Cognitieve distorsies bij kindermisbruikers: impliciete associaties en expliciete interpretaties.

Inzicht in cognitieve processen die aan het plegen van zedendelicten ten
grondslag liggen, ze rechtvaardigen en ze in stand houden, is een belangrijke
vereiste voor het begrip van zedendelinquentie en voor de ontwikkeling van
succesvolle behandelprogramma*s. Cognitieve distorsies (delict ondersteunende
houdingen of overtuigingen die het seksuele overschrijden tegen kinderen
vergemakkelijken, zoals de overtuiging dat de kinderen seks met een volwassene
willen) zijn een belangrijke factor in de etiologie van seksueel
kindermisbruik. Tot dusver hebben studies gevonden dat kindermisbruikers een
sterke associatie hebben tussen kind en seks woorden, wat impliceert dat zij
kinderen associëren met seks. Deze studies hebben voornamelijk de associatie
tussen kind en seks onderzocht waarbij gebruik werd gemaakt van woorden die
zowel seks (bijv. penis) als verleiding (bijv. flirten) weerspiegelen. We
verwachten echter dat de daders zonder seksueel contact met een kind de
associatie tussen seks en verleiding niet zullen hebben, terwijl daders met
seksueel contact met een kind die wel hebben.

Het huidige onderzoek zal testen 1) of seksueel delinquenten met kinderen als
slachtoffer hoger scoren op cognitieve distorsies (impliciete associaties
tussen kind en sekswoorden en tussen kind en verleidingswoorden) , en of zij
signalen en bedoelingen van kinderen positiever interpreteren dan controles; 2)
Testen of hands-on daders (kindermisbruikers, pedoseksuelen) verschillen van
hands-off daders (kinderporno downloaders) betreffende hun kind-seks en
kind-verleiding associatie en hun interpretaties van signalen en bedoelingen
van kinderen; 3)Testen of de cognitieve vervormingen voorspellend zijn voor de
interpretaties.

De studie heeft een cross-sectioneel design. Er is één sessie. Tijdens de
sessie zullen proefpersonen een computertaak (impliciete associatie taak)
voltooien, een twintigtal vignetten beoordelen en een vragenlijst invullen.

Proefpersonen hebben geen direct voordeel door mee te doen aan het onderzoek
behalve de beloning (E 10,-). Er zijn geen risico's verbonden. Het enige nadeel
is de tijd die het kost de vragenlijsten in te vullen en de computertaak te
voltooien.