Het doel van deze studie is vierledig:(1) Het primaire doel is de constructvalidering van de ZKM-typologie.(2) Het tweede doel betreft de exploratie naar de idiografische narratieve assessment van depressie.(3) Het derde doel betreft de exploratie…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
- Stemmingsstoornissen en -afwijkingen NEG
- Levensstijlaangelegenheden
Synoniemen aandoening
Aandoening
hechtings- en interpersoonlijke relaties
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
ZKM-maten: Gemiddelden op Zelf, Ander, Positieve en Negatieve affectschalen;
Percentages van 6 type waardegebieden (kracht & eenheid, autonomie & succes,
agressie & boosheid, machteloosheid & isolement, onvervuld verlangen & verlies,
eenheid & liefde).
Vragenlijsten: (A) Interpersoonlijk gedrag: acht subschalen die te herleiden
zijn tot twee bipolaire hoofddimensies (onderdanigheid versus dominantie,
vijandigheid versus vriendelijkheid). (B) Vier hechtingstijl-subschalen
(veilig, gepreoccupeerd, vermijdend, angstig); (C1) Depressie: anaclitische
subschalen (bezorgheid over wat anderen van je vinden, afhankelijkheid, anderen
tevreden stellen); (C2) Depressie - drie introjectieve subschalen
(perfectionisme/zelfkritiek, behoefte aan controle, defensieve
onafhankelijkheid).
Secundaire uitkomstmaten
Teksten van de waardegebieden
Achtergrond van het onderzoek
De Zelfkonfrontatiemethode (ZKM, Hermans & Hermans-Jansen, 1995), gebaseerd op
de waarderingstheorie, is een vorm van counseling of hulpverlening waarbij (de
thematiek in) het verhaal van een persoon centraal staat. Het doel is om
zelf-reflectie op gang te brengen zodat de persoon in zijn/haar verhaal
affectieve patronen leert onderscheiden die te maken hebben met twee
grondmotieven: (a) "het streven naar zelfbevestiging" (Zelf-motief, bijv.
krachtigheid, zelfverzekerdheid), en (b) "het streven naar verbondenheid met
iets of iemand anders" (Ander-motief, bijv. liefde, tederheid). Een belangrijk
gevolg van deze vorm van zelfreflectie is dat centrale thema's naar voren
kunnen komen
die aanknopingspunten bieden voor persoonlijke ontwikkeling. Het is
gebruikelijk om waarderingen te groeperen in een typologie die bestaat uit zes
fundamentele ervaringen, die elk een thema representeren op een dieper (latent)
niveau. Deze studie richt zich op de constructvaliditeit van deze
ZKM-typologie. Concepten uit de waarderingstheorie worden vergeleken met
concepten uit andere theoreën die eveneens een fundamentele tweedeling maken in
het "(ontwikkelen) van een zelf(beeld)" en "het aangaan van relaties met
anderen".
(A) De Zelf en Ander schalen in de ZKM weerspiegelen de bipolaire
dimensies uit de interpersoonlijke theorie (bijv., Wiggins, 1979):
onderdaningheid vs. dominantie, en vijandigheid vs. vriendelijkheid. Van Geel
(2000) heeft gewezen op de theoretische overeenkomst tussen de hexagonale
configuratie van de zes basiservaringen (ZKM-typologie) en het interpersoonlijk
circumplex (p. 12).
(B) Het onderscheid tussen zelf en ander is opvallend in de hechtingstheorie
waarin vier prototypen in hechtingsrelaties worden gemaakt op basis van twee
bipolaire dimensies: "negatief vs. positief beeld van zichzelf" en "negatief
vs. positief beeld van anderen" (Brennan, Clarck & Shaver, 1998). (C) Hermans
en Hermans-Jansen (1995) beschrijven drie vormen van depressie. Theoretisch
gezien vertoont de "depressie met geïntensiveerde rouw" (prominente
aanwezigheid van ZKM-thema "onvervuld verlangen") gelijkenis met de
anaclitische depressie die voortkomt uit een overdreven vertrouwen en
investering in belangrijke anderen, samengaand met de intense behoefte aan
acceptatie door en liefde van anderen. De "depressie met zelfgerichte
vijandigheid* (eenzijdig ZKM-thema "agressie en boosheid") komt voort uit een
overdreven investering in persoonlijke prestatie, excessief verlangen naar
succes en controle, gekoppeld aan stringente normen en meedogenloze zelfkritiek
in het geval gestelde normen niet gehaald worden (Alden & Bieling, 1996; Beck,
1983; Blatt, 1974; Nietzel & Harris, 1990).
Doel van het onderzoek
Het doel van deze studie is vierledig:
(1) Het primaire doel is de constructvalidering van de ZKM-typologie.
(2) Het tweede doel betreft de exploratie naar de idiografische narratieve
assessment van depressie.
(3) Het derde doel betreft de exploratie naar de idiografische narratieve
assessment van hechtingsrelaties.
(4) Het vierde doel is om de ZKM-praktijk te verrijken met begripppen (en
thema's) uit de hechtingstheorie en cognitieve depressietheorie.
Onderzoeksopzet
Het onderzoek "correlationeel" qua opzet.
Inschatting van belasting en risico
Belasting: personen besteden ongeveer 8 uur aan gesprekken (6 uur) en invullen
van vragenlijsten (2 uur, thuis). Risico: Gewoonlijk komen persoonlijke en
intieme onderwerpen ter sprake, waaronder soms ook pijnlijke ervaringen uit
het verleden of heden. Een goed getrainde sensitieve helper moet in staat zijn
om de noodzakelijke ondersteuning te bieden.
Publiek
Postbus 6870
6503 GJ Nijmegen
Nederland
Wetenschappelijk
Postbus 6870
6503 GJ Nijmegen
Nederland
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Bereidheid om een compleet ZKM-zelfonderzoek te doen
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
recente psychiatrische problematiek
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL16402.097.07 |