De probleemstelling van het onderzoek is dat onduidelijk is of de VIS-V en de Nederlandse versie van de AQ differentiaaldiagnostisch onderscheid maken tussen autisme en schizofrenie. De doelstelling van onderhavig onderzoek is het toetsen of de…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Ontwikkelingsstoornissen NEG
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Om na te gaan of de individuen met de diagnose autisme significant hoger scoren
(totaalscore) op de AQ en de VIS-V (anamnestische en heteroanamnestische
versie) dan de personen met de diagnose schizofrenie (hypothese 1) worden de
gemiddelde somscores per instrument, per groep berekend van zowel van beide
versies van de VIS-V als de AQ. De gemiddelde totaalscores van de twee groepen
op de beide versies van de VIS-V en de AQ worden vervolgens met elkaar
vergeleken met behulp van t-toetsen. T-toetsen worden gebruikt om vast te
stellen of de gemiddelden van twee onafhankelijke groepen aan elkaar gelijk
zijn.
Om na te gaan of individuen met de diagnose autisme significant hoger scoren
op alle subschalen van de AQ en de VIS-V (anamnestische versie) dan personen
met de diagnose schizofrenie (hypothese 2) worden met behulp van t-toetsen de
gemiddelden van de subschalen van de VIS-V (anamnestische versie) en de AQ voor
beide groepen met elkaar vergeleken. T-toetsen worden gebruikt om vast te
stellen of de gemiddelden van twee onafhankelijke groepen aan elkaar gelijk
zijn.
Secundaire uitkomstmaten
Om tenslotte na te gaan of de mate van aanwezige negatieve symptomatologie
gemeten met de SPQ, bij individuen met de diagnose schizofrenie positief
samenhangt met de hoogte van de scores op de AQ en de VIS-V (anamnestische
versie) wordt met behulp van een lineaire regressieanalyse onderzocht welk
verband er bestaat tussen de hoeveelheid aanwezige negatieve symptomatologie
(SPQ) in het schizofrene beeld en de hoogte van de totaalscores op de twee
versies van de VIS-V en de AQ. Een regressie-analyse probeert een numerieke
verklaring te geven van de afhankelijke variabele door een of meer
onafhankelijke variabelen. Met een lineaire regressie-analyse wordt hier
nagegaan of er een linair verband bestaat tussen negatieve symptomen in het
schizofrene beeld en de hoogte van de score op de VIS-V en de AQ.
Achtergrond van het onderzoek
In de praktijk is het vaak moeilijk om onderscheid te maken tussen schizofrenie
en autisme. Met name de negatieve symptomen die aanwezig kunnen zijn bij
schizofrenie maken het moeilijk om tussen beide stoornissen te differentiëren.
Screeningsinstrumenten op het gebied van autisme bij volwassenen blijken nog
onvoldoende onderzocht op hun vermogen tussen de twee stoornissen te
differentiëren. Het onderhavige onderzoek tracht een bijdrage te leveren
aan het differentiëren tussen schizofrenie en autisme in de screeningsfase.
Hiertoe wordt onderzocht wat het onderscheidend vermogen is van de Vragenlijst
voor Inventarisatie van Sociaal Gedrag bij Volwassenen (VIS-V) en de
Nederlandse versie van de Autism-Spectrum Quotient (AQ).
Doel van het onderzoek
De probleemstelling van het onderzoek is dat onduidelijk is of de VIS-V en de
Nederlandse versie van de AQ differentiaaldiagnostisch onderscheid maken tussen
autisme en schizofrenie.
De doelstelling van onderhavig onderzoek is het toetsen of de scores op de twee
vragenlijsten, de VIS-V (zowel de autoanamnestische als de heteroanamnestische
versie) en de AQ, significant verschillen tussen autisme en schizofrenie.
Verder wordt met behulp van de SPQ bekeken of de mate van negatieve
symptomatologie bij de groep mensen met de diagnose schizofrenie de scores op
de VIS-V en de AQ beïnvloedt.
Op basis van het doel van het onderzoek is de volgende centrale vraagstelling
geformuleerd: Scoort de groep met de diagnose autisme significant hoger op de
VIS-V (zowel de autoanamnestische als de heteroanamnestische versie) en de
Nederlandse versie van de AQ dan de groep met de diagnose schizofrenie?
Onderzoeksopzet
De centrale vraagstelling leidt tot de volgende hypotheses:
1. Individuen met de diagnose autisme, scoren significant hoger (totaalscore)
op de AQ en de VIS-V (anamnestische en heteroanamnestische versie) dan de
personen met de diagnose schizofrenie.
2. Individuen met de diagnose autisme, scoren significant hoger op alle
subschalen van de AQ en de VIS-V (anamnestische versie) dan personen met de
diagnose schizofrenie.
3. De mate van aanwezige negatieve symptomatologie gemeten met de SPQ, bij
individuen met de diagnose schizofrenie hangt positief samen met de hoogte van
de scores op de AQ en de VIS-V (anamnestische versie). Naarmate de individuen
met de diagnose schizofrenie meer negatieve symptomen hebben, scoren zij hoger
op de VIS-V en de AQ.
Inschatting van belasting en risico
Er is sprake van een tijdsbelasting:
De participanten van de autisme groep krijgen twee vragenlijsten voorgelegd.
Dit zijn de SPQ en de autoanamnestische versie van de VIS-V. De AQ en de
verbale subtaken van de WAIS zijn al op een eerder tijdstip afgenomen tijdens
het standaard autisme onderzoeksprotocol in de fase dat de diagnose gesteld
werd. Deze gegevens zullen worden gebruikt in het onderhavige onderzoek. De
tijdsinvestering per deelnemer van de autisme groep zal ongeveer 30 minuten
bedragen. In deze tijd worden beide vragenlijsten ingevuld.
De participanten van de groep met schizofrenie worden twee keer uitgenodigd
aangezien van hen op voorhand minder uniforme informatie beschikbaar is.
In de eerste zitting wordt een Mini-SCAN afgenomen om de deelnemers op
eenduidige wijze te includeren. Dit interview zal ca. 15 minuten bedragen.
Daarnaast zullen de verbale subtaken van de WAIS III worden afgenomen. De
totale tijdsinvestering per deelnemer voor deze eerste zitting zal ongeveer 45
minuten bedragen.
In een tweede zitting worden drie vragenlijsten afgenomen (de VIS-V, de AQ en
de SPQ). De tijdsinvestering voor deze zitting zal ongeveer 40 minuten
bedragen.
Ook kunnen vragen confronterend zijn. In dit kader is er altijd een arts op de
achtergrond aanwezig en is ook betreffende casemanager op de hoogte van het
onderzoek.
Publiek
Kronehoefstraat 1
5612HK Eindhoven
Nederland
Wetenschappelijk
Kronehoefstraat 1
5612HK Eindhoven
Nederland
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- Alleen mannelijke clienten
- Leeftijd: tussen 18 en 65 jaar
- Clienten wonen (al dan niet onder begeleiding) zelfstandig
- Normaal tot hoog verbaal iq (moeten in staat zijn een vragenlijst te begrijpen)
- Moet diagnose schizofrenie of autistische stoornis hebben
- Clienten waarbij comorbide psychiatrische aandoeningen prominent aanwezig - zijn, worden uitgesloten van het onderzoek.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
zie D4a
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL22718.097.08 |