Dit onderzoek heeft als eerste doel de validiteit en toegevoegde waarde voor de JGZ te bepalen van de SDQ Self Report in vergelijking met de KIVPA. Ook wordt nagegaan of de SDQ Parent Form, ingevuld door alle ouders, en de SDQ Teacher Form -…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
Synoniemen aandoening
Aandoening
psychsociale problemen
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De volgende onderzoeksvariabelen en uitkomstmaten zijn van belang:
* Area Under the Receiver Operating Characteristics Curve (AUC) volgens een ROC
Analyse;
* Sensitiviteit (percentage adolescenten dat terecht gesignaleerd wordt) en
specificiteit (percentage adolescenten dat terecht niet gesignaleerd wordt) van
de SDQ en de KIVPA, waarbij de YSR/CBCL en de behandelstatus van de adolescent
als criteria worden gebruikt.
* De meerwaarde van de totaalscore, de (sub)schalen en de impact vragen van de
SDQ Self Report bij het voorspellen van de score op de YSR/CBCL en de
behandelstatus van de adolescent.
Secundaire uitkomstmaten
* Meerwaarde van de SDQ Parent Format en SDQ Teacher Format bij het voorspellen
van de score op de YSR/CBCL en de behandelstatus van de adolescent.
* Meerwaarde van de vragen die zijn toegevoegd in de SPsy versie van de SDQ
self report bij het voorspellen van de score op de YSR/CBCL en de
behandelstatus van de adolescent.
*Meerwaarde van de KIVPA totaalscore en de subschaalscores bij het voorspellen
van de score op de YSR/CBCL en de behandelstatus van de adolescent.
Achtergrond van het onderzoek
Psychosociale problemen komen veel bij adolescenten en kunnen leiden tot
ernstige beperkingen in het dagelijks functioneren. Slechts een minderheid van
de kinderen met dergelijke problemen heeft contact met jeugdzorg of de
geestelijke gezondheidszorg. Volgens het basistakenpakket moeten alle GGD'en
psychosociale problemen bij kinderen op uniforme wijze opsporen. Vroegtijdige
herkenning met goede instrumenten kan leiden tot verbeterde prognose. Onderzoek
van TNO Kwaliteit van Leven (TNO) toont dat de JGZ bij 25% van de schoolgaande
kinderen psychosociale problemen opspoort, zonder gevalideerde instrumenten. De
JGZ mist veel kinderen met problemen: bij bijna 50% van de kinderen met een
klinische Totale Probleemscore op de Child Behavior Checklist (CBCL) wordt geen
probleem gezien. Omgekeerd worden bij veel kinderen problemen gesignaleerd bij
wie de CBCL geen problemen suggereert. Ook blijkt de kans dat een probleem
wordt gesignaleerd afhankelijk van de individuele JGZ-medewerker door wie het
kind wordt onderzocht. De herkenning van psychosociale problemen bij kinderen
door de JGZ kan dus effectiever. Kern is niet 'meer verwijzen' maar 'de juiste
kinderen verwijzen'.
Onderzoek in Nederland laat zien dat herkenning door de JGZ sterk verbeterd kan
worden met goede signaleringslijsten. Recent koos GGD Nederland tbv de zorg
voor 7-12 jarigen voor de SDQ als standaardlijst. Belangrijke redenen daarvoor
waren de goede kwaliteit van deze lijst en de implementatie van deze lijst bij
Bureaus Jeugdzorg (BJZ). Daarom is de SDQ nu ook de indicator geestelijke
gezondheid in de Monitor Jeugdgezondheid voor deze groep.
Momenteel wordt voor adolescenten meestal de Korte Indicatieve Vragenlijst voor
Psychsociale problematiek bij Adolescenten gebruikt (KIVPA). Onderzoek heeft
aangetoond dat dit instrument unidimensioneel is. De lijst verbetert de
signalering weliswaar, maar is niet efficient. Na deze bevindingen is de KIVPA
aangepast, maar deze gewijzigde variant is nog niet gevalideerd.
Invoering van de SDQ i.p.v. de KIVPA bij adolescenten biedt een aantal
voordelen:
- De JGZ kan met de SDQ op verschillende momenten in de ontwikkeling beter
vergelijkbare gegevens verzamelen.
- Gebruik van de SDQ vergemakkelijkt de samenwerking met BJZ waar de SDQ ook
gebruikt gaat worden.
- Gebruik van een type instrument in de JGZ voor verschillende leeftijden
vergemakkelijkt de implementatie, waarbij aangesloten kan worden bij het
implementatieplan voor de SDQ 7-12, zoals dat door TNO en GGD Nederland wordt
uitgevoerd.
