Kan het regeneratief vermogen van stamcel compartiment na hoge dosis chemotherapie verbeterd worden door het autologe stamcel transplantaat te infunderen in de beenmergholte.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Niet-hemolytische anemieën en beenmergdepressie
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
-Duur van de granulocytopenie (<0.1 x 109/l, <0.5 x 109/l) en trombocytopenie
(<10 x 109/l, 20 x 109/l) in dagen. Transfusie onafhankelijkheid van
trombocyten transfusie en erytrocyten transfusie in dagen.
- Het optreden van een graft failure, gedefinieerd als <=0.5x109/l granulocyten
6 weken na stamcel reïnfusie.
-Beoordeling van beenmergfunctie 6-9 maanden na de ASCT. Dit zal plaatsvinden
door middel van in-vitro onderzoeken van het beenmerg aspiraat en door het
verrichten van FLT-PET.
Secundaire uitkomstmaten
N.v.t.
Achtergrond van het onderzoek
Autologe stamceltransplantatie (ASCT) wordt veelvuldig gebruikt voor de
behandeling van patiënten met een multipel myeloom (MM) of een recidief
lymfoom. Een ASCT bestaat uit een behandeling van hoge dosering chemotherapie
gevolgd door een re-infusie van autologe stamcellen. De re-infusie van
stamcellen is noodzakelijk voor het herstel van de perifere bloedwaarden. De
toegediende stamcellen zijn voorafgaand aan deze behandeling verzameld tijdens
een zgn. *stamcel mobilisatie* procedure. Hierbij verplaatsen zich stamcellen
tijdens de regeneratie fase van beenmerg naar het perifere bloed waaruit deze
vervolgens worden verzameld middels een leukaferese procedure. Dit onder de
invloed van een hematopoietische groeifactor. Tijdens deze procedure worden ten
minste >5 x 106 CD34+ verzameld. Tijdens de autologe re-infusie worden de
verzamelde cellen niet geïnfundeerd in de beenmergholte hoewel zij
oorspronkelijk daar wel vandaan komen, maar in de bloedbaan. Deze behandeling
zorgt ervoor dat uiteindelijk na 14-21 dagen na de stamcel re-infusie een
geleidelijk herstel optreedt van de perifere bloedwaarden. Volledige
normalisering vindt niet bij alle patiënten plaats. Uit eigen onderzoek is naar
voren gekomen dat volledige normalisering van alle drie cellijnen slechts
plaats vindt in een kleine groep van de patiënten waarbij mogelijk ook nog een
leeftijdsafhankelijk effect aanwezig is. Deze gegevens betekenen dat er
beperkingen zijn aan het regeneratieve vermogen van het beenmerg compartiment
en dat dit vooral beperkend kan zijn als er opnieuw chemotherapie gegeven moet
worden wegens het opnieuw optreden van ziekteactiviteit.
Recent is uit muizen en humane studies gebleken dat de herstel periode en
*steady state* hematopoiese mogelijk wel verbeterd kan worden als de stamcellen
direct in de beenmergholte wordt geïnfundeerd. Het voordeel hierbij is dat
stamcellen die niet de eigenschap hebben om zich via de bloedbaan te nestelen
in de beenmergholte zich daar dan wel gaan ontwikkelen. Bovendien worden met
deze methode ook cellen in het beenmerg geplaatst die een ondersteunende rol
vervullen in de ontwikkeling van hematopoietisch systeem, bijvoorbeeld
mesenchymale cellen. Bij de intraveneuze injectie van het transplantaat blijven
deze bloedcellen namelijk hangen in het longvaat bed. Al deze factoren spelen
een gunstige rol bij de herstelmogelijkheden van het stamcel compartiment
indien het autologe transplantaat direct in de beenmergholte wordt gespoten.
Het is bij de volwassene relatief eenvoudig om stamcellen terug te plaatsen in
de beenmergholte. Door middel van een Jamshidi naald kan via de spina iliaca
anterior superior de beenmergholte aangeprikt worden. Hierdoor kan minstens
20-25 ml vloeistof/min geïnfundeerd worden. Dit is een bekende methode om
vloeistof te infunderen in het lichaam als er geen beschikking is over een
toegankelijk bloedvat.
Doel van het onderzoek
Kan het regeneratief vermogen van stamcel compartiment na hoge dosis
chemotherapie verbeterd worden door het autologe stamcel transplantaat te
infunderen in de beenmergholte.
Onderzoeksopzet
Pilot study.
De haalbaarheid van het infunderen van het stamcel transplantaat zal
geëvalueerd worden in 15 patiënten die in aanmerking komen voor stamcel
transplantatie wegens MM of lymfoom.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Het direct toedienen van het stamceltransplantaat in de beenmergholte.
Inschatting van belasting en risico
- Aanprikken van de spina iliaca; hieraan voorafgaand wordt een onderhuidse
verdoving gegeven.
- Het niet aanslaan van het transplantaat. Indien 42 dagen na de transplantatie
geen herstel is opgetreden van granulocyten (<0.1 x 109/l) en trombocyten (10 x
<109/l) zonder dat daarbij een andere oorzaak is aan te wijzen dan zal een
volwaardig stamcel transplantaat (>5 x 106 CD34+ cellen/kg) geïnfundeerd worden
via de bloedbaan.
- Infectie van het bekken.
- Verrichten van een FLT-PET.
Publiek
Hanzeplein 1
9713 GZ Groningen
NL
Wetenschappelijk
Hanzeplein 1
9713 GZ Groningen
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
-Patiënten (n=15) met een MM of een recidief lymfoom die in aanmerking komen voor een ASCT. De conditionering bestaat uit hoge dosis melfalan bij het MM (200 mg/m2) of BEAM bij patiënten met een recidief lymfoom.
-Tenminste moet bij de leukaferese procedure 10 x 106 CD34+ cellen/kg verzameld zijn. Aan de patiënt wordt 5 x 106 CD34+ cellen/kg terug gegeven.
-Bij de patiënten moet eenvoudig de spina iliaca anterior superior benaderd kunnen worden.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- verkregen transplantaat (<10x106 CD34+ cells/kg)
- radiotherapie op het bekken
- infectieuze complicaties van het bekken
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2008-003537-25-NL |
CCMO | NL20975.000.08 |