Vraagstellingen:A. Wat zijn de determinanten van kwaliteit van leven op lange termijn postoperatief na een heup- of knieprothese?B. Welke genetische factoren zijn geassocieerd met het loslaten van een heup- of knieprothese?C. Welke genetische…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Bot en gewricht therapeutische verrichtingen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Kwaliteit van leven zal gemeten worden met behulp van de SF-36 en EQ-5D.
Ziekte-specifieke kwaliteit van leven na heupprothesen zal gemeten worden mbv
de Oxford Hip Score (OHS) en de Hip disability and Osteoarthritis Outcome Score
(HOOS).
Ziekte-specifieke kwaliteit van leven na knieprothesen zal gemeten worden mbv
de Oxford Knee Score (OKS) en de Knee injury and Osteoarthritis Outcome Score
(KOOS).
Secundaire uitkomstmaten
Het al dan niet optreden van loslating van de prothese wordt vastgesteld met
enkele vragen over ziekenhuisopnamen en heroperaties in de afgelopen periode en
onderzoek van de medische status.
In relevante kandidaatgenen voor het immuunsysteem en/of artrose zullen DNA
polymorphismen worden geselecteerd. Om de rol van deze genen vast te stellen
zullen genetische associatie analyses plaatsvinden met behulp van een
case/control design. De sterkte van de genetische effecten zullen worden
uitgedrukt met een odds ratio (OR).
Achtergrond van het onderzoek
A: Heup- en knieprothesen verlichten pijnklachten en verbeteren over het
algemeen de kwaliteit van leven. Een deel van de patienten houdt echter
pijnklachten of is ontevreden. Uit de literatuur komen een aantal
risicofactoren naar voren voor een slechtere kwaliteit van leven na een heup-
of knieprothese. De meeste beschreven cohorten zijn echter relatief klein
(n<800), waardoor de samenhang van de verschillende factoren slecht onderzocht
kan worden. In dit grote cohort (n=3000) zal dit beter mogelijk zijn. Door
risicofactoren voor een slechte uitkomst na een heup- of knieprothese vast te
stellen, zal het mogelijk worden deze te beïnvloeden, om de uitkomst van heup-
en knieprothesen te optimaliseren.
B: Aseptische loslating is de meest voorkomende oorzaak van het falen van heup-
en knieprothesen op de lange termijn (>10 jaar postoperatief) en wordt in
verband gebracht met variatie in genen die het immuunsysteem moduleren. De
beschreven cohorten zijn echter klein (n<90), waardoor de uitkomsten onzeker
zijn. Een beter inzicht in de determinanten die het loslaten van prothesen
beïnvloeden zal het in de toekomst mogelijk maken de prognose van de patiënt
beter vast te stellen.
C: De meest voorkomende indicatie voor heup- en knieprothesen is artrose.
Andersom kan de indicatie voor een heup- of knieprothese beschouwd worden als
het eindstadium van de ziekte artrose. Recent onderzoek heeft aangetoond dat
erfelijke factoren een belangrijke rol spelen in de pathofysiologie van
artrose. Door de genvariatie te vergelijk van patiënten met een eindstadium van
artrose en gematchte controles met een minder ernstig beloop, kan een beter
inzicht in de pathofysiologie van artrose verkregen worden.
Doel van het onderzoek
Vraagstellingen:
A. Wat zijn de determinanten van kwaliteit van leven op lange termijn
postoperatief na een heup- of knieprothese?
B. Welke genetische factoren zijn geassocieerd met het loslaten van een heup-
of knieprothese?
C. Welke genetische determinanten dragen bij aan het krijgen van een heup- of
knieprotheses vanwege artrose?
Onderzoeksopzet
Het protocol betreft zowel een prospectieve follow-up studie met gebruikmaking
van jaarlijks herhaalde metingen als een case-control studie.
Prospectieve cohortstudie:
- Maten voor kwaliteit van leven, heup- en kniefunctie en ziekteperceptie
zullen nu worden gemeten (1 tot 5 jaar postoperatief) en worden jaarlijks
herhaald, totdat er een heroperatie aan de heup- of knieprothese plaatsvindt.
De aard van de heroperatie zal onderzocht worden in de medische status.
Case-control studie:
- Ten behoeve van het genetisch onderzoek naar de aseptische loslating zullen
genfrequenties tussen cases (loslating) worden vergeleken met controle (geen
loslating) genetische associatie.
- Ten behoeve van het genetisch onderzoek naar het ontstaan van artrose zal het
DNA van de artrose patiënten worden toegevoegd aan de aanwezige artrose cases
en controles van de afdeling Moleculaire Epidemiology. Genetische associatie
studies zullen worden uitgevoerd in grote groepen cases en controles om
daadwerkelijk susceptibiliteitsgenen te identificeren.
Inschatting van belasting en risico
Het invullen van de vragenlijsten neemt jaarlijks ongeveer twintig minuten in
beslag. Deze vragenlijsten worden naar de patiënten gestuurd en worden middels
een portvrije envelop naar de onderzoeker teruggestuurd.
Het erfelijk materiaal zal worden geïsoleerd uit een sputummonster. Patiënten
krijgen een sputumbakje thuisgestuurd en dienen deze éénmalig, voorzien van
sputum, terug te sturen.
Publiek
Albinusdreef 2
2333 ZA Leiden
NL
Wetenschappelijk
Albinusdreef 2
2333 ZA Leiden
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Deelname aan eerder genoemde studies.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Geen.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
metc-ldd@lumc.nl
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL29018.058.09 |
OMON | NL-OMON24259 |