- Beoordeling van de werkzaamheid en veiligheid van BF2.649, toegediend met toenemende doses en gevolgd door stabiele doses gedurende 5 weken bij patiënten met narcolepsie en overmatige slaperigheid overdag (EDS - *excessive daytime sleepiness*) in…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Slaapstoornissen (incl. subtypes)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Subjectieve slaperigheid overdag, beoordeeld met behulp van de *Epworth
Sleepiness Scale* (ESS). ESS zal worden beoordeeld bij aanvang en bij het
eindpunt, overeenkomend met het einde van de 8 weken durende dubbelblinde fase
of met het moment van het laatste onderzoeksbezoek voor een patiënt die zich
vóór het voltooien van het onderzoek eruit terugtrekt. Elke ESS-score stemt
overeen met het gemiddelde van 2 metingen die met een tussenperiode van 1 week
plaatsvinden. De ESS-score bij aanvang is het gemiddelde van de ESS-score op
D-7 en de ESS-score op D0; de ESS-score tijdens B7 bij het eindpunt is het
gemiddelde van de ESS-score op D49 en de ESS-score op D56.
Secundaire uitkomstmaten
• Informatie die patiënten dagelijks rapporteren in elektronische slaapdagboeken
- Gemiddeld aantal en de duur van onvrijwillige slaapaanvallen overdag en
episoden van ernstige slaperigheid
- Frequentie en ernst van aanvallen van kataplexie door het aantal totale en
partiële aanvallen van kataplexie te noteren.
- Frequentie van hallucinaties, incidentie van slaapparalyse.
- Het aantal keren en hoelang men *s nachts wakker wordt, en de totale
slaapduur *s nachts.
• Objectieve metingen van vigilantie en het vermogen om waakzaamheid te
handhaven
- *Maintenance of Wakefulness Test* (MWT): vier sessies van tests van 40
minuten.
- Test van *Sustained Attention to Response Task* (SART).
• Ernst van EDS, gemeten aan de hand van de *Clinical Global Impression of
Change* en *Clinical Global Impression of Severity* (CGI-C en CGI-S bij EDS)
• Ernst van kataplexie, gemeten aan de hand van de *Clinical Global Impression
of Change* en *Clinical Global Impression of Severity* (CGI-C en CGI-S bij
kataplexie)
• Vragenlijst over de kwaliteit van leven (EQ-5D)
• Algemene beoordeling door patiënt over het effect van de behandeling
Achtergrond van het onderzoek
Overmatige slaperigheid overdag is een vervelend symptoom van narcolepsie, dat
een grote sociale impact kan hebben op zowel het gezins- als
professionele/schoolleven. De gebruikelijke behandeling bestaat uit 2 à 4
tabletten Modafinil per dag. De werkzaamheid van het middel verschilt echter
van patiënt tot patiënt en vanwege sommige bijwerkingen, zoals hoofdpijn en
misselijkheid, moet de behandeling soms worden gestopt.
BF 2.649 (de codenaam van het onderzoeksgeneesmiddel) is een nieuw molecuul.
Deze werkt op de histaminereceptoren in de hersenen, die een rol spelen bij
alertheid. Uit twee eerdere klinische onderzoeken bij 48 narcoleptiepatiënten
blijkt dat BF2.649 de alertheid overdag significant verbetert.
Doel van het onderzoek
- Beoordeling van de werkzaamheid en veiligheid van BF2.649, toegediend met
toenemende doses en gevolgd door stabiele doses gedurende 5 weken bij patiënten
met narcolepsie en overmatige slaperigheid overdag (EDS - *excessive daytime
sleepiness*) in vergelijking met placebo.·
- Beoordeling van de werkzaamheid en veiligheid van BF2.649 bij de behandeling
van overmatige slaperigheid overdag bij narcolepsie in vergelijking met
Modafinil.·
- Onderzoek van de respons op het stopzetten van BF2.649 na een dagelijkse
behandeling gedurende 8 weken.
Onderzoeksopzet
Dit onderzoek is een 3-armig gerandomiseerde dubbel blind, placebo
gecontroleerd multicenter onderzoek. De patienten zullen worden gerandomisserd
in een van de volgende 3 groepen: BF2649, Modafinil of placebo.
