Het doel van de studie is te onderzoeken of bij patiënten met CVS 1) de prestatie bij traplopen (snelheid, hartslag) geassocieerd is met het fysieke activiteitenniveau; 2) de prestatie bij traplopen geassocieerd is met verwachte toename van…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
Synoniemen aandoening
Aandoening
Chronisch Vermoeidheidssyndroom
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
- huidige vermoeidheid en pijn (gemeten met VVV-Nu en twee VAS-schalen)
- kinesiofobie (gemeten met TSK2)
- fysieke activiteitenniveau (gemeten met actometer)
Secundaire uitkomstmaten
nvt
Achtergrond van het onderzoek
Bij mensen met het Chronisch Vermoeidheids Syndroom (CVS) kan te grote
lichamelijke inspanning of zelfs een 30% toename in activiteit een terugval
uitlokken. Het lijkt dus aannemelijk dat patiënten met CVS een angst voor
fysiek belastende activiteiten (kinesiofobie) ontwikkelen en dus deze
activiteiten gaan ontwijken. Kinesiofobie wordt inderdaad vaak gezien bij
mensen met CVS en er is bewijs voor de klinische relevantie bij deze
patiëntengroep. Anderen weerspreken dit, omdat zij geen ontwijking van fysieke
belasting vonden bij CVS patiënten voorafgaand aan een inspanningsonderzoek.
Verder onderzoek is dus gewenst.
De verwachting van symptomen voorafgaand aan fysieke activiteit, zoals
traplopen, zou de prestatie en veronderstellingen over die activiteit kunnen
beïnvoeden. De hypothese is dat patiënten met kinesiofobie verergering van hun
symptomen voorafgaand aan die taak overschatten. Het omgekeerde zou gelden voor
patiënten met CVS zonder kinesiofobie.
Bij patiënten met CVS beïnvloedt de ernst van de vermoeidheid het huidige
activiteitenniveau en verwachtte vermoeidheid hangt samen met een laag
activiteitenniveau, wat suggereert dat patiënten symptomen proberen te
voorkomen door fysieke activiteit te vermijden. Ook lijkt kinesiofobie
gerelateerd aan een laag activiteitenniveau en een hoge mate van beperking.
Door de fysieke activiteit te meten kan de groep patiënten verdeeld worden in
laag-actieve, fluctuerend actieve en relatief actieve patiënten. In lijn met de
hypothese wordt verwacht dat het niveau van kinesiofobie evenredig is met het
fysieke activiteitenniveau. Verder is de hypothese dat goede prestatie bij het
traplopen gerelateerd is aan een hoog activiteitenniveau, lage verwachte
toename van symptomen en een laag niveau van kinesiofobie bij patiënten met
CVS.
Doel van het onderzoek
Het doel van de studie is te onderzoeken of bij patiënten met CVS 1) de
prestatie bij traplopen (snelheid, hartslag) geassocieerd is met het fysieke
activiteitenniveau; 2) de prestatie bij traplopen geassocieerd is met verwachte
toename van symptomen en mate van kinesiofobie; 3) patiënten met een hoge mate
van kinesiofobie de intensiteit van hun symptomen bij een fysieke taak zoals
traplopen overschatten en patiënten met een lage mate van kinesiofobie de
intensiteit van hun symptomen onderschatten; 4) verwachte toename van symtpomen
en mate van kinesiofobie gerelateerd zijn aan het fysieke activiteitenniveau
Onderzoeksopzet
Op de eerste dag vullen proefpersonen acht korte vragenlijsten in. Hierna lopen
ze twee trappen op en neer, waarbij hartslag en tijd worden gemeten.
Onmiddelijk hierna worden ze weer gevraagd hun huidige vermoeidheid en pijn
weer te geven met een korte vragenlijst en twee VAS-schalen voor pijn en
vermoeidheid.
Om vermoeidheid na inspanning te meten vullen proefpersonen 24 uur na het
traplopen een drietal korte vragenlijsten in.
Tijdens de acht dagen na het traplopen wordt ook een actometer gedragen. Dit is
een klein apparaatje dat beweging detecteert en om de enkel gedragen wordt. Dit
wordt echter gecombineerd met de standaard voormeting voordat mensen in
therapie gaan, waarbij 14 dagen een actometer gedragen wordt.
Inschatting van belasting en risico
De belasting voor de proefpersonen is gering. Traplopen zelf is enigzins
belastend en na afloop kunnen vermoeidheids- en pijnklachten maximaal 2 dagen
wat verhoogd zijn. Dragen van de actometer is hooguit wat lastig en bovendien
wordt de actometer sowieso al gedragen voor therapiedoeleinden.
Er zijn geen risico's verbonden aan deelname aan dit onderzoek.
Publiek
Mercator 1, Toernooiveld 214
6525EC Nijmegen
Nederland
Wetenschappelijk
Mercator 1, Toernooiveld 214
6525EC Nijmegen
Nederland
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- leeftijd 18 tm 65 jaar
- CDC criteria Chronisch Vermoeidheids Syndroom
- ernstig vermoeid (CIS fatigue >35) en ernstig beperkt in fysiek functioneren (RAND-36 fysiek functioneren <65)
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- afwijkingen aan hart of knieën
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL22908.091.08 |