Het doel van dit observationele onderzoek is om in een grotere groep patiënten met getrainde honden te zien in hoeverre deze opvallende resultaten gereproduceerd kunnen worden en of dit trainingseffect blijft bestaan. Daarnaast wordt gekeken in…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Diabetescomplicaties
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primaire Eindpunt
Als primair eindpunt wordt genomen het aantal maal dat de hond een
hypoglycaemie signaleert en er ook een bloedsuiker < 4 mmol/L gemeten wordt met
smbg [H+smbg+] gedeeld door het aantal perioden dat de CGM een hypoglycaemie
heeft geregistreerd [CGM+].
(nota bene : door de lag time hoeft de hypoglycaemie gemeten met de smbg niet
glijktijdig met de hypo-cgm op te treden. Wanneer door de patient snel glucose
genomen wordt kan de cgm zelfs geen hypo-periode registreren [smbg+CGM-]. In
dat geval wordt de hypo-signalering door de hond als adekwaat beschouwd en
meegeteld.)
Sensitiviteit hypo-alert hond = [H+smbg+] / ( [CGM+]+[smbg+CGM-] ).
Een adequate signalering van hypoglycaemiëen bij de patiënt door de hond in 90%
of meer van de gevallen wordt als relevant voor de klinische praktijk beschouwd.
Berekeningen vinden plaats in de laatste drie van de vier meetperioden.
Secundaire uitkomstmaten
Secundair Eindpunt
1. aantal door de hond gesignaleerde hypo*s, waarbij de sbgm > 4,0 mmol/L was
en ook niet binnen een half uur daalde onder de 4,0 mmol/L (vals-positieven).
2. aantal door de hond gemiste hypo*s gedeeld door aantal perioden van glucose
< 4,0 mmol/L bij CGM (vals-negatieven).
3. tijd tussen alarmeren van de hond en signaleren van glucose-waarde < 4,0
mmol/L bij CGM.
4. aantal door de hond gesignaleerde hoge bloedsuikers ( > 10 mmol/L) gedeeld
door het aantal perioden van glucose-waarden > 10 mmol/L gemeten met CGM.
5. Aantal patienten dat weer gevoel van hypoglycaemie terugkrijgt
(hypo-awareness).
Dit wordt dmv navragen en uit dagboekinformatie ten tijde van CGM verkregen.
6. Treedt er verbetering van kwaliteit van leven op, gemeten aan de 3
vragenlijsten na 8 en na 12-18 maanden.
Achtergrond van het onderzoek
Hypoglycaemie-unawareness is gedefinieerd als het verlies van
waarschuwingssignalen (zg.adrenerge), die normaal optreden voordat er
dysfunctioneren van de hersenen ontstaat, tijdens het dalen van de
bloedsuikerconcentratie.
Wanneer de bloedsuiker concentratie daalt onder de 4 mmol/L worden er in de
circulatie contra-regulerende hormonen afgescheiden, zoals glucagon,
adrenaline, cortisol en groeihormoon. Deze hebben onder andere tot doel om de
bloedsuikerconcentratie te verhogen. Daarnaast wordt het sympatische autonome
zenuwstelsel geactiveerd. De hierdoor afgegeven noradrenaline en de door het
bijniermerg afgegeven adrenaline zorgen voor lichamelijke signalen, zoals
hartkloppingen, transpireren, een gevoel van onrust, die een patiënt
waarschuwen dat er een hypoglycaemie gaande is. De patiënt kan dan maatregelen
nemen, die moeten voorkomen dat de bloedsuiker onder de 3 mmol/L zakt, een
concentratie waarbij hersenfuncties gaan uitvallen en er o.a. niet meer
adequaat gereageerd kan worden op een hypoglycaemie. Het verlies van adrenerge
signalen is geen on-off fenomeen en treedt progressief op naarmate de diabetes
langer bestaat en naarmate er meer hypoglycaemieen optreden.
Hypoglycaemie-unawareness treedt vooral op bij patiënten met type 1 diabetes
en ongeveer 25% van deze mensen krijgt er mee te maken. Hypo-unawareness is een
belangrijke voorspeller van ernstige hypoglycaemieen en kan de kwaliteit van
leven van de mens met diabetes ernstig beperken.
Een specifieke behandeling voor hypo-unawareness is niet voorhanden. Wanneer
men in staat is om gedurende enkele maanden hypoglyceamieen te vermijden, dan
kan het hypo-gevoel soms weer enigszins herstellen. In de praktijk is dit
moeilijk te verwezenlijken zonder onacceptabele langdurig hoge bloedsuikers.
