1. Na te gaan wat de prevalentie is van fundusklierpoliepen bij patiënten die een routine gastroscopie ondergaan2. Na te gaan wat de prevalentie is van dysplasie in deze fundusklierpoliepen3. Na te gaan bij mensen met en zonder fundusklierpoliepen,…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Benigne neoplasmata maagdarmstelsel
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Beschrijven van:
- de prevalentie van fundusklierpoliepen in deze onderzoekspopulatie
- de prevalentie van dysplasie in deze fundusklierpoliepen
- de prevalentie van gastritis, atrofie, intestinale metaplasie, dysplasie en
de aanwezigheid van Helicobacter pylori
- de spiegels van gastrine, pepsinogeen I en II, anti-Helicobacter pylori
antistoffen
- de resultaten van de vragenlijsten
Secundaire uitkomstmaten
n.v.t.
Achtergrond van het onderzoek
Fundusklierpoliepen zijn goedaardige maagpoliepen, die in eerste instantie zijn
beschreven in associatie met het Familiaire Adenomateuze Poliepsyndroom (FAP),
waarbij deze poliepen bij 40-60% van de patiënten worden gevonden. Later bleken
deze poliepen ook sporadisch voor te komen, hetgeen tegenwoordig de meest
voorkomende presentatie is. De in de literatuur beschreven prevalentie van
fundusklierpoliepen varieert tussen 0.5 en 5%, mede door gebruik van
verschillende onderzoekspopulaties. De prevalentie van sporadische
fundusklierpoliepen lijkt toe te nemen, maar dit zou deels verklaard kunnen
worden door gebruik van betere endoscopie-instrumenten en een betere
classificatie van benigne maagpoliepen.
De pathogenese en etiologie van sporadische fundusklierpoliepen zijn nog
onduidelijk. In verschillende studies is een positieve associatie met het
gebruik van protonpompremmers gevonden, maar in andere studies kon deze
associatie niet worden bevestigd. In verscheidene studies werd een negatieve
associatie tussen Helicobacter pylori en fundusklierpoliepen gevonden, maar de
oorzaak hiervan is nog onbekend. Het ontstaan van fundusklierpoliepen lijkt
niet geassocieerd te zijn met verschillende vormen van gastritis.
In sporadische fundusklierpoliepen wordt slechts zelden dysplasie gevonden, in
tegenstelling tot de FAP-geassocieerde fundusklierpoliepen. Er lijkt een
genetisch verschil tussen sporadische en FAP-geassocieerde fundusklierpoliepen.
Bij FAP is sprake van veranderingen in het APC-gen, terwijl bij sporadische
fundusklierpoliepen meestal mutaties in het beta-catenine gen worden gevonden.
Histologisch zijn de beide vormen niet van elkaar te onderscheiden.
Er lijkt een verhoogde incidentie van colorectale adenomen bij mensen met
sporadische fundusklierpoliepen, maar de betekenis hiervan is nog onduidelijk.
Vooralsnog lijkt er geen noodzaak tot screening op colonpoliepen bij mensen met
sporadische fundusklierpoliepen.
Doel van het onderzoek
1. Na te gaan wat de prevalentie is van fundusklierpoliepen bij patiënten die
een routine gastroscopie ondergaan
2. Na te gaan wat de prevalentie is van dysplasie in deze fundusklierpoliepen
3. Na te gaan bij mensen met en zonder fundusklierpoliepen, wat de prevalentie
is van gastritis, atrofie, intestinale metaplasie, dysplasie en aanwezigheid
van Helicobacter pylori
4. Informatie te verkrijgen van mensen met en zonder fundusklierpoliepen over
demografische factoren, medische voorgeschiedenis, ziekten in de familie,
medicatiegebruik, overige intoxicaties en symptomen
5. Informatie te verkrijgen van mensen met en zonder fundusklierpoliepen over
gastrine, pepsinogeen I and II, en anti-Helicobacter pylori antistoffen
Onderzoeksopzet
Alle patiënten die een routine gastroscopie ondergaan, worden geïnformeerd over
het onderzoek en gevraagd om een toestemmingsformulier te ondertekenen.
Alle patiënten met fundusklierpoliepen en getekende informed consent worden
ge-includeerd. Als controle groep worden na elke patiënt met
fundusklierpoliepen, de twee volgende patiënten met getekend informed consent
maar zonder fundusklierpoliepen ge-includeerd.
Tijdens de gastroscopie worden 1-2 biopten uit de gevonden fundusklierpoliepen
genomen, naast 4 standaard maagbiopten (uit antrum en corpus). Verder wordt een
standaard gastroscopie verricht. In de maagbiopten wordt gekeken naar
aanwezigheid van gastritis, atrofie, intestinale metaplasie, dysplasie en
infectie met Helicobacter pylori. In het poliepmateriaal wordt gekeken naar de
aard van de poliep en naar dysplastische veranderingen. Aansluitend aan de
gastroscopie worden de patiënten gevraagd om een kleine vragenlijst in te
vullen, met vragen naar onder meer symptomen, medicatie, intoxicaties, vroegere
ziekten en ziekten in de familie. Tevens wordt een buisje bloed afgenomen voor
onderzoek op gastrine, pepsinogeen I en II, en aanwezigheid van
anti-Helicobacter pylori antistoffen
Inschatting van belasting en risico
Er is geen extra risico verbonden aan deelname aan deze studie. De belasting
voor de proefpersonen wordt gevormd door een mogelijk iets langere duur van de
gastroscopie, het invullen van de vragenlijst en de afname van het buisje bloed.
Publiek
Postbus 2040
3000 CA Rotterdam
Nederland
Wetenschappelijk
Postbus 2040
3000 CA Rotterdam
Nederland
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
leeftijd 18 jaar of ouder
getekende toestemmingsverklaring
cases: aanwezigheid van fundusklierpoliepen bij gastroscopie
controles: geen fundusklierpoliepen aanwezig bij gastrosocpie
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
stollingsstoornis
gebruik van coumarinederivaten indien niet gecorrigeerd ten tijde van de gastroscopie
levercirrose
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL13536.078.06 |