De primaire doelstelling van het onderzoek is het vergelijken van de effectiviteit van moxifloxacine 400 mg oraal eenmaal daags gedurende 5 dagen met de effectiviteit van amoxiciline-clavulaanzuur 875/125 mg oraal tweemaal daags gedurende 7 dagen…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Bacteriële infectieziekten
- Luchtweginfecties
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het primaire effectiviteit eindpunt is het klinisch falen op de visite 8 weken
volgend op de therapie. Dit is gedefinieerd als de vereiste om òf tijdens
behandeling de dosering te verhogen òf systemisch antibiotica en/of systemisch
corticosteroïden toe te passen en/of patiënt op te nemen met antbiotica en/of
toepassing van systemische corticosteroïden binnen een periode van 8 weken
volgend op de studiegerelateerde antibiotica behandeling
Secundaire uitkomstmaten
• Klinische effectiviteituitkomsten gedurende, aan het einde en 4 weken na
behandeling
• Bacteriologische eradicatieuitkomsten gedurende, aan het einde, 4 en 8 weken
na behandeling
• Klinische effectiviteituitkomsten (voor patiënten met positieve sputum
monsters tijdens start van onderzoek) gedurende, aan het einde , 4 en 8 weken
na behandeling
• Wekelijks gemeten gemiddelde symptomen scores door middel van de *Acute
Exacerbation of Chronic Bronchitis Symptom Scale (AECB SS)*
• Verhoudingen en snelheid van klachtenvermindering door middel van de AECB-SS.
• De behoefte aan wijziging van de aanvullende medicatie zoals
bronchodilatatoren en inhalatiesteroïden, behalve de kortwerkende
bronchodilatatoren.
• Verbetering van de klachten gemeten door middel van de AECB-SS.
• Verbetering van de gezondheidsgerelateerde Quality of Life, gemeten met behup
van de St. George*s Hospital Respiratory Questionnaire (SGRQ)
• Longfunctietesten gedurende alle bezoeken.
• Gezondheids economische aspecten gerelateerd aan de verzorging samenhangend
met chronische bronchitis, inclusief ontsnappingsmedicatie, toegevoegde
medicatie, therapeutische apparatuur, diagnostische procedures, andere medische
zorg of inspanningen van medisch personeel, ziekenhuisopname en verlies aan
arbeid- en activiteit bijdragen.
• Veiligheid en tolerantie, met de nadruk op diarree.
Achtergrond van het onderzoek
Chronische bronchitis is gedefinieerd als een klinische diagnose bij patiënten
met een persisterende hoest en overmatige productie van slijm, resulterend in
overmatige sputumproductie gedurende het merendeel van de dagen over een
periode van tenminste drie opeenvolgende maanden tijdens twee opeenvolgende
jaren. Tengevolge van het chronische verloop en de periodieke verslechteringen
van deze acute exacerbaties, trekt het therapeutisch behandelen hiervan een
substantiële economische wissel op de samenleving. De etiologie van deze Acute
Exacebatie van Chronische Bronchitis (AECB) is multifactorieel, waarbij
bacteriën in ongeveer 50% een rol spelen. Studies toonden aan dat het aantal
patiënten met pathogene bacteriën in de luchtwegsecreties evenals het aantal
bacteriën toenam gedurende deze exacerbaties. Deze studies met sputumanalyse,
bronchoscopische lavage, moleculaire epidemiologie van de bacteriestammen en
immunologie maakten de relatie met de aanwezigheid van bacteriële infectie
duidelijk. Patiënten met AECB worden in het algemeen met empirische
antimicrobiële therapie behandeld aangezien de oorzakelijke bacterie vaak niet
bekend is. De voordelen van antibiotische therapie zijn in talrijke studies
aangetoond, met name bij mensen met ernstige luchtwegobstructie en ten aanzien
van tenminste twee van de volgende symptomen: toegenomen kortademigheid,
toegenomen sputumvolume en sputumpurulentie.
