Een nadere verkenning van de mogelijke rol van walging bij vaginisme door:Ten eerste vast te stellen of penetratie-relevante stimuli specifiek bij vaginistische patienten aan walging gerelateerde hersenactiviteit oproepen; en ten tweede te…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
Synoniemen aandoening
Aandoening
Sexual dysfunction
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Centrale onderzoeksparameters zijn de verandering in hersenactiviteit als
functie van:
- de verschillende emotie-categorieen (dreiging, walging, coitus, en neutraal),
- groep (gezond, vaginisme, dyspareunie),
- de interactie tussen emotie-categorie en groep.
Secundaire uitkomstmaten
De gedragsmatige (impliciete associaties) en fysiologische verschillen (EMG)
tussen de groepen en hun relatie met hersenactiviteit.
Achtergrond van het onderzoek
Dit project richt zich op walging en vaginsme. Vaginisme is een frequent
voorkomende seksuele disfunctie die gepaard gaat met grote lijdensdruk. De
oorzaak van vaginistische klachten is echter nog slecht begrepen. Recentelijk
is gesuggereerd dat de kenmerkende spiercontractie van de bekkenbodemspieren
wellicht is toe te schrijven aan een automatisch geactiveerde walg-respons in
situaties die verwijzen naar coitus. Een walging-conceptualisatie sluit goed
aan bij de specifieke fenomenologie van vaginisme, en zou ook kunnen verklaren
waarom mensen het zo moeilijk vinden de exacte reden van hun reactie onder
woorden te brengen en waarom patienten de spiercontractie ervaren als
automatisch en oncontroleerbaar. Dat wil zeggen, walgelijke stimuli zijn
intrinsiek aversief en de walgrespons is een *primitieve* reactie die wordt
verondersteld te worden gecoordineerd door phylogentisch *oude* hersengebieden
zoals de insula. Voorzover walging inderdaad een kritieke rol speelt bij het
ontstaan van vaginisme zouden mensen met een verhoogde walgresponsiviteit een
groter risico lopen om dergelijke klachten te ontwikkelen. Aldus zouden mensen
met vaginisme zich als groep kenmerken door relatief sterke walgresponsiviteit.
Doel van het onderzoek
Een nadere verkenning van de mogelijke rol van walging bij vaginisme door:
Ten eerste vast te stellen of penetratie-relevante stimuli specifiek bij
vaginistische patienten aan walging gerelateerde hersenactiviteit oproepen; en
ten tweede te exploreren of ze zich (daarnaast ook) kenmerken door een meer
algemeen verhoogde walgingsgevoeligheid in termen van verhoogde activatie van
hersenstructuren die betrokken zijn bij walging tijdens blootstelling aan
prototypische walgingoproepende stimuli.
Onderzoeksopzet
Ten eerste wordt een aantal vragenlijsten voorgelegd om specifieke en meer
algemene zelf-gerapporteerde walgingsgevoeligheid te metenen en daarnaast de
exacte aard van de klachten vast te stellen. Omdat relevante (automatische)
geheugen associaties niet noodzakelijkerwijs toegankelijk zijn voor
introspectie wordt tevens gebruik gemaakt van reactie-tijd taken op de computer
(Impliciete Associatie Test). Om te meten in hoeverre blootstelling aan
relevante seksuele stimuli ook daadwerkelijk aan walging-gerelateerde
hersenactiviteit uitlokt bij vrouwen met vaginisme, wordt hersenactiviteit
gemeten (fMRI) tijdens presentatie van verschillende categorieen dia*s (in een
blok-design). Tijdens deze procedure zullen tevens stoornis-relevante
psychofysiologische bepalingen worden gedaan (waaronder EMG van de quadriceps
als index van vaginistische defensie-reflex). Ook de subjectief ervaren emoties
tijdens blootstelling aan de dia*s zal worden vastgesteld.
Inschatting van belasting en risico
Er zijn geen negatieve effecten bekend van fMRI-onderzoek. Heel soms wordt een
sensibele zenuw gestimuleerd door de wisselende gradienten van de scanner, en
dit kan een jeukend gevoel teweegbrengen. Het te verwachten risico van fMRI
onderzoek is daarom verwaarloosbaar klein. Proefpersonen zullen uitgebreid
geinformeerd worden over de techniek en het uit te voeren experiment. Als zij
voldoende geinformeerd zijn en willen deelnemen tekenen zij een
toestemmingsverklaring. Proefpersonen zijn te allen tijde vrij om het onderzoek
te beeindigen. Proefpersonen vullen een vragenlijst in over MRI-veiligheid,
hetgeen voorkomt dat proefpersonen gescand worden voor wie het onveilig is om
in een MR-omgeving te zijn (zie protocol voor criteria). Proefpersonen hebben
te allen tijde de mogelijkheid om een onafhankelijke arts te benaderen met
vragen over het onderzoek.
De uitkomsten van het onderzoek zijn belangrijk en relevant voor de klinische
psychologie. Wij hopen een verband aan te kunnen tonen tussen walging en seks,
meer in het bijzonder het onstaan van vaginistische klachten. Dit zal leiden
tot een beter begrip van de rol van de hersenen in vrouwelijk seksueel gedrag,
meer in het bijzonder het onstaan van vaginisme.
Publiek
dept of clinical and development psychology, grote kruisstraat 1/2 9712TS
9712TS
Nederland
Wetenschappelijk
dept of clinical and development psychology, grote kruisstraat 1/2 9712TS
9712TS
Nederland
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
>18 jaar
Vrouwen
geen metalen voorwerpen in lichaam
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
drugs- en/of alcoholgebruik
zwangerschap
metalen voorwerpen in lichaam
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL27361.042.09 |