Het vaststellen van het effect van rituximab, wanneer het wordt toegevoegd aan de standaard immunosuppressieve therapie, op de incidentie en ernst van biopsie-bevestigde acute rejectie in de eerste zes maanden na niertransplantatie.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Immuunstoornissen NEG
- Nefropathieën
- Nieren en urinewegen therapeutische verrichtingen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De incidentie en ernst van biopsie-bevestigde acute rejectie in de eerste zes
maanden na transplantatie.
Secundaire uitkomstmaten
- Nierfunctie, geschat als kreatinineklaring op 6 maanden na transplantatie
- Aanwezigheid van chronische transplantaatnefropathie op 6 maanden na
transplantatie
- Cumulatieve incidentie van infecties en maligniteiten op 6 maanden na
transplantatie
- Medische kosten gedurende de eerste 6 maanden na transplantatie
- Patient- en transplantaatoverleving
Achtergrond van het onderzoek
Onze standaardtherapie na niertransplantatie is een combinatie van tacrolimus,
mycofenolaat mofetil en prednison. Met dit regime is de incidentie van acute
rejecties gedaald tot ongeveer 20%. Op de langere termijn gaan veel nieren
echter toch verloren door chronische transplantaat nefropathie. Omdat acute
rejecties hier een belangrijke risicofactor voor vormen, kan verdere verlaging
van de incidentie van acute rejecties de overleving van transplantaatnieren
verbeteren. Huidige srategieen om afstoting te voorkomen zijn vooral gericht op
alloreactieve T cellen. Recent is er meer aandacht gekomen voor de rol van
antistoffen bij acute rejectie. Daarnaast werd aangetoond dat anti-B cel
therapie effectief kan zijn bij aandoeningen waarbij T cellen een belangrijke
rol spelen, zoals reumatoide arthritis. Mogelijk kan dit worden verklaard door
remming van de antigen presenterende functie van B cellen. Wij willen daarom de
effectiviteit en veiligheid testen van de anti-B cel antistof rituximab wanneer
dit wordt gebruikt als profylaxe tegen afstoting na niertransplantatie.
Doel van het onderzoek
Het vaststellen van het effect van rituximab, wanneer het wordt toegevoegd aan
de standaard immunosuppressieve therapie, op de incidentie en ernst van
biopsie-bevestigde acute rejectie in de eerste zes maanden na
niertransplantatie.
Onderzoeksopzet
Dubbel-blinde, placebo-gecontroleerde interventie studie.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Een groep wordt behandeld met een enkele dosis rituximab van 375 mg/m2 intraveneus ten tijde van de transplantatie, en de andere groep ontvangt een placebo-infuus.
Inschatting van belasting en risico
De belangrijkste risico's zijn gerelateerd aan bijwerkingen van rituximab die
kunnen worden verdeeld in infusiereacties (koorts, hoesten, bloeddrukdaling) en
een potentieel verhoogde kans op infecties. Er vinden geen extra
ziekenhuisbezoeken of extra medische procedures plaats bij deelname aan het
onderzoek. Wel zal bij een aantal geplande bloedafname momenten de hoeveelheid
af te nemen bloed hoger zijn (circa 150 ml in een periode van 2 jaar).
Publiek
Postbus 9101
6500 HB Nijmegen
NL
Wetenschappelijk
Postbus 9101
6500 HB Nijmegen
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Niertransplantatiepatienten die 18 jaar of ouder zijn
2. Vrouwelijke patienten die zwanger zouden kunnen zijn moeten een negatieve zwangerschapstest hebben voor randomisering. Voorts moeten vrouwelijke patienten die zwanger zouden kunnen worden een acceptabele methode van anticonceptie gebruiken gedurende een jaar na toediening van rituximab.
3. Gedateerd en getekend informed consent.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Ontvangers van een nier van een HLA-identieke levende donor
2. Patienten met HUS als oorspronkelijke nierziekte
3. Patienten met FSGS met daarbij een recurrens in een eerder transplantaat
4. Patienten met meer dan twee eerder gefaalde niertransplantaten en/of PRA > 85%.
5. Eerdere behandeling met anti-CD20 antistoffen
6. Diabetes mellitus die op het moment van inclusie niet behandeld wordt met insuline.
7. Leucocyten < 3*10e9/l of Trombocyten < 75*10e9/l
8. Actieve infectie met hepatitis B, hepatitis C, of HIV.
9. Tuberculose in de voorgeschiedenis
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2007-001604-20-NL |
CCMO | NL17180.091.07 |