Moxifloxacine, een 8-methoxyfluoroquinolon, bezit activiteit tegen alle
belangrijke luchtwegpathogenen. Er is in toenemende mate de overtuiging dat
ondanks het schijnbaar goed beheren van een AECB bij patiënten met COPD de
ernst van de longschade toeneemt met het aantal exacerbaties. Daarenboven
resulteren zowel de exacerbaties als de gevolgen hiervan op lange termijn in
toegenomen morbiditeit, mortaliteit en afname van de kwaliteit van leven.
Een recentelijk afgesloten multinationale, gerandomiseerde studie (MOSAIC)
vergeleek moxifloxacine met gangbare antibiotica,.amoxiciline, clarithromycine
en cefuroxim axetil bij patiënten met Anthonisen I AECB. Alhoewel moxifloxacine
en de te vergelijken antibiotica geen verschil toonde qua klinische uitkomst
(dag 7 en 10 na therapie), toonde moxifloxacine klinische superioriteit aan bij
mensen die of geen corticosteroïden gebruikten of op een stabiele
onderhoudsdosis stonden (p=0.03). Tevens bleek superioriteit in
bacteriologische eradicatie en lange termijn succes. Bovendien hadden mensen
boven de 65 een verlengde tijd tot behandeling in geval van een failure/relapse
en minder exacerbaties binnen 6 tot 8 weken volgend op de behandeling. Deze
uitkomst suggereert het lange termijn verschil met name werd verkregen
gedurende de eerste 6 tot 8 weken na de antibiotische behandeling. Met name
deze periode verdient verder onderzoek teneinde de verschillen in therapiefalen
en het aantal exacerbaties optredend kort na de behandeling te kunnen
verklaren.
Doel van het onderzoek
De primaire doelstelling van het onderzoek is het vergelijken van de
effectiviteit
van moxifloxacine 400 mg oraal eenmaal daags gedurende 5 dagen met de
effectiviteit van amoxiciline-clavulaanzuur 875/125 mg oraal tweemaal daags
gedurende 7 dagen bij de behandeling van patiënten met een AECB.
Het primaire effectiviteit meetpunt is het klinisch falen op de visite 8 weken
volgend op de therapie. Dit is gedefinieerd als de vereiste om of tijdens
behandeling de dosering te verhogen of systemisch antibiotica en/of systemisch
corticosteroïden toe te passen en/of patiënt op te nemen met antibiotica en/of
toepassing van systemische corticosteroïden binnen een periode van 8 weken
volgend op de studie antibiotica behandeling
De secundaire doelstellingen van het onderzoek zijn de volgende vergelijkingen
tussen beide behandelingsgroepen:
• Klinische effectiviteituitkomsten gedurende, aan het einde en 4 weken na
behandeling
• Bacteriologische eradicatieuitkomsten gedurende, aan het einde, 4 en 8 weken
na behandeling
• Klinische effectiviteituitkomsten (voor patiënten met positieve sputum
monsters tijdens start van onderzoek) gedurende, aan het einde , 4 en 8 weken
na behandeling
• Wekelijks gemeten gemiddelde symptomen scores door middel van de *Acute
Exacerbation of Chronic Bronchitis Symptom Scale (AECB SS)*
• Verhoudingen en snelheid van klachtenvermindering door middel van de AECB-SS.
• De behoefte aan wijziging van de aanvullende medicatie zoals
bronchodilatatoren en inhalatiesteroïden, behalve de kortwerkende
bronchodilatatoren.
• Verbetering van de klachten gemeten door middel van de AECB-SS.
• Verbetering van de gezondheidsgerelateerde Quality of Life, gemeten met behup
van de St. George*s Hospital Respiratory Questionnaire (SGRQ)
• Longfunctietesten gedurende alle bezoeken.
• Gezondheids economische aspecten gerelateerd aan de verzorging samenhangend
met chronische bronchitis, inclusief ontsnappingsmedicatie, toegevoegde
medicatie, therapeutische apparatuur, diagnostische procedures, andere medische
zorg of inspanningen van medisch personeel, ziekenhuisopname en verlies aan
arbeid- en activiteit bijdragen.
