In dit onderzoek willen we verschillende manieren van feedback aan de behandelaar vergelijken. We vergelijken drie vormen van feedback:• Controlegroep: in deze groep krijgt de behandelaar geen feedback over de behandelvoortgang.• Feedback over…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Psychiatrische stoornissen NEG
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire uitkomstmaat is het disfunctioneren van de patiënt, gemeten met de
Outcome Questionnaire (OQ). De analyse vindt plaats met behulp van multilevel
analyse, waarbij alle metingen in een herhaalde metingen model worden
geanalyseerd. Doordat multilevel analyse relatief flexibel is in het omgaan met
missing data, kunnen alle beschikbare metingen, ook bij onderzoeksdropout van
de patiënt, worden meegenomen in de analyse.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire uitkomstmaat voor de patiënten zijn het percentage behandel
drop-outs.
Secundaire uitkomstmaten voor de behandelaar:
* de mate waarin de verwachtingen van de behandelaar over de behandeluitkomsten
van hun patiënten overeenkomen met de werkelijke uitkomst
* de mate waarin behandelaars gebruik gemaakt hebben van de feedback en de
invloed daarvan op het gemiddelde behandelresultaat per behandelaar
* de mate waarin behandelaars verschillen van elkaar in effectiviteit (snelheid
van verandering) bij hun patiënten.
Achtergrond van het onderzoek
Veel GGZ-instellingen meten tegenwoordig de behandelvoortgang van hun cliënten
met routine outcome monitoring. De manier waarop dit gemeten wordt en
behandelaars informatie krijgen over de behandelvoortgang verschilt echter
sterk tussen instellingen. Het is de vraag of alle manieren even effectief
zijn. Er is verrassend weinig onderzoek gedaan naar de effectiviteit van
routine outcome monitoring.
Uit onderzoek in de Verenigde Staten is gebleken dat het geven van feedback aan
de behandelaar de resultaten van de behandeling kan verbeteren (o.a. Lambert
e.a., 2007). Vooral wanneer de behandelvoortgang van de cliënt vergeleken werd
met de *verwachte voortgang* en behandelaars informatie kregen over of cliënten
vooruitgingen volgens verwachting (on track) of minder goed vooruitgingen dan
verwacht (not on track). De verwachte voortgang werd in dit onderzoek berekend
door een voorspellingsmodel, dat gebaseerd was op de intakescore van de client
op de Outcome Questionnaire (OQ). Lambert en collega*s deden een aantal
gecontroleerde onderzoeken naar het effect van feedback over de
behandelvoortgang en vonden dat in de *not on track* groep - zo*n 20-30% van de
totale behandelgroep - de behandeluitkomsten sterk verbeterden als de
behandelaar feedback kreeg over de voortgang. In de groep cliënten die *on
track* waren, werd geen effect gevonden van de feedback op de
behandeluitkomsten.
In Nederland hebben we zo*n voorspellingsmodel ook ontwikkeld, gebaseerd op
metingen bij bijna 2000 patiënten in vier GGZ-instellingen. In ons model is
behalve de score op de OQ ook de verwachting van de cliënt over de uitkomst van
de behandeling opgenomen. Uit ons onderzoek bleek namelijk dat cliënten met een
positieve verwachting ook betere behandeluitkomsten hadden.
Doel van het onderzoek
In dit onderzoek willen we verschillende manieren van feedback aan de
behandelaar vergelijken. We vergelijken drie vormen van feedback:
• Controlegroep: in deze groep krijgt de behandelaar geen feedback over de
behandelvoortgang.
• Feedback over voortgang: de behandelaar krijgt informatie over de
behandelvoortgang van de cliënt in een voortgangsgrafiek
• Feedback over voortgang plus verwachting: de behandelaar krijgt een
voortgangsgrafiek waarin de voortgang van de cliënt ook vergeleken wordt met de
verwachte voortgang.
