanse en Turkse herkomst. Onder Marokkaanse en Turkse herkomst wordt verstaan: (a) elke persoon die in Marokko of Turkije geboren is en van wie tenminste één ouder in hetzelfde land geboren is (eerste generatie); en (b) elke persoon die in Nederland geboren is en van wie beide ouders in Marokko of Turkije geboren zijn (tweede generatie);;Diagnose: Chronische aspecifieke lage rugklachten. Chronische aspecifieke klachten worden gedefinieerd als klachten die langer duren dan twaalf weken en niet kunnen worden toegeschreven aan specifieke pathologie. Lage rugklachten worden gedefinieerd als klachten van pijn, (spier)spanning of stijfheid in het gebied tussen de onderste ribben en de onderste bilplooien, met of zonder uitstraling in het been;;Reden van zorguitval: niet-medische reden van zorguitval. Zorguitval is gedefinieerd als beëindiging van het onvoltooide revalidatiezorgtraject, om niet-medische redenen. De reden van zorguitval wordt geconstateerd op basis van de in het patiëntendossier vermelde gegevens. Deze gegevens staan vermeld in de brief van de revalidatiearts aan de verwijzende huisarts of specialist, in de ontslagbrief van de revalidatiearts, in de notulen van de vergaderingen van het revalidatieteam, of in het rapport van de zorgverlener.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Leeftijd: jonger dan 18 jaar;
Wilsbekwaamheid: wilsonbekwaam;
Verklaring van toestemming: niet willen tekenen van het toestemmingsformulier.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL14982.048.07 |