• Veiligheid en tolerantie, met de nadruk op diarree.
Onderzoeksopzet
Dit is een multicenter, multinational, prospectief, gerandomiseerd,
dubbelblind/dubbeldummy, fase IV klinische studie in poliklinische patiënten
met een acute exacerbatie van chronische bronchitis, waarbij de klinische
non-inferioriteit 8 weken na therapie zal worden beoordeeld bij per protocol
geldig behandelde patiënten met moxifloxacine versus amoxiciline-clavulaanzuur.
Onderzoeksproduct en/of interventie
At random zullen de patiënten in groep 1 eenmaal daags 1 tablet van 400 mg moxifloxacine gedurende 5 dagen krijgen en in groep 2 tweemaal daags amoxiline-clavulaanzuur 1 tablet van 875/125 mg gedurende 7 dagen.
Inschatting van belasting en risico
Het aantal visites dat iedere patiënt, na randomisatie, wordt verzocht af te
leggen bedraagt 4.
Indien er een vervroegde stop van de studie plaats vindt, door bijvoorbeeld
falen van de therapie, het verder weigeren meet e doen etc., dient er nog een
*premature visit*te worden gehouden ter afsluiting.
Tijdens de eerste 13 dagen, dus gedurende de antibiotica therapie dient de
patiënt thuis een dagboekje met vragenlijst bij te houden. Dit gebeurt nadien
nog enkel bij de visites in het ziekenhuis. Daar worden ook twee vragenlijsten
ingevuld, de AECB-SS en de SGRQ.
Tijdens alle visites wordt de patiënt verzocht spirometrie te verrichten, dat
wil zeggen een FEV1 te blazen.
Indien de patiënt nog sputum produceert wordt hij/zij verzocht dit op te
hoesten tijdens de visites.
Er wordt geen bloed afgenomen.
Samenvattend kan gesteld worden dat de studie nauwelijks psychisch en/of
geestelijk belastend is.
Het aantal bezoeken (max. 5) en het invullen van vragenlijsten zou als
enigszins belastend kunnen worden gezien.
Publiek
Energieweg 1
3641 RT Mijdrecht
NL
Wetenschappelijk
Energieweg 1
3641 RT Mijdrecht
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Patiënten moeten aan de volgende inclusie criteria voldoen:
1. Poliklinische patiënt
2. Man of vrouw, leeftijd >=60 jaar
3. Patiënten moet behendeld kunnen wroden met orale antibiotica
4. FEV1<=50% van de voorspelde waarde op het moment van inclusie en/of een gedocumenteerde FEV1 is van <=60% gemeten tijdens een infectie-vrije periode in de voorliggende 12 maanden. Een eerder gemeten FEV1 is niet een vereiste als de FEV1 tijdens inclusie <=50%.
5. Gedocumenteerde voorgeschiedenis van 2 of meer AECB episodes, binnen 12 maanden voor de inclusie, waarvoor een behandeling met systemische antibiotica en/of systemische corticosteroiden nodig was
6. alle van de volgende symptomen/tekenen moeten aanwezig zijn en bevestigd worden door de onderzoeker:
• Toename in dyspnoe
• Purulent sputum
• Toename in sputum hoeveelheid
7. patiënt moet in staat zijn om voor randomisatie een purulent sputum monster te produceren door middel van diepe expectoratie ten behoeve van Gram kleuring, kweek en gevoeligheidstest. Het sputum zal macroscopisch beoordeeld worden door de onderzoeker en gegradeerd worden aan de hand van een kleurenkaart.
8. Patiënt rookt sigaretten of heeft in het verleden sigaretten gerookt en heeft een voorgeschiedenis met >=20 pack years (Pack years worden berekend door het aantal sigaretten per dag te delen door 20 (aantal sigaretten/pakje) en vermenigvuldigd met het aantal jaren dat de persoon heeft gerookt)
9. Voor inclusie moet de patiënt een infectie vrije periode van tenminste 30 dagen doorgemaakt hebben.
10. Patiënten moeten bereid zijn en in staat zijn om de vragenlijsten en het dagboekje in te vullen zonder hulp
11. Patiënten moeten een dusdanige medische conditie en sociale status hebben op het moment van inclusie dat zij de studie procedures kunnen uitvoeren.
