Het doel van dit onderzoek is de bestudering van mogelijke verschillen in BOLD activiteit in bij motorische controle en coordinatie (motor cortex, Supplementary Motor Area, mediale cerebellum) betrokken hersengebieden, evenals taal gebieden (Broca,…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
Synoniemen aandoening
Aandoening
spraakstoornissen, vloeiendheidsstoornissen
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Blood-Oxygen-Level Dependent (BOLD) fMRI activiteit in hersengebieden betrokken
bij spraak motorische en taal planning en uitvoer worden bestudeerd bij
broddelaars, stotteraars en personen met een mix van deze stoornissen. Als
broddelen een linguistische vleoiendheidsstoornis is zullen andere BOLD niveaus
waargenomen worden in hersengebieden waarvan bekend is dat zij betrokken zijn
bij taalproductie. Gedurende spreektaken met complexe multisyllabische woorden
zullen personen die broddelen waarschijnlijk ook een van stotteraars
verschillend activatie niveau hebben in gebieden betrokken bij de
spraakmotorische planning (Supplementary motor area). Deze verschillen in
activatie niveuas kunnen een aanwijzing zijn voor problemen in spraak
motorishce planning op een hoger taal niveau in personen die broddelen. Als
broddelen een vloeiendheidsstoornis welke is gebaseerd op automatiserings of
aandachtsfocusing zullen andere BOLD activities gezien worden in gebieden
betrokken bij automatisering (cerebellum) en aandachtsfocusing (thalamus).
Indien bovenstaande het geval is mag verondersteld worden dat broddelen een
andere pathogenese heeft dan stotteren.
Secundaire uitkomstmaten
Gegevens betreffende articulatie snelheid, accuraatheid en gelijkmatigheid en
frequentie en type niet-vloeiendheid worden vastgesteld in monoloog, lezen en
oraal motorische coordinatie op syllabe en woord niveau.
Taalproductiemogelijkheden in geschreven taal worden geanalyseerd op basis van
een schrijfstaal.
Achtergrond van het onderzoek
Als het zo is, als wordt verondersteld, dat broddelen en stotteren
verschillende stoornissen zijn, zal er
een ander fMRI-beeld gevonden worden tijdens het uitvoeren van een spreektaak
bij de zuivere
vormen van beide stoornissen. Met behulp van de uitvoer van een spreektaak kan
bij het afnemen van
een fMRI-onderzoek gespeculeerd worden over het stellen van de
differentiaaldiagnose bij broddelen
en stotteren door het weergeven van de hersenactiviteit. Aan de hand van de
gebieden waar
hersenactiviteit wordt weergegeven kan bepaald worden of de verschillende
theorieën over de
stoornissen broddelen en stotteren juist zijn.
Bij het hardop lezen van woorden werd naast verhoogde activiteit in de
supplementary motor area (SMA) van de rechter hemisfeer (Ingham et al., 2000)
en de primaire motorische cortex (Fox et al., 1996 en 2000; Ingham et al.,
2000; Fiez, 2001) van beide hemisferen ook verhoogde activiteit in de Lobus
Frontalis (Viswanath et al, 2003; Neumann et al., 2003; als Preibisch et al.,
2003) en verminderde activiteit in de gyrus precentralis (zowel links als
rechts) en de gyrus postcentralis van de linker hemisfeer (Viswanath et al,
2003) en de operculum frontalis van de rechterhemisfeer (Neumann et al., 2003
en Preibisch et al.) genoemd bij personen die stotteren. De activeit in
bovengenoemde personen die broddelen is tot op heden nog nooit eerder
wetenschappelijk onderzocht.
Er wordt verodnersteld dat broddelen veroorzaakt wordt door een stoornis in de
seriele spraakplanning, waarin eerder geplande syllabe reeksen interfereren met
later geplande syllabes, leidend tot normale niet-vloeiendheden.
Alm (2006) referereerd in dit kader aan een stoornis in het *stop-signal* van
motorische executie, bij broddelen. Stotteren kan in dit kader gezien worden
als een stoornis in het starten van de motorische executie van al eerder
geplande syllabes, leidend tot stotter niet-vloeiendheden.
Doel van het onderzoek
Het doel van dit onderzoek is de bestudering van mogelijke verschillen in BOLD
activiteit in bij motorische controle en coordinatie (motor cortex,
Supplementary Motor Area, mediale cerebellum) betrokken hersengebieden, evenals
taal gebieden (Broca, Wernicke) tijdens de uitvoer van een reeks spreektaken
(toenemend in motorische complexiteit) in personen die broddelen vergeleken met
personen die stotteren, ten einde uitspraken te kunnen doen over de
onderliggende neurolinguistische processen bij deze vloeiendheidsstoornissen.
Onderzoeksopzet
Het fMRI-onderzoek ten behoeve van differentiaaldiagnostiek bij broddelen en
stotteren is een
observationeel onderzoek. Voor dit onderzoek zijn verschillende spreektaken
ontwikkeld.