BF2.649, Modafinil en placebo worden in capsules geleverd. De capsules zien er
identiek uit om zeker te zijn dat noch de patiënt noch de onderzoeker noch het
klinische personeel de identiteit van het onderzoeksgeneesmiddel kent.
BF2.649-tabletten van 10 en 20 mg evenals Modafinil-tabletten van 100 mg zitten
in gelatinecapsules, terwijl de placebo bestaat uit capsules die er identiek
uit zien en die alleen lactose bevatten.
Patiënten moeten 4 capsules per dag met een glas water innemen. Ze zullen de
instructie krijgen om de capsule(s) van BF2.649, Modafinil of placebo via de
mond in te nemen, 2 capsules *s ochtends (voor of tijdens het ontbijt rond
08.00 uur) en 2 capsules *s middags (voor of tijdens de lunch, maar niet later
dan 14.30 uur) zodat de slaap *s nachts niet verstoord wordt. De patiënten
moeten erop gewezen worden dat ze hun doses op regelmatige tijdstippen moeten
innemen.
Na voltooiing van de procedures voor deelneming krijgen de patiënten op
willekeurige wijze een van drie behandelingsgroepen toegewezen:
Groep 1: BF2.649-groep• 10 mg BF2.649 per dag: De patiënten krijgen de
instructie 1 capsule van 10 mg BF2.649 en 1 capsule van de placebo *s ochtends
in te nemen, en 2 capsules van de placebo *s middags.• 20 mg BF2.649 per dag:
De patiënten krijgen de instructie 1 capsule van 20 mg BF2.649 en 1 capsule van
de placebo *s ochtends in te nemen, en 2 capsules van de placebo *s middags.•
40 mg BF2.649 per dag: De patiënten krijgen de instructie 2 capsules van 20 mg
BF2.649 *s ochtends en 2 capsules van de placebo *s middags in te nemen.
Groep 2: Modafinil-groep• 100 mg Modafinil per dag: De patiënten krijgen de
instructie 1 capsule van 100 mg Modafinil en 1 capsule van de placebo *s
ochtends in te nemen, en 2 capsules van de placebo *s middags.• 200 mg
Modafinil per dag: De patiënten krijgen de instructie 1 capsule van 100 mg
Modafinil en 1 capsule van de placebo *s ochtends in te nemen, en 1 capsule van
100 mg Modafinil en 1 capsule van de placebo *s middags.• 400 mg Modafinil per
dag: De patiënten krijgen de instructie 2 capsules van 100 mg Modafinil *s
ochtends en 2 capsules van 100 mg Modafinil *s middags in te nemen.
Groep 3: placebogroep De patiënten krijgen de instructie 2 capsules van de
placebo *s ochtends en 2 capsules van de placebo *s middags in te nemen.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Elke patient zal 2 maal bloedonderzoek krijgen bij begin en einde van de studie.
Inschatting van belasting en risico
Bij eerdere onderzoeken naar BF2.649 waren de meest voorkomende ongewenste
bijwerkingen: hoofdpijn (9,5%), slapeloosheid (7,8%), misselijkheid (4,9%) en
prikkelbaarheid (3,7%). Deze bijwerkingen waren van voorbijgaande aard en
verdwenen alle spontaan of op het moment dat de behandeling werd stopgezet. Er
waren geen ernstige bijwerkingen die verband hielden met de behandeling. Uit
voorzorg willen we u vragen om contact op te nemen met uw arts zodra u last
krijgt van ongewone symptomen.
De vaakst voorkomende ongewenste bijwerkingen na het gebruik van Modafinil
waren: misselijkheid, hoofdpijn, diarree, verlies van eetlust, droge mond,
zenuwachtigheid, angstig zijn, duizeligheid, slapeloosheid, arteriële
hypertensie. Er zijn ook huidreacties gerapporteerd.
Bij zwangerschap tijdens dit onderzoek kan misvorming van het embryo het gevolg
zijn. Daarom dienen vrouwen in de vruchtbare leeftijd gedurende het hele
onderzoek en gedurende een maand na het einde van hun deelname een
anticonceptiemethode te gebruiken die effectief wordt geacht door hun arts
Bijwerkingen en veiligheid van het geneesmiddel:
• Controle van ongewenste voorvallen bij elk bezoek: onderzoekers beoordelen de
ernst en het verband van elke bijwerking met het onderzoeksgeneesmiddel.
