Het doel van deze studie is om de betrouwbaarheid en validiteit van de nieuw ontwikkelde observatielijst *Het herkennen van cognitieve problemen* vast te stellen. Het betreft de interne consistentie, de intra rater en de inter rater betrouwbaarheid…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Ontwikkelingsstoornissen NEG
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Opmerking vooraf: zie voor de afkortingen het research protocol.
Betrouwbaarheid: interne consistentie (item-totaal correlatie; cronbach*s
alfa), inter rater betrouwbaarheid en intra rater betrouwbaarheid (mbv ICC).
Criterion validiteit: de samenhang tussen de totaalscore van de nieuw
ontwikkelde observatielijst en de MMSE. Construct validiteit: a) de samenhang
tussen de diverse domeinen uit de observatielijst en specifieke
neuropsychologische taken (TMT, Silhoutte VPOR, Cijferreeksen WAIS, (delayed)
VAT, delayed VAT, overeenkomsten en substitutie WAIS, sleutelzoektaak BADS,
IQCODE, Fluency CAMCOG, verkorte Tokentest, praxistaak); de samenhang tussen de
totaalscore observatielijst en b) de activiteiten dagelijks leven (Barthel
Index); c) gedragsobservatielijst (NOSIE-30); d) cognitieve achteruitgang
(IQCODE). Discriminant validiteit: onderscheid ernst cogntieve stoornissen
(drie groepen mbv MMSE) en onderscheid met klinische diagnose (geen, milde
dementie/MCI en dementie. Analyses validiteit worden gedaan mbv Pearson*s r
correlatie, grafisch plot en boxplot.
Secundaire uitkomstmaten
Niet van toepassing.
Achtergrond van het onderzoek
Deze studie zoemt in op de dagelijkse observaties door verpleegkundigen van het
cognitief vermogen van de geriatrische patient. Het belang van een juiste
inschatting van het cognitief vermogen is, behalve het bijdragen aan medische
diagnostiek, het optimaliseren van verpleegkundige interventies aan patienten.
Het succesvol uitvragen van de voorgeschiedenis en klachten, het geven voor
voorlichting en het instrueren bij onderzoek, hangen sterk af van het vermogen
van patiënten om informatie op te kunnen nemen en weer op te halen. Is het
bekend dat er cognitieve problemen zijn, dan kan de communicatie en de
interventies hierop aangepast worden.
Het blijkt dat, nationaal en internationaal, deze observaties van het cognitief
vermogen op een niet gestandaardiseerde wijze gebeuren, mede omdat een goed
observatieschaal ontbreekt (Foreman ea 2003). Er bestaan weliswaar
observatieschalen die het cognitief functioneren beperkt in kaart brengen,
bijvoorbeeld alleen geheugen en orientatie. Observatieschalen die de volle
breedte van cognitieve problemen inventariseren, die bestemd zijn voor de
geriatrische patienten en die af te nemen zijn door verpleegkundigen, ontbreken
(Persoon ea, 1996). Verpleegkundigen observeren nu op een niet
gestandaardiseerde wijze, op verschillende domeinen van het cognitief vermogen
en beschrijven dit in vrije tekst in het verpleegkundig dossier. Het trekken
van een conclusie ontbreekt vaak (Van der Cruysen, accepted). Uit een eerdere
studie blijk (n=98) dat de mate van overeenkomst tussen verpleegkundigen over
de cognitieve problemen bij hun patienten per domein sterk varieert (Persoon ea
2007). Dit alles vormde de aanleiding om een observatieschaal te ontwikkelen,
specifiek voor de geriatrische patient waarmee het cognitief vermogen van
patienten geinventariseerd wordt op een uitgebreide wijze. De schaal is
ontwikkeld door middel van Delphimethode, waarbij een panel van 16 experts
deelnam. Het panel bestond uit verpleegkundigen (2x),
verplegingswetenschappers/masters (6x), geriaters (3x), neuropsychologen (4x)
en een ergotherapeut. De leden waren werkzaam in de geriatrie,
ouderenpsychiatrie, revalidatie en onderwijs. Het panel heeft zich uitgesproken
over de uitgebreidheid van de lijst, welke domeinen geobserveerd moeten worden,
en over de items die elk domein zou moeten bevatten. Na vier Delphi-rondes is
een observatielijst ontwikkeld bestaande uit 9 domeinen en 43 items.
