Het doel van deze studie is onderzoeken of de acute effecten van insuline op de microcirculatie aangedaan zijn bij patiënten met hypertensie en insulineresistentie en bepalen of hierin een rol voor angiotensine II bestaat. Amendement: Het doel van…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Glucosemetabolismestoornissen (incl. diabetes mellitus)
- Vasculaire hypertensieaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Amendement: De primaire uitkomstmaat in dit onderzoek is de bloeddruk.
Secundaire uitkomstmaten
Amendement:
- plasma angiotensineII spiegels
Achtergrond van het onderzoek
Insulineafhankelijke microvasculaire dilatatie bij patiënten met essentiële
hypertensie: mogelijke interacties met angiotensine II.
Er bestaat een verband tussen insulineresistentie en hypertensie, beide
risicofactoren voor hart- en vaatziekten. Beide worden gekenmerkt door
microvasculaire disfunctie, maar het is niet duidelijk of zij elkaar via de
microcirculatie beïnvloeden. Insuline heeft naast een rol in glucose opname,
verschillende effecten op de microcirculatie. Het zorgt voor verwijding van de
weerstandsvaten en de precapillaire arteriolen waardoor de glucose aanvoer naar
de spieren en het oppervlak voor glucose-uitwisseling vergroot wordt. Een
afname in deze vasculaire effecten heeft een afname in insulineafhankelijke
glucose opname tot gevolg.
De lokale activiteit van de vasoconstrictor angiotensine II is verhoogd bij
patiënten met hypertensie. Dit hormoon zorgt o.a. voor vernauwing van de
bloedvaatjes. In eerder onderzoek is aangetoond dat angiotensine II wellicht
een rol speelt in het ontstaan van insulineresistentie bij hypertensie, maar
hoe dit precies werkt is niet duidelijk. Wij denken dat angiotensine II ervoor
zorgt dat de effecten van insuline op de microcirculatie (zoals hierboven
beschreven) in mindere mate zullen optreden. Hierdoor wordt de glucoseopname
verminderd, met hyperinsulinemie en insulineresistentie tot gevolg.
Doel van het onderzoek
Het doel van deze studie is onderzoeken of de acute effecten van insuline op de
microcirculatie aangedaan zijn bij patiënten met hypertensie en
insulineresistentie en bepalen of hierin een rol voor angiotensine II bestaat.
Amendement: Het doel van het amendement is de bloeddrukrespons van angiotensine
II en fenylefrine te onderzoeken, zonder gelijktijdige toediening van insuline.
Onderzoeksopzet
Amendement: De proefpersonen brengen 2 maal nuchter een bezoek aan het AZM.
Tijdens deze twee bezoeken wordt de bloeddruk voorafgaand en tijdens de infusie
(na 30 en 110 minuten) van angiotensine II of fenylefrine gemeten (m.b.v. een
automatische bloeddrukmeter, type Accutorr). Er worden 2 PTFE,
polytetrafluor-oethyleen katheters (Venflon; B-D, Helingborg, Zweden) in de
antecubitale ader van beide onderarmen ingebracht. Angiotensine II (dag1) of
fenylefrine (dag2) (gerandomiseerd) worden toegediend via de kathether in de
niet-dominante arm (dosis en duur (120 min) van infusie zullen gelijk zijn aan
MEC 06-2-074). Gelijktijdig met de meetmomenten van de bloeddruk zullen voor de
bepaling van de plasma angiotensine II spiegels telkens 2 bloedsamples van 5 ml
bloed worden afgenomen uit de katheter in de dominante arm. Dit levert een
totale bloedafname van 30 ml per meting op. De meting zal in totaal ongeveer 3
uur tijd in beslag nemen, er zal minimaal 24 uur tijd tussen de metingen
gepland worden.
Indien het verschil in bloeddrukstijging tussen de twee vaatvernauwende stoffen
zonder insuline blijft bestaan, willen wij de deelnemers die aan dit extra
onderzoek hebben meegedaan vragen om voor een derde meting naar het AZM te
komen. Tijdens deze meting zal de bloeddrukrespons na een lagere dosis (1
ng/kg/min) angiotensine II getest worden, zodat een bloeddrukstijging gelijk
aan die van fenylefrine verondersteld kan worden. De dosering van angiotensine
II zal vervolgens binnen het bovenbeschreven protocol (MEC 06-2-074) naar deze
dosering verlaagd worden. Deelnemers zullen vooraf over deze mogelijke derde
meting worden ingelicht.
Omdat de deelnemers aan protocol MEC 06-2-074 een hoog zoutdieet gebruiken en
de zoutinname de bloeddrukrespons kan beïnvloeden, vragen wij de deelnemers aan
deze extra onderzoeken om wederom 7 dagen voorafgaand aan de eerste meting te
starten met het hoog zoutdieet. En de laatste dag urine te sparen tbv de
compliance meting.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Amendement: Angiotensine II en fenylefrine worden intraveneus geïnfundeerd. Tijdens het onderzoek wordt 6 x 5 ml veneus bloed afgenomen en wordt de bloeddruk en hartslag bepaald met behulp van Accutorr.
Inschatting van belasting en risico
Amendement:
Het inbrengen van de katheters (voor infusie en bloedafname) kan kort als
pijnlijk ervaren en na verwijdering kan een blauwe plek ontstaan, er zijn geen
daadwerkelijke risico's aan verbonden. Er zijn geen risico's verbonden aan de
toediening van angiotensine II en fenylefrine. In totaal wordt er tijdens 1
studiedag 30 ml bloed afgenomen, dit levert geen risco voor de proefpersonen.
De proefpersonen blijven nuchter tijdens de studiedag, uit eerder onderzoek is
gebleken dat dit zware belasting voor een persoon oplevert.
Publiek
Postbus 5800
6202 AZ Maastricht
Nederland
Wetenschappelijk
Postbus 5800
6202 AZ Maastricht
Nederland
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
leeftijd 18-60 jaar, blank, bloeddruk <140/90 mmHg.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Obesitas: BMI > 27 kg/m2, hart- en vaatziekten (beroerte, coronaire arteriële aandoeningen, perifere vasculaire aandoeningen, hartfalen), aangedane glucose tolerantie of diabetes mellitus volgens de criteria van de ADA, roken, alcohol gebruik >4 glazen/dag, gebruik van medicijnen (antihypertensiva, cholesterolverlagers, corticosterioden of NSAID*s) en zwangerschap. Het dragen van contactlenzen is eveneens een exclusiecriteria.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2006-004678-29-NL |
CCMO | NL13408.068.06 |