1. Wat is de prevalentie van MRSA onder kalverhouders, verzorgers en gezinsleden?2.Wat is de prevalentie van MRSA onder kalveren? Wat is de prevalentie van MRSA van de op het bedrijf aanwezig andere (huis)dieren?3. Is de huidige monsternametechniek…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Bacteriële infectieziekten
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Prevalentie van MRSA bij kalverhouders, hun familie, eventuele medewerkers
kalveren en andere (huis)dieren op de kalverhouderij.
Secundaire uitkomstmaten
Risco factoren voor MRSA dragerschap in de kalverhouderij
Achtergrond van het onderzoek
Titel: Methicilline Resistente Staphyloccoccus aureus in de kalverhouderij
MRSA (Methicilline Resistente Staphylococcus aureus) is bekend als de
ziekenhuisbacterie, die schade geeft vanwege resistentie tegen een groot aantal
antibiotica. In Nederland komt de bacterie onder de standaard bevolking
relatief weinig voor (<1%). De lage prevalentie in Nederland kan voornamelijk
verklaard worden door het nationale *search en destroy* beleid in combinatie
met de het restrictieve antibioticabeleid. Het lage antibioticagebruik
limiteert mogelijk de selectie van resistente micro-organismen waaronder S.
aureus.
Sinds 1995 worden er in Nederland MRSA uitbraken waargenomen die niet
gerelateerd kunnen worden aan patiënten met de bekende risicofactoren. Het
betreft MRSA typen die buiten het ziekenhuismilieu circuleren (community
acquired MRSA). Het is mogelijk dat het huidige *search en destroy* beleid niet
toereikend is, met als consequentie dat meerdere uitbraken kunnen volgen.
Recent is gebleken dat een (aanvankelijk) niet typeerbare MRSA (NT-MRSA) met
name voorkomt bij varkenshouders, dierenartsen en slachthuispersoneel en
waarschijnlijk ook bij andere dierhouders en hun relaties. Eveneens is
vastgesteld dat ook NT-MRSA voorkomt bij werknemers en eigenaren van bedrijven
van kalvermesterijen. Sindsdien wordt (afhankelijk van het ziekenhuis) degene
die intensief in contact is met varkens bij opname in een ziekenhuis
afgezonderd, totdat gebleken is dat men negatief is voor MRSA. Deze maatregelen
dreigen voor andere groepen dierhouders. De MRSA-stammen die het hier betreft
hebben een gemeenschappelijke karakteristiek: met het gangbare protocol voor
Pulsed Field Gel Electrophoresis (PFGE), een moleculaire techniek die gebruikt
wordt om **fingerprints** te genereren van MRSA, geven ze geen patroon en
worden daarom NT-MRSA genoemd (non-typable-MRSA). Met een alternatieve
PFGE-methode, en met andere typeringsmethoden (Spa-typering) zijn deze stammen
wel typeerbaar.
Onderzoek naar het voorkomen van MRSA onder dieren en mensen wordt noodzakelijk
geacht om inzicht te krijgen in de omvang van de problematiek (prevalentie). Om
eventuele maatregelen te kunnen onderbouwen is onderzoek naar risicofactoren
onontbeerlijk. Reeds is een onderzoek gestart onder varkenshouders. Ook in de
kalversector is dit type onderzoek nodig.
Omdat MRSA veelal geassocieerd is met respiratoir dragerschap is ook de rol van
stof in de transmissie van groot belang (stof als vector). Recente studies
geven aan dat transmissie binnen en tussen bedrijven door de lucht mogelijk en
waarschijnlijk is. Naast verplaatsing door de lucht zijn insleep in stallen
(van stal naar stal) zijn persoonlijke hygiëne en *good housekeeping* mogelijk
bepalende factoren.
Doel van het onderzoek
1. Wat is de prevalentie van MRSA onder kalverhouders, verzorgers en
gezinsleden?
2.Wat is de prevalentie van MRSA onder kalveren? Wat is de prevalentie van MRSA
van de op het bedrijf aanwezig andere (huis)dieren?
3. Is de huidige monsternametechniek (neusswab) toereikend genoeg om MRSA
besmetting vast te stellen in dieren (kalveren)?
4. Is er een samenhang tussen de prevalentie van MRSA bij dieren en mensen?
Komt de typering van MRSA in mensen overeen met die van de dieren?
5. Wat zijn de determinanten van het voorkomen van MRSA? Is er een verband
tussen het voorkomen van MRSA en specifieke bedrijfskenmerken?