De domeinen zijn afgeleid van de ICF, de International Classification of
Functioning, te weten: bewustzijn (b110), aandacht (b140), perceptie (b156),
orientatie (b114), geheugen (b144), denken (b160), hogere cogntieve functies
(b164), taal (b167) en praxis (b176). Gezien de variatie per dag en per dagdeel
in de patient wordt de observatielijst viermaal afgenomen, namelijk tweemaal
per dag (dag- en avonddienst), twee aaneenvolgende dagen. De score is een
vierpunt Likertschaal: het gedrag komt telkens voor, vaak, soms of niet. De
score loopt per item van 0-3 punten (geen problemen scoort hoog), de
totaalscore (37 items) loopt van 0 tot 111. Per domein zijn er subscoren te
bereiken, afhankelijk van het aantal items.
Doel van het onderzoek
Het doel van deze studie is om de betrouwbaarheid en validiteit van de nieuw
ontwikkelde observatielijst *Het herkennen van cognitieve problemen* vast te
stellen. Het betreft de interne consistentie, de intra rater en de inter rater
betrouwbaarheid, en de criterion-, construkt- en discrimenerende validiteit.
Onderzoeksopzet
Patienten worden twee dagenlang geobserveerd door verpleegkundigen op hun
cognitief vermogen, aan de hand van de nieuw ontwikkelde observatielijst. Op de
tweede dag worden patienten neuropsychologisch getest. Verder vindt er
dossieranalyse plaats.
Inschatting van belasting en risico
Patiënten worden geobserveerd gedurende twee dagen, dat is een standaard-
procedure bij alle patiënten die opgenomen worden op de afdeling Geriatrie daar
dit een diagnostiek-afdeling is. Patiënten worden op de tweede dag van
observatie getest mbv neuropsychologische geheugentesten die specifiek voor
ouderen zijn, gedurende 75 minuten. De testen zijn niet belastend en worden
zeer veel gebruikt in de geriatrie en op onze afdeling Geriatrie in het
bijzonder. De taken zijn gevarieerd en bestaan uit plaatjes, verhaaltje,
vragen, sommen, etc.. Als patiënten zich gedurende te testperiode niet zo lang
kunnen concentreren of aangeven dat men dit niet prettig vindt, wordt de test
onderbroken. Zo mogelijk zal de volgende dag de afronding plaatsvinden, anders
wordt de test definitief gestopt. Betrokken zorgverleners en onderzoekers zijn
allen gespecialiseerd in geriatrische zorg en zijn ervaren in het communiceren
met geriatrische patiënten. Een theoretische mogelijkheid is dat een patiënt
geconfronteerd wordt met minder goede prestaties. In dat geval zal de
onderzoeksassistent of de verpleegkundigen de test onderbreken en de
behandelaar informeren. De behandelaar zal hierin nadere begeleiding bieden.
Als patiënt het wenst, kan dan nadere diagnostiek omtrent de amnesie
plaatsvinden. Andersom kunnen patiënten wellicht beter presteren dan zij zelf
verwachten, wat een prettige bijkomstigheid zou zijn.
Publiek
Postbus 9101
6500HB Nijmegen
Nederland
Wetenschappelijk
Postbus 9101
6500HB Nijmegen
Nederland
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- opgenomen zijn op de verpleegafdeling Geriatrie
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- geen Nederlandse taal spreken;
- bedlegerig zijn;
- doof en/of blind zijn;
- ernstige mate van dementie hebben (CDR=3)
- delirant zijn (DOS>4);
- dusdanige motorische onrust hebben of zulke aandachtsproblemen dat zij de neuropsychologische testen van 75 minuten niet kunnen volhouden.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL20703.091.07 |