Effecten van ventilatie in klaslokalen op de cognitieve prestaties en de gezondheid van de luchtwegen van basisschoolleerlingen.

Kinderen op scholen hebben een hoge blootstelling aan CO2, geur en andere
bio-effluenten die uitgaan van klasgenoten en aan fijnstof, verspreid door
klasgenoten en hun kleding en die opgewerveld wordt van de vloer. Deze
blootstelling kan het cognitief functioneren en de respiratoire gezondheid van
kinderen beïnvloeden. Echter, er is onvoldoende bewijs dat kan leiden tot een
dosis-respons relatie tussen ventilatie en parameters van cognitief
functioneren en gezondheid. Dit beperkt de ontwikkeling van op gezondheid
gebasseerde richtlijnen.

Het belangrijkste doel van dit onderzoek is nagaan of het verhogen van de
ventilatie de cognitieve en/of respiratoire functies verbetert bij leerlingen
in het basisonderwijs.
Daarnaast zijn er de volgende subdoelen:
- omgevingsfactoren die samenhangen met ventilatie en die van invloed zijn op
de prestaties van leerlingen identificeren;
- onderscheiden van een optimaal niveau van ventilatie in klaslokalen in het
basisonderwijs;
- aanpassen of verankeren van 'evidence based' regelgeving op het gebied van
onderwijs en bouw van scholen.

Het onderzoek is een interventie-studie met een cross-over design,
experimentele en controle conditie en baseline metingen. De data verzameling is
longitudinaal, waarbij kinderen hun eigen controle vormen.

In 12 groepen wordt de interventie toegepast: een apparaat voor mechanische ventilatie zal worden geïnstalleerd. Tijdens de studie (in de stookseizoenen 2010-2011 en 2011-2012) worden de CO2 niveaus op vastgestelde waarden gehandhaafd, gebruikmakend van de ventilatieapparatuur. In alle gevallen zal het niveau van CO2 de 1400 ppm niet overscheiden, dit niveau is lager dan het gemiddelde in de meeste klaslokalen in Nederland. In de 6 overige groepen, die dienen als controle, wordt niet mechanisch geventileerd. Aan het einde van elke week worden de cognitieve tests en respiratoire metingen uitgevoerd.

Aangezien deze studie zich specifiek richt op het basisonderwijs, is het
onvermijdelijk dat kinderen de onderzoekspopulatie vormen. Een voordeel voor de
ouders, leerlingen en scholen is dat men meer inzicht krijgt in de effecten van
ventilatie op gezondheid en cognitief functioneren.
Hoewel dit onderzoek gekenmerkt wordt door blootstelling aan verschillende mate
van ventilatie, wordt deze blootstelling niet als schadelijk gezien. De
maximale blootstelling in de studie is 1400 ppm, wat lager is dan wat over het
algemeen wordt waargenomen in Nederlandse klaslokalen. Voor de longfunctietests
(uitgevoerd met behulp van spirometrie) en het meten van de uitgeademde NO
geldt dat de gezondheidsrisico's verwaarsloosbaar zijn, aan het meten van de
cognitieve prestaties zijn geen risico's verbonden.