Reeds jaren terug werd gepubliceerd dat huisdieren, met name honden, soms ander
gedrag vertonen op het moment dat hun baasje een hypoglycaemie had (1). Dit
heeft ertoe geleid dat een hondentrainingscentrum in Australië is gestart met
het trainen van honden om hun baasje te attenderen wanneer er een hypoglycaemie
optreedt. De training bestaan uit het zorgen voor volledige aandacht van de
hond voor zijn baas zodat de hond zomin mogelijk afgeleid wordt. Daarnaast
wordt gedrag dat optreedt tijdens een hypoglycaemie van de baas beloond. Dit
gedrag moet een vorm van aandacht vragen door de hond zijn zodanig dat het
baasje gealarmeerd wordt dat er een hypoglycaemie is. Wanneer hetzelfde gedrag
optreedt zonder dat er sprake is een hypo wordt de hond genegeerd. Zo wordt de
hond geleerd bepaald gedrag te tonen bij een hypoglycaemie.
In een eerste onderzoek bij een patiënte met hypo-unawareness met een getrainde
hond, bleek bij continue glucosemonitoring de hond zeer nauwkeurig te
waarschuwen voor hypogly-caemieen. Van de 11 hypo*s die zich voordeden in een
tijdsbestek van 96 uur, gaf de hond er 9 op tijd aan. Eén nachtelijke hypo werd
gemist (terwijl de hond sliep) en één hypo overdag werd gemist toen de hond
afgeleid werd door een huiselijke ruzie (2).
Doel van het onderzoek
Het doel van dit observationele onderzoek is om in een grotere groep patiënten
met getrainde honden te zien in hoeverre deze opvallende resultaten
gereproduceerd kunnen worden en of dit trainingseffect blijft bestaan.
Daarnaast wordt gekeken in hoeverre de patiënten dankzij de hond hun
hypoglycaemie-awareness weer terug krijgen. Tevens wordt bekeken in hoeverre de
hypo-alert hond een effect heeft op de kwaliteit van leven van de patiënt.
Onderzoeksopzet
Onderzoeksopzet
Per patiënt zal in totaal 4 maal een periode geblindeerd
continueglucosemonitoring worden verricht. Gemeten wordt voor start van de
training, in de eerste 4 maanden van de training, na 8-10 maanden en na 12-18
maanden. De meetperiode is afhankelijk van de duur van betrouwbare meting ,
maar zal minimal 72 uur per keer zijn. Gedurende de meetperiode houdt de
patiënt een dagboek bij. Wanneer patiënten zelf een hoge of lage bloedsuiker
denken te hebben of wanneer de hond signaleert dat er een afwijkende
bloedsuiker is, meet de patiënt zijn bloedsuiker (smbg) en handelt naar
bevinden. Het tijdstip van meting wordt genoteerd en tevens of de hond danwel
de patiënt zelf signaleerde .
Achteraf zal de CGM worden uitgelezen en zal gekeken worden naar de correlatie
tussen lage bloedsuikers bij CGM en bij de smbg.
Een hypoglycaemie bij CGM of bij smbg wordt gedefinieerd als een bloedsuiker
kleiner of gelijk aan 3,9 mmol/L.
Aangezien CGM een vertraging tov bloed kan hebben bij daling of stijging van de
bloed-suiker zal ook gekeken worden naar zelfgemeten hypo*s (smbg) en de waarde
op dat moment gemeten met CGM en ook naar de zg. lag-time.
*Angst voor hypoglycemie* en *Diabetes-specifieke kwaliteit van leven* en
*diabetes-distress* worden gemeten met gevalideerde vragenlijsten. Voor start
van de training, na 8 maanden en na 12-18 maanden worden de volgende
vragenlijsten door de patiënten ingevuld. De AHV is een vragenlijst die een
goede indruk geeft over de mate van angst voor hypoglycaemieen (3). De PAID
meet aanwezigheid van depressie en diabetes-specifieke distress .
De ADDQoL 19 is een vragenlijst met 19 items specifiek gericht op
diabetesgerelateerde kwaliteit van leven (4). (zie bijlage).
Inschatting van belasting en risico
de belasitng voor de patient bestaat uit het rondlopen met een onderhouds
naaldje met slangetje en sensorapparaat gedurende 3 dagen maal 4. Voor
patienten met diabetes die vaak een pomp gebruiken is dit een weinig extra
belastend onderzoek.
Daarnaast wordt gevraagd om in totaal 3 maal 3 vragenlijsten in te vullen.
Publiek
H.Dunantweg 2
9834 AD
NL
Wetenschappelijk
H.Dunantweg 2
9834 AD
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
diabetes 1 patienten met hypoglycaemie-unawareness
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
psychiatrische problemen
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL30622.099.09 |