Door middel van 3 verschillende chemische, fysische en IgE-gemedieerde nasale provocatietesten wordt een nasale reactie uitgelokt in deze patiëntengroepen. Op basis van de klinische reactie, gemeten met behulp van VAS-score en symptoomscore, Peak…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Bovenste luchtwegaandoeningen (excl. infecties)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
1. Het verschil tussen klinische en lokale inflammatoire reactie op nasale
provocatietesten binnen de vier groepen.
2. Het verschil in klinische en lokale inflammatoire reactie op nasale
provocatietesten tussen de vier groepen.
3. Het verschil tussen de reactie op chemische en fysische stimuli en aerogene
allergenen tussen de vier groepen.
4. Het verschil in genexpressie van inflammatoire en andere mediatoren van
rhinitis op RNA niveau tussen de vier groepen.
Secundaire uitkomstmaten
niet van toepassing
Achtergrond van het onderzoek
Chronische rhinitis is een veelvoorkomende aandoening, die een grote invloed
kan hebben op de kwaliteit van leven van patiënten. De pathofysiologie kan
worden onderverdeeld in een aantal groepen. Een belangrijke groep hierbinnen,
naast infectieuze en allergische rhinitis, wordt gevormd door de
niet-allergische rhinitis. Patiënten ervaren klachten van neusobstructie,
rhinorrhoe en niezen, zonder dat daar een duidelijk pathofysiologisch
mechanisme van is beschreven. Ook wordt de diagnose niet-allergische rhinitis
gesteld op basis van exclusie. Er wordt gesuggereerd dat op RNA-niveau dit
mechanisme al verschilt van andere vormen van rhinitis. Aangezien de klinische
symptomen sterk overeenkomen met een allergisch geïnduceerde rhinitis, maar de
aanleiding tot klachten sterk verschilt, zou een adequate vergelijking met deze
groep verder inzicht kunnen geven in het ontstaansmechanisme van
niet-allergische rhinitis. Een onderverdeling naar fenotype binnen de
niet-allergische rhinitis is een eerste stap naar het ontdekken van het
pathofysiologisch mechanisme, accurate diagnostiek en uiteindelijk naar een
gerichte behandelmethode
Doel van het onderzoek
Door middel van 3 verschillende chemische, fysische en IgE-gemedieerde nasale
provocatietesten wordt een nasale reactie uitgelokt in deze patiëntengroepen.
Op basis van de klinische reactie, gemeten met behulp van VAS-score en
symptoomscore, Peak Nasal Inspiratory Flow-meting en nasale
stikstofoxidemeting, en de lokale reactie gemeten door mediatoren van
inflammatie in het secreet, kunnen deze groepen naar fenotype worden ingedeeld.
Op RNA niveau wordt gekeken naar het genexpressieprofiel van mediatoren van
inflammatie en rhinitis met behulp van micro-array technieken.
Patiënten uit de niet-allergische rhinitisgroep worden vergeleken met patiënten
uit de andere groepen.
Onderzoeksopzet
Dit is een observationeel onderzoek, met cross-over design. Deelnemers bezoeken
vier maal de polikliniek. Het eerste bezoek bestaat uit een screening voor
geschiktheid en bepalen van de uitgangswaarde van de emtingen waarbij ook een
neusbiopt wordt genomen. Daarna volgen in willekeurige volgorde drie
provocatiebezoeken. Elke provocatie zal plaatsvinden met een verschillende
nasale trigger. Deze bestaan uit: nasale capsaïcinespray, koude droge lucht
inademing en provocatie met een HSM-allergeen. Op diverse meetmomenten zullen
de lokale en klinische reacties worden gemeten door middel van VAS- en
symptoomscore, PNIF-meting, nasale NO-meting en afname van nasaal secreet.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Bij de vier groepen van proefpersonen worden gelijke interventies toegepast. Tijdens de provocatiebezoeken zullen nasale provocaties plaatsvinden op drie verschillende manieren. Een provocatie middels capsaicine neusspray in de volgende 4 oplopende doseringen: placebo, 0.5 microgram, 5.0 microgram en 10.0 microgram. De provocatie middels koude droge lucht zal plaatsvinden in de volgende oplopende doseringen: 12.5 L, 25 L, 50 L, 100 L, 200 L en 400 L. De provocatie met huisstofmijt zal plaatsvinden met 4 oplopende doseringen Der-P-1 huisstofmijtextract-oplossing: Placebo, 100 BU, 1000 BU en 10.000 BU.
Inschatting van belasting en risico
De patiënten met rhinitisklachten dienen een maand voor deelname hun neusspray
te staken. Tot 48 uur voor de bezoeken zullen ze hun antihistaminica staken. De
kans bestaat dat de rhinitiklachten hierdoor enigszins verergeren. Indien
staken van de medicatie niet mogeljik blijkt, is deelname aan het onderzoek
niet mogelijk.
Patiënten bezoeken vier maal de polikliniek voor een periode van twee uur.
Bij 40 deelnemers zullen neusbiopten worden genomen.
De enige complicatie van het nemen van een neusbiopt is een neusbloeding. Dit
komt voor in minder dan 5% van de gevallen en is meestal maar van geringe
ernst. Indien dit optreedt zal initieel behandeling plaatsvinden met lokale
applicatie van xylometazoline 0.1% en indien dit onvooldoende effect heeft, zal
kortdurende tamponnade met een oplosbaar middel worden toegepast. Het nemen van
een neusbiopt heeft geen blijvende verandering van het neusslijmvlies tot
gevolg; dit geneest volledig.
Publiek
Meibergdreef 9
1105AZ
Nederland
Wetenschappelijk
Meibergdreef 9
1105AZ
Nederland
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
mannen of vrouwen van 18 t/m 68 jaar
ondertekend informed consent formulier
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Gebruik van corticosteroiden in de 4 weken voor deelname en tijdens de studieperiode
Anatomische afwijkingen die de nasale functie beinvloeden
Gebruik van nasale medicatie
Neus- of neusbijholtechirurgie in de 3 maanden vooraf aan het onderzoek
Gebruik van antihistaminica in de 48 uur voor elk bezoek
Recente bovenste-luchtweg infectie
Ernstige of onstabiele co-morbiditeit
Asthma
Zwangere vrouwen of vrouwen die borstvoeding geven
Actuele nasale polyposis of een voorgeschiedenis van polyposis
Roken
Onvermogen tot het volgen van instructies of het voltooien van alle studiebezoeken
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL25750.018.08 |