Het doel van het onderzoek is om te onderzoeken welk deel van de HBeAg negatieve chronische hepatitis B patienten met lage virale load (< 20,000 IU/mL) het HBsAg klaart na behandeling met nucleot(s)ide analogen/Peg-IFN combinatie therapie.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Lever- en galwegaandoeningen
- Virale infectieziekten
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire onderzoeksvariabele is het percentage van HBsAg verlies na
combinatie therapie (Peg-IFN en adefovir of Peg-IFN en tenofovir) bij
chronische hepatitis B patienten met een lage virale load.
Secundaire uitkomstmaten
De secundaire onderzoeksvariabelen zijn:
a. het percentage van HBsAg verlies en anti-HBs seroconversie.
b. het ontwikkelen van voorspellende waardes voor respons van primaire en
secundaire eindpunten op baseline niveau en tijdens de eerste 12 weken van
behandeling.
Achtergrond van het onderzoek
Wereldwijd zijn ongeveer 400 miljoen mensen chronisch geinfecteerd met het
hepatitis B virus (HBV). Chronische hepatitis B infectie verhoogt het risico
op het ontwikkelen van levercirrose, leverdecompensatie en hepatocellulair
carcinoom (HCC). Het risico op het ontwikkelen van hepatocellulair carcinoom is
het grootst in HBeAg postieve patienten met een hoge virale load, echter bij
HBeAg negatieve patienten is het relatieve risico is nog steeds 10. Daarnaast
is gebleken dat wanneer HBsAg geklaard wordt voordat cirrose zich ontwikkelt,
de prognose uitstekend is. Recent hebben wij aangetoond dat in HBeAg negatieve
patienten met een hoge virale load en lage HBsAg baseline levels, een
significant hogere HBsAg klaring werd gevonden (positief predictieve waarde
85%) na combinatie therapie van peginterferon alfa2a (Peg-IFN) en adefovir. Op
basis van deze resultaten werd een trial opgezet om te onderzoeken of een
combinatie therapie van nucleos(t)ide analogen gecombineerd met Peg-IFN ook tot
een vergelijkbaar hoog percentage van HBsAg klaring leidt in chronische
hepatitis B patienten met een lage virale load (HBV DNA <20,000 IU/ml) .
Doel van het onderzoek
Het doel van het onderzoek is om te onderzoeken welk deel van de HBeAg
negatieve chronische hepatitis B patienten met lage virale load (< 20,000
IU/mL) het HBsAg klaart na behandeling met nucleot(s)ide analogen/Peg-IFN
combinatie therapie.
Onderzoeksopzet
Dit is een 3-armige open-label prospectieve gerandomiseerde trial. 150
patienten worden geincludeerd na beoordeling van geschiktheid. Alle patienten
moeten positief zijn voor HBsAg (langer dan 6 maanden) , negatief voor HBeAg
zijn, anti-HBeAg positief zijn, HBV DNA < 20,000 IU/mL en ALAT waardes < 5 *
ULN (upper limit of normal) hebben. Patienten met Child Pugh classe B of C
worden ge-excludeerd. Groep 1 bestaat uit patienten behandeld met Peg-IFN en
adefovir, groep 2 betaat uit patienten behandeld met Peg-IFN en tenofovir en
groep 3 bestaat uit een niet behandelde controle groep. Patienten in groep 1 en
2 krijgen medicatie voor de periode van 48 weken. Voor deelname aan de studie
is een leverbiopsie tijdens start van de studie verplicht en vrijwillig na 48
weken.
Onderzoeksproduct en/of interventie
(zie studie opzet)
Inschatting van belasting en risico
Tijdens een periode van 1,5 jaar zullen bloedmonsters worden afgenomen op 21
vaste tijdspunten, het aantal poliklinische controles is 21. Vragenlijsten over
de compliantie en kwaliteit van leven zullen ingevuld dienen te worden.
Mogelijke lichamelijke en psychische belasting gerelateerd aan deelname kan
bestaan uit de belasting van het ondergaan van een leverbiopsie, het nemen van
medicijnen, uitgebreide poliklinische controles, extra bloedmonsters die worden
afgenomen en bijwerkingen en ernstige bijwerkingen van voorgeschreven
medicatie.
