Deze kleinschalige pilotstudie beoogt te onderzoeken of er verschillen zijn tussen de kenmerken van somatoforme stoornissen en chronisch zieke kinderen. Dit onderzoek zal aantonen of het zinvol is om de vergelijking tussen deze twee groepen uit te…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Somatisch-symptoomstoornis en verwante stoornissen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Bij alle kinderen en ouders die deelnemen aan het onderzoek, wordt gekeken naar
het scoreprofiel op de CSI, SDQ, CDI en de MASC. Bij alle testen zal het
verschil worden gemeten tussen de somatoforme stoornis groep en de chronisch
zieke groep. Tevens zal bij de CSI de verschillen tussen de informanten (kind
en ouders) worden beoordeeld.
Secundaire uitkomstmaten
n.v.t.
Achtergrond van het onderzoek
Somatisatie, is volgens Lipowski de tendens om somatische klachten en symptomen
te ervaren, terwijl deze niet (voldoende) verklaard kunnen worden door
pathologische kenmerken, is een veelvoorkomend verschijnsel waar veel kinderen
last van hebben. Als deze somatische klachten storing geven in het dagelijks
functioneren, kan de classificatie somatoforme stoornis worden gesteld volgens
de DSM-IV. Van de kinderen die last hebben van onbegrepen somatische klachten
ontwikkelt een klein deel een somatoforme stoornis. Verondersteld werd dat
psychische en sociale factoren en een rol spelen bij het ontstaan en in stand
houden van onverklaarbare somatische klachten. Recent onderzoek wijst uit dat
ook biologische factoren hierin een cruciale rol spelen. Er zijn verscheidene
onderzoeken gedaan naar kinderen met een somatoforme stoornis. Hierin werden
veelal kinderen uit de normale populatie vergeleken met kinderen met een
somatoforme stoornis. Uit onderzoek blijkt dat de somatische klachten van deze
twee groepen kinderen even divers, specifiek als frequent zijn. Hieruit blijkt
onder andere dat de ernst van de somatische klachten of ziekte niet verklarend
is voor de ontwikkeling van een somatoforme stoornis. Dit onderzoek wil pogen
om meer inzicht te krijgen in welke factoren leiden tot de ontwikkeling van een
somatoforme stoornis. Een mogelijke factor zou de rol van ouders kunnen zijn.
Onderzoek heeft aangetoond dat de believe systems van ouders een grote rol
speelt in de beleving van somatische klachten bij kinderen, waarbij een meer
catastrofale interpretatie van somatische klachten leidt tot een somatoforme
stoornis. Ook is gebleken dat ouders van kinderen met een somatoforme stoornis
meer kennis hebben van de klachten van hun kinderen dan ouders van kinderen
zonder somatoforme stoornis. Dit onderzoek wil kijken of deze grote kennis
specifiek is voor ouders van een kind met een somatoforme stoornis of dat het
een gevolg is van langdurige somatische klachten. Hiervoor wordt de kennis over
somatische klachten van ouders met een kind dat lijdt aan een somatoforme
stoornis vergeleken met de kennis van ouders met een chronisch somatisch ziek
kind.
Verder heeft onderzoek aangetoond dat bij kinderen met een somatoforme stoornis
angststoornissen en depressies vaker voorkomen dan bij kinderen zonder
somatoforme stoornis. Angst en depressie is nog onvoldoende gerelateerd aan
chronische somatische ziekten. Somatoforme stoornissen hebben een hoge
comorbiditeit met (in kindertijd) angststoornissen en (in adolescentie)
depressie. Het is echter nog onduidelijk of deze comorbiditeit gevolg, oorzaak
of echte comorbiditeit is van somatoforme stoornissen. Om hier meer inzicht te
krijgen worden kinderen met een somatoforme stoornis vergeleken met kinderen
met somatische klachten door toedoen van een chronisch somatische ziekte.
Ten slotte wil dit onderzoek het algeheel functioneren van kinderen met een
somatoforme stoornis belichten. Kinderen met een somatoforme stoornis hebben
meer last hebben van psychosociale problemen dan kinderen zonder somatoforme
stoornissen. Zelfs kinderen die een andere chronische stoornis hebben, hebben
minder last van psychosociale problemen dan kinderen met een somatoforme
stoornis. Door middel van dit onderzoek hopen we meer inzicht te krijgen in de
relatie tussen psychosociale problemen en somatische klachten.
