Primaire doelstellingen: - bepalen van de dosisafhankelijkheid van het antivirale effect van TMC435350 tijdens 1 week monotherapie bij HCV patiënten die nog niet eerder behandeld geweest zijn.- bepalen van de dosisafhankelijkheid van het antivirale…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Lever- en galwegaandoeningen
- Virale infectieziekten
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire parameter voor werkzaamheid is de daling in virale belasting na 4
weken behandeling.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire parameters zijn:
- de proportie van patiënten met hoeveelheid virus ('viral load') beneden de
limiet van kwantificatie en detectie.
- per behandelingsgroep zal men de proportie van patiënten met virale
'breakthrough' nagaan.
- relevante veranderingen virale sequentie (virale genoom).
Achtergrond van het onderzoek
Het hepatitis C-virus (HCV) is wereldwijd een van de belangrijkste oorzaken van
leverziekte en vormt het onderwerp van veel medisch onderzoek. Naar raming
zouden 170 miljoen mensen (dat is 3% van de wereldbevolking) geïnfecteerd zijn
met HCV. Meer dan 50% van de HCV-infecties wordt chronisch van aard.
Dit kan de oorzaak zijn van de ontwikkeling van leverfibrose, cirrose en
occasioneel een hepatocellulair carcinoom. Een chronische HCV-infectie is de
belangrijkste oorzaak van leverinsufficiëntie die noopt tot een
levertransplantatie.
De huidige behandelingen van HCV zijn gebaseerd op peginterferon alfa-2a
(PegIFN-*), in combinatie met ribavirine (RBV). Deze combinatietherapie leidt
bij ongeveer 80% van de patiënten met een infectie met HCV met genotypes 2 en 3
en bij ongeveer 45% van de personen met een infectie met HCV met genotype 1 tot
een blijvende virologische respons. Naast de beperkte werkzaamheid op HCV van
genotype 1, heeft de combinatietherapie belangrijke bijwerkingen en wordt ze
door sommige patiënten slecht verdragen. Belangrijke bijwerkingen omvatten
griepachtige symptomen, hematologische afwijkingen en neuropsychiatrische
symptomen.
In recente klinische studies met nieuwe experimentele geneesmiddelen die
rechtstreeks op het viraal gecodeerde protease inwerken, werd aangetoond dat
significante dalingen van de virale belasting met HCV kunnen worden bereikt met
korte kuren van een monotherapie of bij toediening ervan naast een
combinatietherapie met PegIFN + RBV. Er bestaat een behoefte aan
HCV-inhibitoren zonder de nadelen van de huidige HCV-behandeling, zoals
bijwerkingen, een beperkte werkzaamheid, het ontstaan van resistentie en een
gebrekkige therapietrouw.
Leadoptimalisatie heeft tot nieuwe moleculen met een lage EC50 geleid,
waaronder TMC435350. TMC435350 bleek in enzymatische in vitro-tests en tests
van de HCV-replicatie met behulp van het cellulaire replicamodel een remmer van
de HCV NS3/NS4A-proteasewerking te zijn. TMC435350 heeft in vitro een EC50 op
de HCV-replicatie van 8 nM (6 ng/ml) in de humane hepatoom cellijn
(Huh7)-Luc-cellijn, ontworpen met een genotype 1 HCV- replicasequentie.
Doel van het onderzoek
Primaire doelstellingen:
- bepalen van de dosisafhankelijkheid van het antivirale effect van TMC435350
tijdens 1 week monotherapie bij HCV patiënten die nog niet eerder behandeld
geweest zijn.
- bepalen van de dosisafhankelijkheid van het antivirale effect van TMC435350
in 3 of 4 weken durende combinatietherapie met PegIFNalfa-2a en ribavirine bij
HCV patiënten die nog niet eerder behandeld geweest zijn.
Secundaire doelstellingen:
- bepalen van de doeltreffendheid en veiligheid van twee geselecteerde
dosissen van TMC435350 gedurende 4 weken, toegediend in combinatie met
PegIFN*-2a en RBV aan behandelingservaren deelnemers met een HCV-infectie
(niet-responders of hervallers na een eerdere op IFN gebaseerde behandeling,
die de anti-HCV-behandeling niet hadden stopgezet wegens bijwerkingen [AE*s]);
- bepalen van de frequentie, kinetische en genetische eigenschappen van een
virale doorbraak van HCV tijdens een monotherapie en combinatietherapie; de
genetische eigenschappen van een virale doorbraak zullen ook worden bepaald
tijdens een SoC-behandeling;
- bepalen van de snelle virologische respons (rapid virologic response of RVR)
bij de deelnemers van week 4 tot en met week 24 (na 20 weken SoC-behandeling)
of week 48 (na 44 weken SoC-behandeling), met het oog op de bepaling van de
incidentie van een blijvende virologische respons (sustained virologic response
of SVR) op deze tijdstippen en tijdens een observatieperiode van 24 weken
zonder behandeling;
- bestuderen van de potentiële geneesmiddel-geneesmiddelinteractie van
TMC435350 met RBV.