• Cardiovasculaire veiligheid: controle van vitale functies bij elk bezoek,
waaronder bloeddruk, hartslag en lichaamsgewicht.
• Bijkomende veiligheidsmaatstaven, waaronder 12 leidingen ecg en klinische
laboratoriumtests (hematologie, bloedchemie) tijdens het initiële
screeningbezoek (B1) en aan het einde van de behandelingsfase (B7) of op het
moment van het laatste onderzoeksbezoek voor een patiënt die zich vóór het
voltooien van de behandelingsfase eruit terugtrekt.
De geneesmiddelen ter behandeling van de narcolepsie worden gestopt gedurende
het gehele onderzoek.
De patiënt mag zonder toestemming van deze arts geen geneesmiddelen gebruiken
die invloed kunnen hebben op de waakzaamheid of slaap. Hoewel de effecten van
het onderzoeksgeneesmiddel bemoedigend zijn voor de behandeling van
narcolepsie, moet de patiënt gedurende het gehele onderzoek bijzonder
voorzichtig zijn met het besturen van voertuigen of bedienen van machines. Het
risico van een verkeersongeluk kan verhoogd zijn.
Publiek
9 Rue Rameau
75002 Parijs
Frankrijk
Wetenschappelijk
9 Rue Rameau
75002 Parijs
Frankrijk
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Mannen en vrouwen van willekeurige etnische afkomst, 18 tot en met 65 jaar oud.
2. Zowel nieuwe als eerder gediagnosticeerde patiënten met narcolepsie met of zonder kataplexie kunnen in het onderzoek worden opgenomen. Alle patiënten moeten voldoen aan de criteria van *International Classification of Sleep Disorders* (ICSD-2).
3. Patiënten mogen geen geneesmiddelen innemen of moeten psychostimulantia stopzetten gedurende ten minste 14 dagen als de aanvangsperiode start. Patiënten met ernstige kataplexie mogen een stabiele dosis van hun medicatie voor kataplexie blijven innemen, met uitzondering van tricyclische antidepressiva. De toegelaten behandeling voor kataplexie moet gedurende ten minste 1 maand vóór aanvang van het onderzoek zijn toegediend en deze doses mogen tijdens het onderzoek (van B1 tot B8) niet wijzigen.
4. De score op de *Epworth Sleepiness Scale* (ESS) moet tijdens de aanvangsperiode ³ 14/24 zijn.
5. Patiënten hebben laten weten dat ze bereid zijn deel te nemen aan het onderzoek en het af te ronden, en hebben een informatie- en toestemmingsformulier ondertekend en gedateerd voordat de procedures starten die volgens het protocol nodig zijn.
6. Vrouwen moeten chirurgisch gesteriliseerd zijn of 2 jaar postmenopauzaal zijn. Vrouwen op vruchtbare leeftijd moeten een medisch aanvaardbaar, effectief voorbehoedsmiddel gebruiken, ermee akkoord gaan dit voorbehoedsmiddel tijdens het onderzoek te blijven gebruiken en moeten een negatieve serumzwangerschapstest hebben die tijdens het screeningbezoek wordt uitgevoerd. Patiënten die micro- of minidoses van steroïdale voorbehoedsmiddelen gebruiken (waaronder orale voorbehoedsmiddelen, huidpleisters, tabletten en vaginale crèmes, een spiraaltje) moeten erop gewezen worden dat de kans op een doorbraakbloeding en een onbedoelde zwangerschap bestaat als gevolg van de mogelijke verminderde werkzaamheid van deze voorbehoedsmiddelen bij een gelijktijdige behandeling met Modafinil. Alternatieve of bijkomende voorbehoedsmiddelen worden ten stelligste aanbevolen tijdens en gedurende één maand na stopzetting van de behandeling met Modafinil. Vrouwen mogen geen borstvoeding geven.
7. Volgens de onderzoeker moet de patiënt voldoende ondersteuning krijgen zodat hij/zij alle vereisten van het onderzoek, zoals vermeld in het protocol, kan naleven (bv. vervoer van en naar het onderzoekscentrum, zelfbeoordelingsschalen en dagboeken invullen, therapietrouw, geplande bezoeken, tests).
