Deze studie zal een aantal mechanismen onderzoeken die mogelijk betrokken zijn bij RBC ( en HLA/HPA) alloimmunisatie, met het doel risicofactoren voor alloimmunisatie tegen specifieke RBC antigenen te definieren. Deze resultaten kunnen leiden tot…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Foetale complicaties
- Ontwikkelingsstoornissen NEG
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Identificeren van MCH klasse II allelen, de geassocieerd zijn met de
aan/af-wezigheid van specifieke RBC antistoffen, in een hoog-geïmmuniseerde
populatie bestaande uit vrouwen na IUT behandeling
Bestuderen van de neuromotorische en cognitieve ontwikkeling en psychosociaal
welbevinden in een grote groep van kinderen behandeld met IUT voor foetale
anemie.
Secundaire uitkomstmaten
- Chimerisme: onderzoeken of antistoffen die na de bevalling aantoonbaar waren
nog persisteren en in hoeverre antigenen van de foetus en/of de IUT donor
verantwoordelijk waren voor antistofvorming. Evalueren of foetaal/donor
chimerisme geassocieerd is met antistofpersistentie.
- Hoog en laag responders: onderzoeken in hoeverre de moeders die multiple
antistoffen hadden gevormd ook hoog-responders zijn tegen HLA en HPA antigenen.
- Andere genetische factoren: onderzoeken of en welke polymorfe genen betrokken
bij costimulatie van APC-T cell activatie en T-B cell interacties
antistofvorming beïnvloeden.
- Lange-termijn uitkomst: factoren, zoals foetale leeftijd bij geboorte,
oorzaak en ernst van foetale anemie, aanwezigheid en ernst van hydrops, aantal
IUT procedures, onderzoeken die lange-termijn uitkomst nadelig beïnvloeden.
- Lange-termijn gezondheids effecten: met behulp van een vragenlijst in
hoeverre ten gevolge van de IUT behandeling deviaties in het moederlijke
immuunsysteem zijn opgetreden (autoimmuun ziekten)
Achtergrond van het onderzoek
De pijler voor de behandeling voor foetale anemie is intra-uteriene
bloedtransfusie (IUT). Het Leids Universitair Medisch Centrum is het Nationaal
centrum voor de behandeling van zwangerschappen gecompliceerd door ernstige
foetale anemie. De belangrijkste oorzaken voor foetale anemie zijn maternale
alloimmunisatie en, minder frequent, Parvo B19 infectie en foeto-maternale
bloeding (FMH).
Alloimmunisatie is een belangrijk transfusie probleem en transfusies kunnen
meerdere (RBC, HLA en HPA) alloantistoffen induceren. Sommige ontvangers van
transfusies lijken meer *voorbestemd* voor antistofvorming, maar de mechanismen
betrokken bij RBC alloimmunisatie zijn nauwelijks onderzocht. IUT voor de
behandeling van alloimmuun hemolytische ziekte van de foetus zijn geassocieerd
met een hoog immunisatie risico, ondanks de meestal maar enkele milliliters
grote foeto-maternale bloeding. In een cohort van 300 vrouwen bleek 25%
additionele antistoffen te hebben gevormd na IUT en na de zwangerschap hadden
meer dan 70% multiple RBC antistoffen. Hoewel niet systematisch bestudeerd,
lijken door zwangerschap geïnduceerde antistoffen, in tegenstelling tot door
transfusie geïnduceerde antistoffen, vele jaren te persisteren. Deze
antistoffen compliceren zowel transfusies alsook toekomstige zwangerschappen.
Hoewel gegevens ontbreken, is het mogelijk dat immunologische veranderingen
tijdens de zwangerschap antistofvorming bevorderen. IUTs zijn geassocieerd met
FMH, waarbij niet alleen donor cellen, maar ook viabele HLA-haplo-identieke
foetale bloed cellen in de circulatie van de moeder terecht komen. Tevens is
bekend dat patiënten die RBC antistoffen hebben gevormd zgn. high-responders
zijn met een 20-keer verhoogd risico op additionele antistofvorming. Het is
onbekend in hoeverre een combinatie van bovengenoemde factoren antistofvorming
bevorderen en of post-zwangerschap chimerisme bijdraagt aan een voortdurende
antistof productie.
De meeste onderzoeksgroepen, inclusief de onze, rapporteren tegenwoordig een
>90% perinatale overleving na IUT behandeling voor maternale RBC
alloimmunisatie. Omdat de perinatale overleving verbetert, wordt de aandacht
meer gevestigd op korte- en lange-termijn uitkomsten in de overlevende
kinderen. Momenteel hebben slechts een beperkt aantal studies gerapporteerd
over de lange-termijn neurologische ontwikkeling. De belangrijkste beperking
van deze studies is het kleine aantal (16-69) geincludeerde patiënten. Daarbij,
hoewel hydrops geassocieerd is met verhoogde mortaliteit, is er weinig bekend
over een mogelijke associatie tussen de ernst van de anemie en lange-termijn
neurologisch ontwikkeling.
Doel van het onderzoek
Deze studie zal een aantal mechanismen onderzoeken die mogelijk betrokken zijn
bij RBC ( en HLA/HPA) alloimmunisatie, met het doel risicofactoren voor
alloimmunisatie tegen specifieke RBC antigenen te definieren. Deze resultaten
kunnen leiden tot wijziging van het transfusiebeleid, met name het voorkomen
van bepaalde mismatches, waardoor de transfusieveiligheid verhoogd wordt.
Tevens creert deze studie de mogelijk om factoren te onderzoeken die tot
persistentie van antistoffen, gericht tegen foetale of donor erytrocyten,
leiden.
Het tweede doel van het onderzoek betreft het bestuderen van lange-termijn
neuro-motorische, cognitieve en psychologische ontwikkeling in een grote groep
van kinderen die behandeld zijn met IUT voor foetale anemie.
Additioneel, het contact na 20-jaar of meer, biedt de kans om lange-termijn
gezondheidsbeloop na transfusie te evalueren in de moeders. Dit is met name
interessant omdat chimerisme geassocieerd wordt met autoimmuun ziekten in
vrouwen.
Onderzoeksopzet
Observationeel cohort onderzoek
Alle vrouwen met hun kinderen, die de afgelopen 20 met intra-uteriene
transfusie voor ernstige anemie zijn behandeld, worden gevraagd om in het
onderzoek te participeren. Na het verkrijgen van informed consent, wordt bloed
afgenomen. Van de hele jongen kinderen wordt, i.p.v. een bloedmonster,
materiaal verkregen van mondslijmvlies of speeksel.
Tijdens het bezoek worden bij de kinderen een lichamelijk en gestandaardiseerd
neurologisch onderzoek gedaan.
De moeders en kinderen worden gevraagd om vragenlijsten in te vullen.
Inschatting van belasting en risico
Personen die meewerken aan het onderzoek worden uitgenodigd naar het LUMC te
komen, waar de bloed/slijmvlies/speeksel afname plaats vindt en de
vragenlijsten worden ingevuld. Tijdens dit bezoek worden tevens lichamelijk en
gestandaardiseerd neurologisch onderzoek plaats.
De risico*s beperken zich tot de routine bloedafname die uitgevoerd wordt door
gekwalificeerd personeel.
Participatie aan het onderzoek heeft voor de deelnemers geen direct voordeel.
Publiek
Plesmanlaan 1a
2333 BZ Leiden
NL
Wetenschappelijk
Plesmanlaan 1a
2333 BZ Leiden
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Moeders en hun kinderen die behandeld zijn met intra-uteriene transfusie
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Geen
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL21240.058.08 |