- Breed inzetbaar instrumentarium: er zijn versies voor ouders, en leerkrachten
(crossinformant-informatie). Er zijn verschillende taalversies, waardoor hij zo
nodig gebruikt kan worden bij niet Nederlands sprekenden.
Deze voordelen gelden als de SDQ een met de KIVPA tenminste vergelijkbare
psychometrische kwaliteit heeft. Mogelijk bieden de subschalen van de SDQ en
ook perspectief op een meer genuanceerde signalering dan de KIVPA. Dit
onderzoek heeft als eerste doel de validiteit en toegevoegde waarde voor de JGZ
te evalueren van de SDQ Self Report in vergelijking met de KIVPA. Met de
resultaten kunnen GGD Nederland het Centrum Jeugdgezondheid van het RIVM
besluiten of het verantwoord is de KIVPA te vervangen door de SDQ.
Ook wordt nagegaan of de SDQ Parent form, ingevuld door alle ouders, en de SDQ
Teacher form ingevuld bij kinderen bij wie leerkrachten problemen vermoeden, de
signalering verbetert. Tot slot zal ook bepaald worden in hoeverre de
subschalen van SDQ en KIVPA en het SDQ-impact deel de signalering verbeteren.
Doel van het onderzoek
Dit onderzoek heeft als eerste doel de validiteit en toegevoegde waarde voor de
JGZ te bepalen van de SDQ Self Report in vergelijking met de KIVPA. Ook wordt
nagegaan of de SDQ Parent Form, ingevuld door alle ouders, en de SDQ Teacher
Form - ingevuld bij adolescenten bij wie de docent problemen vermoeden, de
signalering verbeteren. Met de resultaten kunnen GGD Nederland en het Centrum
Jeugdgezondheid van het RIVM besluiten of het verantwoord is de KIVPA te
vervangen door de SDQ. Ook zal voor de SDQ de discriminerende validiteit
bepaald worden tussen adolescenten uit de open populatie en kinderen in een
poliklinische populatie.
De volgende vragen worden beantwoord:
1. Wat is de respons op de vragenlijsten (SDQ en KIVPA), met name naar
etniciteit? Waarom worden de lijsten niet ingevuld?
2. Wat is de betrouwbaarheid van de (sub)schalen? Kan de veronderstelde
schaalstructuur onderbouwd worden?
3. Wat is de validiteit (criteria: een klinische score op de YSR / CBCL en
behandeling) van beide lijsten en verschillen zij hierin?
Ook zal voor de SDQ het onderscheidend vermogen tussen de open populatie en een
poliklinische populatie worden bepaald.
4. Meten de items en de schalen van beide instrumenten bij adolescenten van
allochtone afkomst hetzelfde als bij autochtone adolescenten?
5. Bieden de vragenlijsten meerwaarde aan de JGZ: maken zij een beter
onderscheid tussen adolescenten met en zonder problemen mogelijk dan op basis
van bij de JGZ bekende risicofactoren en door de JGZ zonder vragenlijsten
gesignaleerde problemen mogelijk is en verschillen zij hierin?
6. Kunnen de SDQ- en KIVPA subschalen en de SDQ-impactvragen de signalering
verbeteren?
7. Leidt de SDQ (TF), ingevuld bij adolescenten bij wie de docent een probleem
vermoedt, tot een betere signalering?
8. Leidt de SDQ (PF), ingevuld door ouders, tot een betere signalering?
Onderzoeksopzet
Het plan van aanpak bestaat uit drie fasen:
1 Voorbereiding
2 Dataverzameling
3 Analyse en verslaglegging
FASE 1: VOORBEREIDING
In deze fase zullen de volgende activiteiten worden ondernomen:
1 Werving van GGD-en, in samenwerking met GGD Nederland, inclusief het maken
van afspraken over aantallen en specifiek tijdsschema per GGD;
2 Ontwikkeling c.q. samenstelling van te hanteren vragenlijsten voor ouders en
JGZ-medewerkers;
3 Verzending van vragenlijsten naar JGZ; opzetten van responsadministratie
4 Instructie van twee uur op elke deelnemende GGD over de bij het onderzoek te
volgen procedures.