8. Op aanraden van de onderzoeker moet de patiënt bereid zijn geen voertuig te besturen en geen machines te bedienen tijdens de duur van het onderzoek en zolang de onderzoeker dit klinisch nodig acht. Bovendien moet de patiënt bereid zijn tijdens het onderzoek zijn/haar gebruikelijke gedrag aan te houden dat mogelijk een invloed heeft op zijn/haar slaperigheid overdag (bv. het dagelijkse ritme, consumptie van cafeïne, duur van de slaap *s nachts).
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Het gebruik van BF2.649 of eerdere onderzoeksgeneesmiddelen binnen een periode van 30 dagen vóór het initiële screeningbezoek (B1) van dit onderzoek.
2. Patiënten met narcolepsie maar zonder kataplexie mogen geen andere aandoeningen hebben die als de primaire oorzaak van EDS kunnen worden beschouwd: bijvoorbeeld slaapgebonden ademhalingsstoornissen zoals vastgelegd door een slaap apneu-index >= 10 per uur en/of apneu/hypopneu-index >= 15 per uur, stoornissen van periodieke beenbewegingen (PLM - *periodic limbs movement*) zoals vastgelegd door een PLM arousal index (PLMAI) >= 10 per uur, werk in ploegenstelsel, chronisch slaaptekort, slaap/ontwaak-ritmestoornissen overdag, of andere medische of neurologische oorzaken die aanleiding kunnen geven tot symptomen van narcolepsie als gevolg van EDS.
3. Patiënten die niet in staat zijn of niet bereid zijn om niet-toegelaten geneesmiddelen of stoffen tijdelijk stop te zetten (zie paragraaf *Niet-toegelaten behandelingen*).
4. Huidige of recente (binnen één jaar) voorgeschiedenis van misbruik van middelen of verslaving, waaronder alcoholmisbruik, zoals vastgelegd door *Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders* (DSM-IV).
5. Een significante ernstige abnormaliteit van het cardiovasculaire systeem, bv. recent myocardinfarct, angina, hypertensie of hartritmestoornissen (binnen de voorafgaande 6 maanden), elektrocardiogram met gecorrigeerde QT-tijd volgens Bazett (QT x Ö [hartslag/60]) strikt genomen hoger dan 450 ms, voorgeschiedenis van linkerventrikelhypertrofie of mitralisklepprolaps.
6. Patiënten met een ernstige leverfunctiestoornis (bv. protrombinetijd < 50% of factor V < 50% als de patiënt anti-vitamine K krijgt) of een ernstige nierfunctiestoornis (bv. serumcreatinine hoger dan 2,0 mg/dl) of met een andere significante abnormaliteit bij het lichamelijke onderzoek of klinische laboratoriumuitslagen.
7. Psychische en neurologische stoornissen, zoals matige of ernstige psychose of dementie, bipolaire stoornis, ernstige vorm van angst, klinische depressie, voorgeschiedenis van epilepsie of een ander probleem dat volgens de onderzoeker de deelname van de patiënt aan dit onderzoek en de voltooiing ervan zou uitsluiten of dat een betrouwbare weergave van subjectieve symptomen in het gedrang zou brengen.
8. Voorafgaande ernstige bijwerkingen op stimulantia van het CZS.
9. Bekende overgevoeligheid voor de geteste behandeling, waaronder het werkzame bestanddeel en de hulpstoffen.
10. Niet in staat zijn de dagelijkse activiteiten op een veilige manier voort te zetten zonder gebruik te maken van een behandeling voor EDS.
11. Een andere actieve, klinisch significante ziekte, waaronder een instabiele cardiovasculaire, endocriene, neoplastische, gastro-intestinale, hematologische, lever-, immunologische, metabole, neurologische (behalve narcolepsie/kataplexie), long- en/of nierziekte die een invloed zou kunnen hebben op de uitvoering van het onderzoek, een contra-indicatie zou vormen voor de onderzoeksbehandelingen, de patiënt in een risicovolle positie zou brengen tijdens het onderzoek of de doelstellingen van het onderzoek in het gedrang zou brengen.
12. Patiënten met congenitale galactosemie, glucose-galactosemalabsorptie of lactasedeficiëntie als gevolg van de aanwezigheid van lactose in onderzoeksbehandelingen.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2008-007866-46-NL |
CCMO | NL27573.058.09 |