Tijdens het uitvoeren van de verschillende onderdelen van de spreektaak wordt
de hersenactiviteit bij
beide groepen geobserveerd. Specifiek willen we beoordelen of (1) de
spraakplanning van personen die broddelen een teken zijn van andere
onderliggende problemen in motorische executie vegeleken met personen die
stotteren (2) de problemen in spraakproductie van broddelaars een effect zijn
van gereduceerde aandacht voor spraakmotorische planning? (3) het activiteiten
niveau van hersen gebeiden verantwoordelijk voor taalplanning verschillen bij
broddelaars ten opzichte van die van stotteraars?
Aangezien verondersteld wordt dat zowel motorische als linguistische processen
broddelen kunnen veroorzaken (Ward, 2006) werd een dynamisch paradigma
ontwikkeld met zowel spraak als talige componenten. Om de activiteit van de
visuele cortex te filteren werd het spraak talige paradigma gespiegeld door een
visueel paradigma. Gebruikmakend van een block-design, worden de proefpersonen
onderworpen aan drie experimenten met spreek taken of het lezen van reeksen
symbolen.fMRI opnames starten met opnames van rust (anatomische scan), gevolgd
door opnamen uit experiment (lezen van symbool reeksen), rust, experiment
(uitspreken van woorden) en afgelsoten met rust. Binnen elk experiment, werden
4 opnamen gemaakt in een geshuffelde volgorde. Alle woorden en symbool reeksen
werden gepresenteerd in the MRI-scanner met behulp van *Presentation* en
spiegels op een groot scherm. Presentation produceerde pulses vanuit externe
devices door de poort device en maakte het starten van stimulus sequences op
eenspecifieke pulse/scan mogelijkpossible.
Participanten worden getraind om met minimale tong, kaak en lip
beweging en zonder stemgeving te spreken, ten einde artifacten ten gevolge van
motorische activeit zoveel moeglijk te beperken. Verondersteld wordt dat
artifacten ten gevolge van deze motorische activeit gelijk zijn voor alle
deelnemers. Proefpersonen werden getraind om de woorden die zij op het scherm
zagen zo snel mogelijk, doch nog verstaanbaar te uiten direct nadat het
doelwoord werd getoond op het scherm en totdat het volgende doelwoord op het
scherm verscheen. Dit werd geoefend en getraind voordat de proefpersonen
plaatsnamen in de scanner. Een koptelefoon gedragen in de scanner zal
beschermen tegen het lawaai van de scanner. Proefpersonen dragen een
stabiliserende helm om artifacten ten gevolge van hoofdbewegingen zoveel
mogelijk te voorkomen.
Inschatting van belasting en risico
Het onderzoek levert weinig directe voordelen op voor de deelnemende
proefpersonen. Het
uiteindelijke resultaat heeft als voordeel dat behandelmethodes aangepast
kunnen worden aan de hand
van de differentiaaldiagnostische criteria. Kennis over de pathogenese van
broddelen kan leiden tot
aangepaste onderzoeks- en therapiestrategieën die meer efficiënt zijn en kunnen
leiden tot
kostenbesparing in logopedische therapie. Dit voordeel betreft niet alleen de
deelnemende
proefpersonen, maar alle personen bij wie de diagnose broddelen of gevestigd
stotteren is gesteld.
Aan deelname aan het fMRI-onderzoek zijn voor zover bekend geen risico*s
verbonden.
De proefpersonen dienen zich aan alle veiligheidsvoorschriften te houden, zodat
het ontstaan van
schadelijk letsel voorkomen wordt.
Een nadeel van de fMRI-scanner is dat de scanner veel lawaai maakt. Daarnaast
is het van groot
belang dat proefpersonen geen angst hebben om in de scanner plaats te nemen en
gedurende het hele
onderzoek stil te blijven liggen.
Deelname aan het onderzoek vraagt een tijdsinvestering van 45 minuten in het
ziekenhuis aangevuld met de benodigde reistijd.
Publiek
meibergdreef 9
1105 AZ Amsterdam
Nederland
Wetenschappelijk
meibergdreef 9
1105 AZ Amsterdam
Nederland
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
broddelen: een opvallend hoog en/of opvallend onregelmatig articulatietempo in combinatie met ofwel fouten in syllabe,woord of zinsstructuren danwel een ratio niet-vloeiendheden > 3.0; Stuttering Severity score < 3.0
stotteren: > 3 % gespannen woord, syllabe of klankherhalingen, verlengingen of blokkades; Stuttering Severity Index score > 3.0
Een niet-vloeiend persoon kan geincludeerd worden als een broddelstotteraar/mix als deze op basis van een te hoog en onregelmatig spreektempo ook stotterkenmerken ervaart
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
IQ < 80
verminderd gehoor, of neuologische stoornis
nederlands is geen moedertaal
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL20944.018.08 |