De volgende vragenlijsten zullen worden samengesteld:
a) Vragenlijsten voor de adolescenten: YSR, SDQ, en de KIVPA
b) Vragenlijst voor ouders, bestaande uit SDQ Parent Form, de CBCL en een
aantal demografische kenmerken.
c) Vragenlijst voor de leerkracht: de SDQ Teacher Form
d) Non-response vragenlijst in te vullen door JGZ medewerker wanneer de
adolescent niet aan het onderzoek deelneemt (leeftijd, sekse, en enkele
aanvullende kenmerken, zoals etniciteit en reden van niet-deelname).
e) Responsvragenlijst in te vullen door JGZ, bij deelname van de adolescent aan
het onderzoek (bij het PGO gesignaleerde problemen, de ernst en aard daarvan,
onder behandeling zijn voor psychosociale problemen en een aantal aanvullende
kenmerken zoals etniciteit).
f) Een meertalige (Nederlands, Engels, Turks en Arabisch) versie van de
adolescentenvragenlijst: SDQ of KIVPA, in combinatie met een beperkt aantal
demografische kenmerken, tijdens het PGO te gebruiken bij adolescenten die de
vragenlijst ivm taal- of leesproblemen niet konden invullen.
Als criteriummaten worden meegenomen: de CBCL en de YSR en onder behandeling
geweest zijn voor psychosociale problemen gedurende de laatste 6 maanden. De
CBCL/ YSR wordt als criterium meegenomen omdat het de meest gevalideerde, in
grootschalig onderzoek bruikbare vragenlijsten zijn voor het meten van
emotionele en gedragsstoornissen.
FASE 2: DATAVERZAMELING EN VOORBEREIDING ANALYSE
De dataverzameling is zo opgezet dat hij zo sterk mogelijk lijkt op de wijze
waarop de gegevens ook in de JGZ-praktijk ten behoeve van een regulier PGO
worden verzameld. Dit om de generaliseerbaarheid van de onderzoekgegevens naar
de reguliere praktijk te optimaliseren.
De hoofddataverzameling vindt als volgt plaats:
* De JGZ zendt de vragenlijsten voor de adolescenten en hun ouders toe naar
adolescenten die worden opgeroepen voor een regulier PGO, met het verzoek die
in te vullen en bij de JGZ in een gesloten enveloppe tijdens het PGO in te
leveren.
* De JGZ neemt de adolescenten- en oudervragenlijsten in tijdens het PGO en
vraagt de adolescenten of zij de vragenlijst inderdaad hebben ingevuld; indien
niet, dan wordt de non-responsvragenlijst ingevuld; indien wel, dan de
responsvragenlijst. Bij adolescenten die de vragenlijst vanwege taal- of
leesproblemen niet hebben ingevuld wordt tijdens het PGO geprobeerd de
vertaalde vragenlijst af te nemen; random wordt daarbij voor de SDQ of de
KIVPA-versie gekozen.
* De JGZ zendt de vragenlijsten periodiek naar TNO samen met de ingevulde
respons- of nonresponsvragenlijsten. Daar worden de vragenlijsten zo spoedig
mogelijk op correcte invulling gecontroleerd; bij vragen wordt onmiddellijk
contact opgenomen met de betreffende JGZ-medewerker; dit ook met het oog op een
correcte koppeling van de adolescentenlijsten en de JGZ lijsten.
* Ten behoeve van de vergelijking met een poliklinische populatie zullen de
gegevens gecombineerd worden met standaard beschikbare SDQ gegevens van
adolescenten die de afgelopen jaren voor diagnostiek bij Curium-LUMC aangemeld
werden.
Aanvullend wordt de volgende dataverzameling bij leerkrachten opgezet:
Leerkrachten wordt - onder voorbehoud van toestemming van de ouders en
adolescenten - gevraagd om bij die leerlingen bij wie zij problemen vermoeden
de SDQ Teacher Form in te vullen en daarop het juiste identificatienummer te
vermelden, in plaats van de naam van de leerling. Uitdrukkelijk wordt er niet
voor gekozen om leerkrachten te vragen een SDQ TF in te vullen voor elke
leerling in de klas. Dit omdat het voor de leerkracht een zware belasting zou
vormen, omdat het door veel JGZ-afdelingen als niet mogelijk geacht wordt en
omdat het invullen van een vragenlijst voor 20 à 25 leerlingen na elkaar
waarschijnlijk weinig betrouwbare informatie zal opleveren, met name bij die
leerlingen die later aan de beurt zijn.