De onderliggende kernvraag van dit onderzoek is of de conclusies die zijn
getrokken met betrekking tot kennis van ouders, angst, depressie en algeheel
functioneren stand houden als kinderen met een somatoforme stoornis worden
vergeleken met kinderen die leiden aan somatische klachten door het toedoen van
een chronisch somatische ziekte.
De gevolgen van somatoforme stoornissen voor het dagelijks functioneren van een
kind zijn ingrijpend. Somatoforme stoornissen leiden veelal tot een chronische
stoornis. Somatoforme stoornissen interfereren met de sociale ontwikkeling,
identiteitsvorming, fysieke ontwikkeling en de academische vorming van het
kind. Er is nog onvoldoende duidelijk over deze stoornis, daarom is dit
onderzoek van belang. Door middel van dit onderzoek kan er meer inzicht worden
verworven over somatoforme stoornissen.
Doel van het onderzoek
Deze kleinschalige pilotstudie beoogt te onderzoeken of er verschillen zijn
tussen de kenmerken van somatoforme stoornissen en chronisch zieke kinderen.
Dit onderzoek zal aantonen of het zinvol is om de vergelijking tussen deze twee
groepen uit te breiden.
Op grond van de bevindingen van deze studie kan er meer inzicht komen in het
ontstaan en verloop van somatoforme stoornissen bij kinderen. Dit inzicht kan
leiden tot een verbetering in vroege herkenning en selectiemethoden voor
somatoforme stoornissen.
Onderzoeksopzet
Om tot een antwoord op de gestelde onderzoeksvraag te komen, wordt de CSI, SDQ,
CDI en MASC afgenomen bij de proefpersonen. De proefpersonen van het LUMC
zullen worden benaderd door de behandeld kinderarts voor deelname aan het
onderzoek. De proefpersonen van Curium zullen worden benaderd door de
behandelaar. Door middel van een geschreven inform consent worden de
proefpersonen geïnformeerd over het onderzoek.
Bij kinderen tot 12 jaar wordt uitsluitend toestemming van de ouders gevraagd
voor het afnemen van de vragenlijsten. Bij kinderen tussen de 12- 17 jaar wordt
zowel kind als ouder om toestemming gevraagd. De vragenlijsten met uitleg
zullen worden opgestuurd naar de ouders en het kind. Nadat de lijsten zijn
ingevuld worden ze geretourneerd naar Curium in een bijgevoegde, gefrankeerde
envelop. De gegevens zullen worden verwerkt in een statische analyse. Ten
slotte geldt dat de gegevens onder code zullen worden verzameld, waarbij de
sleutel van deze codering bekend is bij de onderzoeker. Na de afsluiting van
het onderzoek zal de sleutel door de onderzoeker worden vernietigd. Hiermee
zullen de gegevens volledig anoniem zijn.
Inschatting van belasting en risico
De belasting voor het onderzoek houdt het invullen van 4 vragenlijsten in:
de CSI, SDQ, CDI en de MASC. Het onderzoek heeft niet direct een
therapeutische effect.
Om te komen tot een vroege herkeninng van SD in de pediatrische populatie,
moeten kenmerken van SD worden vergeleken met kinderen die een gedefineerde
chronische somatische ziekte hebben. Een chronische ziekte die leidt tot
lichamelijke klachten. Zoals al eerder is aangegeven leidt SD tot functionele
beperkingen en hebben veel kinderen hier last van. De belasting van dit
onderzoek is minimaal, daarom rechtvaardigt het dit voorgestelde onderzoek.
Publiek
Endegeesterstraatweg 27
2342 AK Oegstgeest
Nederland
Wetenschappelijk
Endegeesterstraatweg 27
2342 AK Oegstgeest
Nederland
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Kinderen met een Somatoforme stoornis
- diagnose Somatoforme stoornis
- tussen de 7-18 jaar;Kinderen met een chronisch somatische ziekte:
- tussen de 7-18 jaar
-ziektes die overeen komen met klachten die gerelateerd zijn aan Somatforme stoornis, zoals chronische vermoeidheid, darmklachten en misselijkheid. Bijvoorbeeld kinderen met auto-imuunziektes of chronische darmziekte.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Kinderen met zware belastende somatische ziektes zoals Maligniteiten
- kinderen met zowel een Somatoforme stoornis als een chronisch lichamelijke ziekte
- Kinderen met een intelligentieniveau van beneden de 85
- Kinderen die het Nederlands onvoldoende beheersen
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL20698.058.07 |