Publiek
Meibergdreef 9
1105 AZ Amsterdam
NL
Wetenschappelijk
Meibergdreef 9
1105 AZ Amsterdam
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1.mannelijke en vrouwelijke patiënten > 18 en <= 70 jaar
2.HBsAg positiviteit langer dan 6 maanden.
3.HBeAg negativiteit langer dan 6 maanden.
4.Patiënten met chronische hepatitis B die naïef zijn voor antivirale therapie of interferon (IFN) of nucleoside/nucleotide analogues in het verleden hebben gehad maar nog steeds positief zijn voor HBsAg.
5.Serum ALAT < 5 * ULN (upper limit of normal)vastgesteld door 2 waarden met >14 dagen tussenpose gedurende 6 maanden voor de eerste dosis van de studie medicatie en waarvan minimaal een waarde is vastgesteld tijdens de screenings periode van de studie.
6.Negatieve urine of serum zwangerschapstest (voor vrouwen in de fertiele fase) vastgelegd binnen 24-uur voor aanvang van de eerste dosis van studie medicatie.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1.Patienten gecoinfecteerd met HCV, HIV of patienten met gedecompenseerde leverziekte, HCC, pre-existente ernstige depressie of andere psychiatrische ziekte, significant hartlijden, nierziekten, epilepsie of ernstige rethinopathie.
2.Patienten die voor hun chronische hepatitis B nucleos(t)ide therapie binnen 6 weken voor aanvang van de studie of Peg-IFN binnen 3 maanden voor aanvang van de studie hebben gekregen.
3.Patienten mogen geen andere antivirale, anti-neoplastische of immuun therapie (inclusief suprafysiologische doses van prednison) hebben gekregen <3 maanden voor de eerste dosis van de studie medicatie of de verwachting van gebruik tijdens therapie.
4.Positieve screeningstest voor anti-HAV IgM, anti-HIV, HCV RNA. (Patienten die het hepatitis C virus hebben geklaard, kunnen deelnemen aan de studie).
5.Patienten waarvan verwacht wordt dat ze systemische antivirale therapie nodig zullen hebben, anders dan voorgeschreven in de studie. Uitzondering: patienten die een korte kuur van acyclovir voor herpes hebben gehad meer dan 1 maand voor aanvang van de studie worden niet ge-excludeerd.
6.Aanwijzingen voor gedecompenseerde leverziekte. (Child Pugh B-C)
7.Serum totaal bilirubin > twee keer upper limit of normal tijdens screening
8.Voorgeschiedenis of aanwijzingen voor oesophagus varices of andere condities passend bij gedecompenseerde leverziekte.
9.Voorgeschiedenis of aanwijzingen voor een medische conditie geassocieerd met chronisch leverlijden anders dan HBV. (b.v. hemochromatosis, autoimmuun hepatitis, metabolische leverziekete, alcoholische leverziekte, blootstelling aan toxines, thalassemie).
10.Zwangere vrouwen of vrouwen die borstvoeding geven.
11.Neutrofielen getal <1500 cells/mm3 of trombocyten getal <80,000 cells/mm3 tijdens screening.
12.Hemoglobine < 7.1 mmol/L (< 11.5 g/dL) voor vrouwen en < 7.8 mmol/L (< 12.5 g/dL) voor mannen tijdens screening.
13.Serum creatinine level >1.5 keer the upper limit of normal tijdens screening.
14.Onstabiele ernstige psychiatrische ziekte, met name depressie.
15.Voorgeschiedenis van immunologisch gemedieerde ziekte (b.v., inflammatory bowel disease, idiopathic thrombocytopenic purpura, lupus erythematosus, autoimmuun hemolytische anemie, scleroderma, ernstige psoriasis, rheumatoide arthritis).
16.Voorgeschiedenis of andere aanwijzingen voor chronische long an hartaandoeningen geassocieerd met functionele beperkingen. Ernstig hartlijden ( NYHA Functional Class III or IV, myocard infarct binnen 6 maanden, ventriculaire tachyarrhythmien, instable angina of ander significant cardiovasculair lijden).
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2009-013117-94-NL |
CCMO | NL28338.018.09 |