Is SV2A expressie in chirurgisch verwijderd tumorweefsel en omliggend hersenweefsel van glioompatiënten met epilepsie gerelateerd aan de klinische respons op levetiracetam?
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Convulsies (incl. subtypes)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire onderzoeksvariabele is het totaal aantal epileptische aanvallen
tijdens de duur van de studie, die voor iedere individuele patiënt 6 maanden
is.
Secundaire uitkomstmaten
De secundaire onderzoeksvariabele is de tijd tot staken van levetiracetam op
grond van inadequate bescherming tegen epileptische aanvallen (indien van
toepassing). Andere onderzoeksvariabelen zijn cognitief functioneren, kwaliteit
van leven en hersenactiviteit bepaald met MEG aan het einde van de studie,
vergeleken met de metingen aan het begin van de studie.
Achtergrond van het onderzoek
Levetiracetam is een relatief nieuw anti-epilepticum (AED), dat heeft bewezen
effectief te zijn bij veel glioompatiënten met epilepsie. Daarnaast heeft
levetiracetam geen enzyminducerende of -inhiberende eigenschappen, wat het
medicijn extra aantrekkelijk maakt voor glioompatiënten, aangezien deze
patiënten vaak tegelijkertijd ook met chemotherapie of corticosteroïden
behandeld worden. Al met al is levetiracetam voor veel glioompatiënten het AED
van keuze voor de post-operatieve bescherming tegen epilepsie. Helaas is
levetiracetam niet bij álle glioompatiënten met epilepsie even effectief. Het
is onduidelijk welke glioompatiënten met epilepsie wél en welke níet goed
beschermd kunnen worden met levetiracetam. Een betere selectie vooraf van
glioompatiënten met epilepsie die baat hebben bij behandeling met levetiracetam
zou onnodige en ineffectieve behandeling van sommige patiënten met
levetiracetam kunnen voorkomen. Recent is aangetoond dat het synaptic vesicle
protein 2A (SV2A) de bindingsplaats is voor levetiracetam. Mogelijk is de
expressie van dit SV2A gecorreleerd aan de klinische respons op levetiracetam.
De bepaling van SV2A expressie in hersentumormateriaal zou dan in de toekomst
gebruikt kunnen worden als manier om de respons op levetiracetam te
voorspellen.
Doel van het onderzoek
Is SV2A expressie in chirurgisch verwijderd tumorweefsel en omliggend
hersenweefsel van glioompatiënten met epilepsie gerelateerd aan de klinische
respons op levetiracetam?
Onderzoeksopzet
Multi-centre observationele cohortstudie.
Inschatting van belasting en risico
De met deelname verbonden belasting bestaat uit 1) een aantal extra bezoeken
aan de polikliniek (tenminste op het moment van inclusie, na 3 en 6 maanden
(einde van de studie), 2) invullen van vragenlijsten m.b.t. kwaliteit van leven
aan begin en einde van de studie, 3) bijhouden van een dagboek m.b.t. de ernst
en aantal epileptische aanvallen tijdens de gehele studie (6 maanden), 4)
ondergaan van een aantal neuropsychologische testen aan begin en einde van de
studie, 5) onderzoek d.m.v. magnetoencephalografie (MEG) aan begin en einde van
de studie (alleen voor patiënten geïncludeerd bij het VUmc), 6) afnemen van
bloed aan begin en einde van de studie.
De aan deelname verbonden risiko's zijn minimaal, aangezien levetiracetam
geregistreerd is als monotherapie voor païënten met partiële epileptische
aanvallen, al of niet met secundaire generalisatie, het type epileptische
aanvallen waar glioompatiënten last van hebben. Als patiënten die deelnemen aan
deze studie tijdens de studie een toename van het aantal epileptische aanvallen
krijgen ('refractair' worden), zal overgegaan worden op behandeling met een
ander AED, conform nationale en internationale richtlijnen. Een dergelijke
overgang naar een ander AED zal worden beschouwd als staken van levetiracetam
op grond van inadequate bescherming tegen epileptische aanvallen.
Naar onze mening, zijn de belasting en de risico's verbonden aan deelname aan
deze studie proportioneel aan de mogelijke waarde van deze studie voor de
behandeling van toekomstige glioompatiënten met epilepsie. Uiteindelijk kunnen
de resultaten van deze studie leiden tot een betere selectie van
glioompatiënten met epilepsie die in aanmerking komen voor behandeling met
levetiracetam, op deze manier overbodige behandeling van patiënten voorkómend.
Publiek
Postbus 7057
1007 MB Amsterdam
Nederland
Wetenschappelijk
Postbus 7057
1007 MB Amsterdam
Nederland
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Wij includeren volwassen (>18 jaar) patiënten met een glioom, die pre-operatief leden aan partiële epileptische aanvallen, al of niet met secundaire generalisatie. Patiënten moeten recent (< 42 dagen) een chirurgische ingreep hebben ondergaan i.v.m. het glioom en behandeld worden met levetiracetam monotherapie.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Patiënten die de Nederlandse taal onvoldoende beheersen of niet goed kunnen communiceren (bijvoorbeeld t.g.v. fatische stoornissen) zullen worden geëxcludeerd.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL15305.029.06 |