6. Wat zijn transmissieroutes van MRSA?
7. Wanneer wordt MRSA op het kalverbedrijf geïntroduceerd?
8. Hoe verloopt een MRSA besmetting op een kalverbedrijf over de tijd.
Onderzoeksopzet
Cross-sectioneel:
Er zullen 100 bedrijven benaderd worden door middel van een brief waarin om hun
medewerking wordt gevraagd. Tevens zullen wij een informatiebrochure toesturen.
Een week na verzending van de brief zullen wij telefonisch contact opnemen en -
indien men bereid is deel te nemen- zal een afspraak gemaakt voor een
bedrijfsbezoek, waarbij het onderzoek uitgevoerd kan worden.
Per bedrijf worden vragenlijsten ingevuld en een neusswab genomen van zowel de
mensen,de kalveren en de andere (huis)dieren op het bedrijf. De vragenlijst is
gericht op het uitvragen van risicofactoren waaronder het land van oorsprong
van de dieren, het antibioticum gebruik, bedrijfsvoering en het vaststellen van
bedrijfskenmerken (huisvesting, voeding, ventilatie e.d.). Specifieke
aandachtspunten zijn de toedieningswijze van antibiotica en de condities
waaronder dit plaatsvindt (poeder, andere formulering, gebruik persoonlijke
beschermingsmiddelen), en het ontsmettingsregime. De vragenlijst naar
risicofactoren is opgesteld in overleg met de sector.
Naast vragen over specifieke bedrijfskenmerken zullen de kalverhouders,
gezinsleden en werknemers ook vragen gesteld worden over het contact met
dieren, leefgewoonten, ziektehistorie en activiteiten op het bedrijf.
Met de neusswabs kan MRSA dragerschap vastgesteld worden.
Longitudinaal:
In aanvulling op het cross-sectionele onderzoek wordt een longitudinaal
onderzoek uitgevoerd om na te gaan of een aanwezige MRSA besmetting aanwezig
blijft, of ontstaat tijdens de mestperiode. Het longitudinale onderzoek vindt
plaats bij circa 20 van de deelnemende bedrijven uit het cross-sectionele
onderzoek. De geselecteerde bedrijven, bestaande uit zowel positieve (circa
15) als negatieve MRSA (circa 5) bedrijven uit zowel de blankvlees- als
rosvleessector; tevens is het al dan niet gebruiken van een "startkuur" een
selectiecriteria. Het gebruik van o.a. antibiotica zal verder gemonitord worden
door middel van vragenlijsten. Op deze manier kan de invloed worden nagegaan
van de toepassingen van verschillende groepen antibiotica. Wanneer alle
kalveren op een bedrijf een antibiotica kuur krijgen zullen voor en na de kuur
extra neusswabs van de dieren worden genomen.
De bedrijven zullen gedurende een periode van 1 jaar gevolgd worden. In het
geval van de blankvleessector kunnen 2 cycli kalveren bekeken worden. Op 3
verschillende momenten (in de 1e week na opzet, na 3 maanden en na 6 maanden)
per cyclus (= 6 momenten per jaar) zullen opnieuw lucht- en stofmonsters van
het bedrijf genomen worden. Daarnaast zullen er op ieder specifiek moment
neusswabs van dieren en mensen (medewerkers kalverbedrijf) verzameld worden.
Eventueel zou een extra meting plaats kunnen vinden in de periode van leegstand
tussen 2 cylci kalveren. Hierbij kan in het bijzonder gekeken worden naar de
effecten van het al dan niet reinigen of desinfecteren tijdens de periode van
leegstand. Op bovenstaande manier kan het verloop van een eventuele MRSA
besmetting vastgesteld worden. Ook zullen 6 herhaalde metingen plaatsvinden op
bedrijven uit de rosevleessector. De specifieke momenten worden in overleg met
de sector vastgesteld. Naast monsters uit de stallen van het bedrijf zullen ook
stofmonsters uit de woningen van de boeren genomen worden.
Inschatting van belasting en risico
De onderzoekster brengt een bezoek aan de kalverhouderijen en neemt neusswabs
van iedere deelnemer die hiervoor toestemming heeft gegeven. Per deelnemer zal
de maximale tijdsbelasting 30 minuten zijn per bezoek. het afnemen van de
vragenlijsten en neusswabs brengt weinig belasting en risico's met zich mee.
Publiek
Jenalaan 18d
3584 CK
NL
Wetenschappelijk
Jenalaan 18d
3584 CK
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Eigenaar van Kalverhouderij + gezinsleden of eventuele werknemers van het kalverbedrijf.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
geen
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL17195.041.07 |