Het doel van dit onderzoeksproject is de slechte prognose van patiënten met een obsessieve compulsieve stoornis (OCS) met gering inzicht te verbeteren. Dit door een tot op heden niet in Nederland bestaand behandelaanbod hier te introduceren en te…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Angststoornissen en -symptomen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire uitkomstmaat is de ernst van de obsessieve compulsieve klachten,
gemeten met de
Y-BOCS.
Secundaire uitkomstmaten
Secundiare uitkomstmaten zijn o.a. ernst van algemene psychopathologie, de mate
van beperkt inzicht en de proportie dropouts.
Achtergrond van het onderzoek
De obsessieve compulsieve stoornis (OCS) is een ernstige, chronisch
psychiatrische aandoening die gekarakteriseerd wordt door de aanwezigheid van
obsessies en compulsies die een grote lijdensdruk veroorzaken en interfereren
met sociaal- en/of beroepsmatig functioneren. OCS komt voor onder 1-3% van de
volwassen populatie en behoort tot de 10 meest invaliderende medische
aandoeningen in de geïndustrialiseerde wereld. OCS verloopt vaak chronisch en
gaat samen met een slechte kwaliteit van leven en een hoge zorgconsumptie (Bijl
& Ravelli, 2000). De economische consequenties van OCS zijn dan ook fors.
Eenderde van de patiënten is niet in staat tot werken ten gevolge van de
stoornis. Eén op de 10 OCS-patiënten deed ooit een suïcidepoging. De kwaliteit
van leven van naaste familieleden van patiënten met OCS wordt eveneens negatief
beïnvloed door de aandoening (Bebbington 1998, Eisen et al. 2006, Karno et al.
1988, Kessler et al. 2005, Umberto, 2007).
Patiënten met OCS kunnen evidence-based behandeld worden met cognitieve
gedragstherapie en/of serotonerge antidepressiva. Deze behandelingen hebben de
prognose van deze patiëntengroep sterk verbeterd. Toch bereikt slechts 50% van
OCS patiënten die zich laten behandelen volledig herstel op de lange termijn
(van Oppen et al, 2005). Tevens blijkt dat 40% van de patiënten vroegtijdig
stopt met de behandeling. Een klinisch belangrijke voorspeller van zowel
slechte behandeluitkomst als het vroegtijdig stoppen met de behandeling is een
hoge mate van geloof in de obsessies (Himle et al, 2006, Tolin et al 2004,
2001, Kishore et al, 2003, Tot et al 2003, Erzegovesi et al 2001). Patiënten
die sterk in hun obsessies geloven, worden volgens de DSM-IV getypeerd met het
predikaat *met gering inzicht*.
Doel van het onderzoek
Het doel van dit onderzoeksproject is de slechte prognose van patiënten met een
obsessieve compulsieve stoornis (OCS) met gering inzicht te verbeteren. Dit
door een tot op heden niet in Nederland bestaand behandelaanbod hier te
introduceren en te evalueren. Dit behandelaanbod betreft de in Canada
ontwikkelde en op effectiviteit onderzochte Inference-Based Approach (IBA).
Opmerkelijke effecten van IBA zijn in Canada reeds aangetoond. In dit project
zal IBA geïmplementeerd worden op de polikliniek van het Marina de Wolf
instituut, onderdeel van Meerkanten GGZ en op de angstpolikliniek van stichting
Buitenamstel de Geestgronden.
De centrale vraagstelling luidt: Verbeteren patiënten met OCS met gering
inzicht met IBA interventies meer dan patiënten die behandeld worden volgens de
multidisciplinaire richtlijn?
Deze studie zal met andere woorden een antwoord geven op de vraag of IBA een
effectief alternatief is voor de vigerende evidence-based behandeling voor
OCS-patiënten met gering inzicht in Nederland.
Onderzoeksopzet
De vraagstelling zal worden beantwoord middels een gerandomiseerde
gecontroleerde effectiveness studie (RCT) van 20 weken bij patiënten met een
obsessieve compulsieve stoornis met gering inzicht. In deze studie wordt de
effectiviteit van Inference-Based Approach (IBA) vergeleken met de
effectiviteit van een controle conditie bestaande uit een behandeling volgens
de multidisciplinaire richtlijn (20 weken cognitieve gedragstherapie).
Onderzoeksproduct en/of interventie
Na screening zullen alle patiënten at random toegewezen worden aan een behandeling met de Inference-Based Approach of de controle conditie die bestaat uit cognitieve gedragstherapie. IBA onderscheidt zich van de bestaande behandelvormen doordat er binnen dit model specifiek aandacht wordt besteed aan de inhoud en de geloofwaardigheid van obsessies en niet alleen aan de waardering ervan. Het centrale idee van deze nieuwe behandelvorm is dat OCS-patiënten met gering inzicht een gebrekkige realiteitstoetsing hebben, en dat zij door hen ingebeelde gevaren behandelen alsof het niet om inbeelding maar om werkelijkheid gaat. In de behandeling leren patiënten onderscheiden dat er aan hun dwanghandelingen altijd inbeelding voorafgaat. Zij krijgen handvatten die hun vaardigheden met betrekking tot het onderscheiden van verbeelding en werkelijkheid versterken. De controle behandeling zal uitgevoerd worden conform de multidisciplinaire richtlijnen angststoornissen. Voorafgaand aan de start van dit onderzoek is door het team van O>Connor, de grondlegger van IBA, een 5-daagse workshop verzorgd. Hieraan hebben alle toekomstig participerende therapeuten deelgenomen. Er zal in de experimentele conditie gewerkt worden met vertalingen van de bestaande IBA protocollen (O>Connor, Aardema & Pellissier 2005). De beoogde behandelaren zullen ervaring opdoen in een aparte pilotstudie en wekelijks gesuperviseerd worden. De pilotstudie is in februari van dit jaar gestart.
Inschatting van belasting en risico
Aan deelname aan het onderzoek zijn geen directe risico's of nadelen verbonden,
anders dan tijdsinvestering die inclusief nameting bij follow-up ongeveer 4 uur
per deelnemer bedraagt.
Publiek
Postbus 1000
3850 BA Ermelo
NL
Wetenschappelijk
Postbus 1000
3850 BA Ermelo
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Volwassen (18 jaar en ouder) patiënten met Obsessieve Compulsieve Stoornis (conform DSM-IV, vastgesteld op basis van de SCID) met gering inzicht (vastgesteld op basis van de OVIS, OVIS score is 5 of groter), als hoofddiagnose.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Psychotische stoornis, afhankelijkheid of misbruik van alcohol of drugs
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL23521.097.08 |