Onderzoeksopzet
96 behandelingsnaïeve en 24 behandelingservaren deelnemers (niet-responders op
een eerdere IFN-gebaseerde therapie of hervallers die de anti-HCV-therapie niet
hadden stopgezet wegens bijwerkingen [AE*s]) met een chronische infectie met
HCV van genotype 1 zullen in deze studie worden opgenomen. Bovendien zullen met
HCV geïnfecteerde deelnemers die aan de studie met TMC435350-TiDP16-C101 hebben
deelgenomen, worden ondergebracht in een open panel met een dosis die al eerder
veilig en doeltreffend is gebleken.
De studie zal bestaan uit een screeningperiode van maximum 6 weken, een
behandelingsperiode met TMC435350 of placebo gedurende 4 weken, een
daaropvolgende behandelingsperiode van maximum 44 weken met SOC-behandeling,
zoals voorzien door de opdrachtgever (nl. Pegasys® en Copegus®), en een
post-SoC- opvolgingsperiode van 24 weken.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Een eerste cohort van 48 behandelingsnaïeve deelnemers zal willekeurig worden gespreid over een laaggedoseerde behandeling of placebo. Deze cohort zal gelijkelijk worden verdeeld over de Panels A en B. In deze eerste cohort zal elk panel twee dosisgroepen van TMC435350 omvatten (25 of 75 mg; telkens n = 9 deelnemers) en één placebogroep (n = 6 deelnemers). Deelnemers aan Panel A zullen gedurende 7 dagen worden behandeld met een monotherapie met TMC435350 of placebo. Deze 7 dagen durende periode van monotherapie zal worden gevolgd door een periode van 21 dagen met een gecombineerde tritherapie, waarbij TMC435350 of placebo worden toegediend in combinatie met PegIFN>-2a (Pegasys®) en RBV (Copegus®). Deelnemers in Panel B zullen gedurende 4 weken met de gecombineerde tripletherapie worden behandeld. Regels voor de stopzetting van de behandeling wegens dosisbeperkende toxiciteit en definities voor de bepaling van een mogelijke >Maximum Tolerated Dose> (MTD) werden gedefinieerd. Data Review Meetings met de hoofdonderzoeker zullen door de opdrachtgever worden georganiseerd vóór de dosisverhoging, als volgt: na een zorgvuldige blinde beoordeling van de veiligheid, de tolerantie en in de mate van het mogelijke de farmacokinetische gegevens in de cohort met een lage dosis na de eerste week, zal een volgende cohort met 24 behandelingsnaïeve deelnemers worden gerandomiseerd met het oog op een behandeling met een middelmatige dosis (200 mg) of placebo. Deze cohort zal eveneens gelijkelijk worden verdeeld over de Panels A en B. In deze tweede cohort zal elk panel bestaan uit één dosisgroep met TMC435350 (200 mg, n = 9 deelnemers) en één placebogroep (n = 3 deelnemers). De gecombineerde behandeling met PegIFN>-2a en RBV in de Panels A en B zal worden uitgevoerd zoals beschreven voor de eerste cohort. Na een zorgvuldige geblindeerde beoordeling van de veiligheid, de tolerantie en de farmacokinetische gegevens na het beëindigen van de cohort met middelmatige dosis, zal een derde cohort met 24 behandelingsnaïeve deelnemers worden gerandomiseerd met het oog op de behandeling met een hoge dosis (400 mg) of placebo. Dit cohort zal opnieuw gelijkelijk worden verdeeld over de Panels A en B. In deze derde cohort zal elk panel bestaan uit één dosisgroep met TMC435350 (400 mg of de uiteindelijk geselecteerde dosis op basis van de veiligheid en farmacokinetische gegevens, maar