Om het niet-pluisgevoel te operationaliseren zal de eerste vraag van het
Impactdeel van de SDQ gebruikt worden voor de leerkracht (Denkt u over het
geheel genomen dat dit kind moeilijkheden heeft op één of meer van de volgende
gebieden:emoties, concentratie, gedrag of vermogen om met andere mensen op te
schieten? Antwoorden op een vierpunts-schaal). De leerkracht wordt gevraagd de
volledige SDQ in te vullen voor elke leerling bij wie hij of zij problemen
vermoedt.
De ingevulde vragenlijsten kunnen in een bijgeleverde retourenveloppe
rechtstreeks aan TNO worden gezonden. Leerkrachten wordt gevraagd die
retourenveloppe altijd te retourneren, ook als zij bij geen enkele leerling
problemen vermoeden. Gebruikmakend van de toegevoegde subcode informeert TNO de
JGZ van welke leerkrachten vragenlijsten ontvangen zijn (maar niet over welke
leerlingen leerkrachtinformatie is ontvangen). De JGZ zal leerkrachten van wie
niets ontvangen is eenmalig schriftelijk rappelleren.
De procedure van de hoofddataverzameling is in principe goeddeels identiek aan
die welke gevolgd werd bij de evaluatie naar aanleiding waarvan besloten werd
de SDQ in de zorg voor zeven tot twaalfjarigen in te voeren.
Er is echter een uitzondering: bij ouders die de vragenlijst vanwege taal- of
leesproblemen niet hebben ingevuld wordt tijdens het PGO geprobeerd de
vertaalde vragenlijst af te nemen; random wordt daarbij voor de SDQ of de
KIVPA-versie gekozen.
De procedure resulteert in een steekproef die op de meeste achtergrondkenmerken
van de respondenten representatief is voor de populatie onder zorg. Door het
zeer hoge bereik van de JGZ ook bij kinderen uit etnische minderheden (gemeten
aan vaccinatiegraad voor alle leeftijden > 95%), geldt dit voor een belangrijk
deel ook voor etniciteit. Niettemin is er een wat grotere non-respons bij
groepen van niet-Nederlandse herkomst voorstelbaar. In de dataverzameling bij
JGZ-medewerkers zal nauwkeurig aandacht geschonken worden aan redenen van
non-respons. Ook zal in de analyse veel aandacht besteed worden aan etniciteit,
onder andere door middel van verkennende analyses naar Differential Item
Functioning, en de vraag of de relaties met criteriummaten bij kinderen uit
etnische minderheden vergelijkbaar is met die onder autochtone kinderen.
FASE 3: ANALYSE EN VERSLAGLEGGING
In relatie tot de centrale vraagstellingen worden de volgende stappen gezet:
1) Beschrijving van respons en redenen voor non-respons, met name ook naar
etniciteit;
2) Toetsing van schaalstructuur door middel van het berekenen van de interne
consistentie en toetsende factoranalyse met behulp van Structural Equation
Modeling.
3) Bepaling van de validiteit: berekening van sensitiviteit, specificiteit en
Area Under the Receiver Operating Characteristics Curve (AUC); toetsing van het
verschil in AUC tussen KIVPA en SDQ. Als criteria zullen worden gehanteerd een
klinische score op YSR, CBCL en behandelstatus (onder behandeling zijn geweest
voor psychosociale problemen in het halve jaar voorafgaand aan het PGO). Ter
bepaling van het onderscheidend vermogen van de SDQ: vergelijking percentage
kinderen met een verhoogde SDQ score in open populatie met die in poliklinische
populatie;
4) Vergelijkbaarheid van de instrumenten bij kinderen van Nederlandse en
niet-Nederlandse afkomst:
* vaststellen van Differential Item Functioning (DIF) naar etniciteit:
multinomiale logistische regressie in twee stappen:
Inschatting van belasting en risico
Het onderzoek vindt plaats in de context van het periodieke
gezondheidsonderzoek waarvoor adolescenten van 13 jaar en ouder standaard
worden uitgenodigd. De adolescent heeft ongeveer 20 minuten nodig voor het
invullen van de vragenlijst. In het kader van de consulten wordt aan hun ouders
gevraagd om een schriftelijke vragenlijst in te vullen. Dat kost hen naar
schatting een 15 minuten. Het invullen van de verschillende vragenlijst brengt
geen enkel risico met zich mee voor ouders of adolescent.
Publiek
Postbus 2215
2301 CE Leiden
NL
Wetenschappelijk
Postbus 2215
2301 CE Leiden
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Adolescenten van 13 jaar en ouder en hun ouders die worden opgeroepen voor het standaard periodiek gezondheidsonderzoek door JGZ
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Adolescenten jonger dan 13 jaar; ouder dan 17
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL23976.058.08 |