Hoofdvragen
1. Leidt het geven van feedback aan behandelaars tot betere behandeluitkomsten
dan geen feedback?
2. Leidt het geven van feedback plus voorspellingsmodel tot betere
behandeluitkomsten dan feedback over de behandelvoortgang?
Secundaire vragen
1. Hoe goed kunnen behandelaars zelf de behandelvoortgang van hun cliënten
voorspellen?
2. Zijn er verschillen tussen behandelaars in behandeluitkomsten en heeft dat
te maken met de manier waarop ze de feedback gebruiken.
Onderzoeksopzet
Het betreft een 2-jarig gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek naar de
effectiviteit van de feedbackinterventies aan behandelaars
Onderzoeksproduct en/of interventie
De interventie bestaat uit het geven van feedback aan de behandelaar over de behandelvoortgang van de patiënt. In de outcome monitoring feedback conditie krijgt de behandelaar feedback over het verloop van de behandeling op basis van grafieken en tabellen. De voortgang van de cliënt kan de behandelaar op ieder gewenst moment bekijken in het softwarepakket dat gebruikt wordt (Request XL), maar deze wordt ook nog actief aangeboden per e-mail na sessies 1, 3, 5, 10 en 15. In de complexe feedback conditie wordt het werkelijke verloop (op basis van de OQ) van de behandeling vergeleken met een verwacht verloop. Het individueel verloop per cliënt wordt aan de hand van een formule berekend. De voortgang van de cliënt kan door de behandelaar op ieder gewenst moment bekeken worden in het softwarepakket (Request XL), maar deze wordt ook nog actief aangeboden via e-mail bij een oranje of rood signaal (>not on track>). Die e-mail heeft dan prioriteit hoog. In de complexe feedbackconditie wordt er ook feedback gegeven op basis van de ASC. De ASC wordt alleen afgenomen als de cliënt meer klachten rapporteert dan werd verwacht op basis van het voorspellingsmodel. Aan de ASC zitten Clinical Support Tools gekoppeld. De Clinical Support Tools zijn Word documenten die praktische tips geven over het verbeteren van de werkalliantie, motivatie en sociale steun. De tips zijn gebaseerd op literatuuronderzoek over de betreffende onderwerpen.
Inschatting van belasting en risico
Belasting:
De belasting van de patiënt betreft het invullen van een vragenlijst (5
minuten) voorafgaand aan elke behandelsessie, met een maximum van 15 keer. En
het na de onderzoeksperiode nog 2x invullen van een follow-up meting na 3
maanden en na 6 maanden. De gemiidelde behandelduur bij ambulante behandelingen
ligt, gebaseerd op historische gegevens, op ongeveer 9 sessies.
Tevens wordt een diagnostisch interview afgenomen bij de patiënt, dat 1,5 tot 3
uur beslaat en gemiddeld 2 uur duurt.
De belasting voor de behandelaar bestaat uit het viermaal tijdens de
behandeling invullen van korte vragenlijsten (totale belasting ongeveer 10
minuten per behandeling) en het eens per 6 maanden invullen van een langere
vragenlijst over de attitude ten aanzien van het gebruik van de feedback en
factoren die daarmee samenhangen (ongeveer 20 minuten per keer, in totaal 5x).
Risico's:
De risico's voor de patiënt zijn minimaal.
De risico's voor de behandelaar zijn minimaal.
Publiek
Postbus 18
1850 BA Heiloo
NL
Wetenschappelijk
Postbus 18
1850 BA Heiloo
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
All patiënten tussen 18 en 65 jaar dit zich in de inclusieperiode van het onderzoek aanmelden voor individuele ambulante behandeling op de deelnemende afdelingen.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Psychotische stoornis
- Bipolaire stoornis met huidige ernstige manische episode
- Jonger dan 18 of ouder dan 65 jaar
- Onvoldoende beheersing Nederlandse taal
- Decompensatie gevaar
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL30987.058.09 |