niet meer dan 400 mg; n = 9 deelnemers) en één placebogroep (n = 3 deelnemers). De gecombineerde behandeling met PegIFN>-2a en RBV in de Panels A en B zal worden uitgevoerd zoals beschreven voor de eerste cohort. Na een geblindeerde beoordeling van de veiligheid en farmacokinetische gegevens in de cohort van behandelingsnaïeve deelnemers met de hoogste dosis na de eerste week, zullen de 24 behandelingservaren deelnemers (niet-responders of hervallers) willekeurig worden verdeeld over twee dosisgroepen met TMC435350 (200 mg of 400 mg, of de uiteindelijk geselecteerde dosis op basis van de veiligheid, tolerantie en farmacokinetische gegevens, maar niet meer dan 400 mg; telkens n = 9 deelnemers) of placebo (n = 6 deelnemers) in Panel C. Deze deelnemers zullen gedurende 28 dagen worden behandeld met een gecombineerde tripletherapie. De randomisatie in deze cohort zal worden gestratificeerd voor eerdere hervallers en niet-responders. Bovendien zullen 10 met HCV geïnfecteerde, niet-reagerende of hervallen deelnemers die hebben deelgenomen aan de studie met TMC435350-TiDP16-C101, in deze laatste cohort worden opgenomen. Al deze deelnemers zullen gedurende 28 dagen worden behandeld met de gecombineerde tritherapie, met inbegrip van een actieve behandeling met TMC435350 in een dosis van 400 mg (of de uiteindelijk geselecteerde dosis op basis van de veiligheid, tolerantie en farmacokinetische gegevens, maar niet meer dan 400 mg), in combinatie met RBV en PegIFN>-2a na de veilige beëindiging van de dosis van 400 mg in Panel B. Na iedere 28 dagen durende behandelingsperiode zal aan de deelnemers kosteloos een standaardbehandeling (Standard of Care of SoC) met PegIFN>-2a (Pegasys®) en RBV (Copegus®) worden voorgesteld tot week 48 (of week 24), afhankelijk van de virologische respons tijdens de initiële 20 weken durende behandeling.
Inschatting van belasting en risico
Beschrijf de belasting en risico voor de proefpersonen in het kader van het
onderzoek zoals het aantal bloedafnames, het aantal bezoeken bij de
arts/onderzoeker, lichamelijk onderzoek, het aantal en soort vragenlijsten
en/of dagboekjes, lichamelijk of psychisch ongemak, mogelijke schadelijke
bijwerkingen van de behandeling.
- Aantal bloedmonsters:
Panel A: 199 - 3.9 ml per sample
Panel B-C-D: 198 - 3.9 ml per sample
Bij drop out: 20 bloedmonsters; 4,4ml per sample.
- Aantal bezoeken aan de arts: 46
- Lichamelijk onderzoek: 14
- Risico's: Bij gezonde personen werden volgende bijwerkingen gemeld (zij
kregen ofwel placebo ofwel het onderzoeksgeneesmiddel): dunne ontlasting,
diarree, winderigheid, zwaarhoofdigheid, frequente stoelgang, lichthoofdigheid,
slaperigheid. Verder werd een lichte en voorbijgaande roodheid van de huid na
rechtstreekse blootstelling aan de zon gemeld bij drie proefpersonen die ofwel
TMC435350 of placebo kregen.
Andere risico's: gevoeligheid van de huid voor de zon; huiduitslag; gekende
bijwerkingen van de standaardbehandeling; mogelijke risico's bij een
bloedafname.
- Rechtvaardiging van het onderzoek: Tijdens de studie zal de patiënt
nauwlettend medisch opgevolgd worden. Na de 'experimentele' periode van 28
dagen (waarvan 21 dagen in combinatie met de standaardbehandeling), wordt de
standaardbehandeling voor HCV gegeven tot week 24 of 48 (afhankelijk van de
respons).