12. Patiënten moeten in staat zijn en bereid zijn om voor de inclusie het informed consent te tekenen
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Exclusie criteria: Patiënten die
1. Bekend zijn met overgevoeligheid voor quinolonen, ß lactam bevattende antibiotica, of andere bestanddelen van de studie medicatie
2. Bekend zijn met aangeboren of verworven QT verlenging
3. Bekend zijn met klinisch relevante bradycardie
4. Bekend zijn met klinisch relevant hartfalen met een verminderde linker ventrikel ejectie fractie
5. Bekend zijn met een voorgeschiedenis van symptomatische ritmestoornissen
6. QT verlengende medicatie gebruiken, bijvoorbeeld klasse IA of III anti-aritmica (b.v., quinidine, procainamide, amiodarone, sotalol), neuroleptica (b.v., phenothiazines, pimozide, sertindole, haloperidol, sultopride), tricyclische antidepressiva, sommige antihistaminica (b.v., terfenadine, astemizole, mizolastine), of andere QTverlengende medicatie (b.v., cisapride, vincamine iv, bepridil, en diphemanil)
7. Bekend zijn met stoornissen in de elektolyten huishoueding die niet onder controle zijn, vooral ongecorrigeerde hypokaliaemie
8. Bekend zijn met een voorgeschiedenis van een erfelijke vorm van galactose intolerantie, Lapp lactase deficiëntie, of glucose galactose malabsorptie
9. hemodialyse behoeven
10. een voorgeschiedenis van pees ziekte/aandoening
11. Bekend zijn met een voorgeschiedenis van lever dysfunctie, inclusief bekend met verhoogde transaminases (ALT en/of AST >3 x ULN)
12. Bekend zijn met ernstig nier insufficiëntie met een GFR <30mL/min
13. Bekend zijn met neutropenie (neutrofielen <1000/mm³) veroorzaakt door immunosuppressieve therapie of maligniteit
14. Bekend zijn met AIDS (CD4 <200/mm³), of HIV positief en behandeld met Highly Active Anti Retroviral Therapy (HAART) (HIV test is niet noodzakelijk)
15. Bekend zijn met bronchus carcinoom, actieve long tuberculose, bekend zijn met diffuse bronchiectasieën, cystic fibrosis, chronische asthma (>15% reversibel), of pneumonie (X-thorax niet vereist)
16. Bekend zijn met chronische colonisatie van pathogene organismen die resistent zijn voor moxifloxacine en/of amoxicilline/clavulaanzuur (b.v., Pseudomonas aeruginosa, MRSA)
17. gedrurende lange tijd (>4 aaneengesloten weken) systemische corticosteroid behandeling (>10 mg/dag prednisolon of vergelijkend) ontvangen (zie Sectie 4.5.7 Prior and Concomitant Medication)
18. binnen 30 dagen voor aanvang van de studie een korte kuur systemische corticosteroide behandeling ontvangen
19. intraveneuze antibiotische therapie nodig hebben voor de behandeling van de aanwezige exacerbatie
20. niet in staat zijn om orale medicatie te gebruiken
21. met een levensverwachting van minder dan 6 maanden
22. systemische antibacteriële therapie hebben ontvangen binnen 30 dagen voor inclusie
23. gelijktijdig systemische antibacteriële medicatie nodig hebben
24. in 30 dagen voor screening deel hebben genomen in een andere studie
25. ondersteuning van de ademhaling nodig hebben (dit geldt niet voor patiënten die thuis zuurstof behandeling gebruiken of CPAP nodig hebben voor slaap apnoe) en/of zij die een tracheotomie in situ hebben
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2007-006096-37-NL |
CCMO | NL21808.003.08 |
Ander register | Studie wordt geplaatst op www.clinicaltrials.gov, zodra registratienummer beschikbaar is sturen wij dat na. |