Actietendens- en werkgeheugentraining bij cocaïneafhankelijke patiënten.

Deze studie vergelijkt het effect van twee recent ontwikkelde neurocognitieve
trainingsmethodes die beide gericht zijn op het beinvloeden van de
informatieverwerking bij cocaïne afhankelijke patiënten. De eerste interventie
interfereert direct met automatische actie-tendensen om cocaïne te benaderen.
Deze Cocaïne Actie Tendens Training (CATT) is erop gericht de automatische
neiging om cocaïne te benaderen te verminderen en zo de zucht naar cocaïne te
verminderen en de abstinentie te bevorderen. De tweede interventie heeft tot
doel de capaciteit om impulsen te controleren te vergroten door een
werkgeheugen training. Werkgeheugentraining (WMT) is succesvol toegepast bij
patiënten met Attention Deficit Hyperactivity Disorder (ADHD). Recent is
gevonden dat werkgeheugen de invloed van automatische impulsen om alcohol en
drugs te nemen modereert. Een succesvolle training van het werkgeheugen zou
daarom de controle over dergelijke impulsen kunnen verbeteren.

Verkleinen van de aandachtsbias voor cocaïne gerelateerde stimuli en
automatische actietendensen in cocaïneverslaafden door middel van CATT of WMT
en hiermee het doen afnemen van de zucht naar cocaïne. Verder onderzoeken we of
terugval afneemt na training. Lange termijn doel is het effect van CATT en WMT
tijdens de reguliere behandeling te onderzoeken om te beoordelen of het een
zinvolle aanvulling is op de behandeling van cocaïneafhankelijke patiënten.

Een 2 x 2 design. Er worden twee versies van twee interventies gecombineerd:
iedereen krijgt ofwel een werkzame versie van de CATT ofwel een *placebo*
controleversie van de CATT en hetzelfde geldt voor de WM-training. Een groep
krijgt dus twee trainingen waarvan we effect verwachten, twee groepen krijgen
een training waarvan we effect verwachten en een placebo training en een groep
krijgt twee placebo trainingen. Iedereen doet mee in zes sessies, een
voormeting, vier trainingssessies en een nameting. Tot zes weken na deelname
wordt bijgehouden of een proefpersoon nog abstinent is, of teruggevallen is in
cocaïnegebruik.

Deelnemers doen vier maal mee aan twee verschillende trainingen, de CATT en de WMT, die in beide gevallen echt kan zijn of placebo. De CATT is een computertaak waarin cocaïnegerelateerde en neutrale stimuli worden aangeboden. Instructie bij deze joysticktaak is om zo snel mogelijk plaatjes weg te duwen of naar zich toe te trekken op basis van het formaat (>landscape> of >portrait>). De actietendensen van proefpersonen worden in de trainingsessies beïnvloed door ervoor te zorgen dat de proefpersoon cocaïneplaatjes consequent wegduwen (omdat ze in het format komen dat weggeduwd wordt). In de placebo-conditie komen de cocaïneplaatjes en de controleplaatjes even vaak in het format dat getrokken wordt als in het format dat weggeduwd wordt. Hiervan wordt op basis van eerder onderzoek geen effect verwacht. De WMT is een visuo-spatiele werkgeheugentraining in individueel oplopende moeilijkheidsgraad. Van de gelijksoortige controletaak wordt op basis van eerder onderzoek geen effect verwacht omdat de controletaak op een heel laag niveau zonder training- of leereffect uitgevoerd wordt.

Er is geen noemenswaardig risico aan participatie in de studie verbonden. Het
enige denkbare negatieve effect dat we kunnen voorzien is dat de training,
waarin cocaïnegerelateerde stimuli getoond worden de zucht naar cocaïne tijdens
de training zou kunnen vergroten. Voor een dergelijk effect is echter geen
bewijs uit de wetenschappelijke literatuur en in eerdere studies van onszelf
met andere middelen (alcohol, heroine) is dit ook niet gevonden.