Publiek
Roderveldlaan 1
2600 Berchem
BE
Wetenschappelijk
Roderveldlaan 1
2600 Berchem
BE
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Leeftijd tussen 18 en 70 jaar, inclusief beide uitersten;
2. Gedocumenteerde chronische infectie met HCV van genotype 1a of 1b (diagnose van hepatitis C > 6 maanden vóór de screeningperiode), geëvalueerd met behulp van een *line probe*-test; behandelingsnaïeve deelnemers of voorheen niet-reagerende/hervallen deelnemers bij eerdere behandelingen (IFN/RBV of gepegyleerd IFN/RBV) die de anti-HCV-therapie niet hebben stopgezet wegens bijwerkingen; patiënten met een infectie met HCV van genotype 1 met hemofilie of een stabiel gebruik van methadon kunnen in de studie worden opgenomen; (een subtypering van patiënten met genotype 1a en 1b zal eveneens worden uitgevoerd);
3. Vrijwillig ondertekenen van een ICF vóór de eerste studiegerelateerde activiteit;
4. In staat zijn te voldoen aan de vereisten van het protocol en over goed toegankelijke aders beschikken;
5. Een plasmabelasting met het HCV-virus * 10.000 IE/ml bij de screening (geëvalueerd met behulp van de Taqman-test);
6. Een lichaamsgewicht gedefinieerd met behulp van de Quetelet Index (Body Mass Index [BMI], gewicht in kilogram, gedeeld door het kwadraat van de lengte in meter) tussen 18 en 32 kg/m², beide uiterste waarden inbegrepen.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Tekens van een leveraandoening Child Pugh B of C met een Metavir-score 4 bij de screening; voorgeschiedenis van of bewezen gedecompenseerde levercirrose, gedefinieerd als een vroegere of huidige geschiedenis van ascites, hepatische encefalopathie, bloedende slokdarm- of maagvarices. Elke andere oorzaak van een significante leveraandoening naast hepatitis C: dit kan omvatten, maar is niet beperkt tot hepatitis B, drugs- of alcoholgerelateerde cirrose, auto-immuunhepatitis, hemochromatose, ziekte van Wilson, niet-alcoholische steatohepatitis of primaire biliaire cirrose. Individuen met een diagnose of vermoeden van hepatocellulair carcinoom;
2. Individuen behandeld of vroeger reeds behandeld met een polymeraseremmer of proteaseremmerbehandeling voor HCV in de zes maanden vóór de screening;
3. Mannelijke deelnemers met vrouwelijke partners in de vruchtbare leeftijd die niet instemmen met het gebruik van een betrouwbare contraceptiemethode tot 90 dagen na de laatste toediening van TMC435350 in de studie of zoals voorgeschreven in de bijsluiter van de medicatie die werd toegediend in de periode van de standaardbehandeling (SoC) (tijdens het gebruik van PegIFN*-2a, in combinatie met RBV, moeten alle deelnemers tijdens de behandeling en tot 7 maanden na de behandeling een doeltreffende contraceptiemethode gebruiken);
4. Vrouwen, behalve indien zij gedurende meer dan 2 jaar postmenopauzaal zijn, een hysterectomie of onderbinding van de eileiders (zonder hersteloperatie) hebben ondergaan;
5. Een voorgeschiedenis of bewijzen van het huidige gebruik van alcohol, barbituraten, amfetamines, recreatieve of narcotische drugs, dat naar de mening van de onderzoeker een gevaar zou kunnen inhouden voor de veiligheid van de deelnemer en/of het opvolgen van de studieprocedures (de periode van abstinentie van het gebruik van drugs/alcohol moet ten minste 1 maand vóór de eerste toediening van de studiemedicatie begonnen zijn).
6. Een positieve drugstest op urine bij de screening. De urine zal worden onderzocht ter controle van het huidige gebruik van amfetamines, cocaïne en opiaten (met uitzondering van methadon).
7. Deelnemers met ten minste één van de volgende laboratoriumafwijkingen, zoals gedefinieerd door de Division of Microbiology and Infectious Diseases (DMID) Adult Toxicity Table (zie Rubriek 8.2, Bijlage 2) bij de screening:
- Bilirubine * 1,5 x de bovengrens van de normale waarde in het laboratorium (ULN);
- Aantal bloedplaatjes < 80.000/mm3;
- Aantal witte bloedcellen (WBC) < 2.000 cellen/mm3;
- Elke andere laboratoriumafwijking die door de onderzoeker als klinisch belangrijk wordt beschouwd.
8. Deelnemers met een co-infectie met HIV-1 of HIV-2 of een infectie met het hepatitis A- of B-virus (bevestigd door hepatitis A antilichaam immunoglobuline [IgM] of hepatitis B oppervlakteantigeen [HBsAg]) bij de screening;
9. Deelnemers met een pathologisch verlengde QTc-waarde (> 500 ms) bij de screening, of elke actieve klinisch significante ziekte (bv. tuberculose, cardiale dysfunctie), of een medische voorgeschiedenis of klinische tekenen bij de screening die naar de mening van de onderzoeker het resultaat van de studie zouden kunnen beïnvloeden;
10. Deelnemers met een ongecontroleerde/onstabiele diabetes, epilepsie of een duidelijke psychiatrische aandoening;
11. Niet-stabiel gebruik van methadon of deelnemers met een andere instabiele aandoening;
12. Deelnemers opgenomen in een andere klinische studie binnen de 90 dagen die voorafgaan aan de screening.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2007-003289-16-NL |
CCMO | NL20160.018.07 |
OMON | NL-OMON22664 |
OMON | NL-OMON29020 |