1) Het documenteren van respectievelijk achtergrond- en procedurele pijn intensiteit in Nederlandse brandwondencentra op basis van zelf-gerapporteerde pijnscores.Vraagstelling 1: Hoeveel mensen hebben een procedurele pijnscore hoger dan 7?…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
Synoniemen aandoening
Aandoening
brandwonden
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
PIJN
In de acute fase: De intensiteit van achtergrondpijn, procedurele pijn gemten
met VAS (pijnintensiteit, pijntolerantie, ongemak door de pijn)
In de follow-up fase: intensiteit en aanverwante kenmerken gemeten met Brief
Pain Inventory (BPI), LANSS pain scale
Secundaire uitkomstmaten
KWALITEIT VAN LEVEN gemeten met de EQ-6D
VOORSPELLERS van pijn
Achtergrond van het onderzoek
Pijn is een beruchte complicatie van brandwonden en is wereldwijd nog steeds
een onopgelost probleem. Dit probleem speelt met name in brandwondencentra waar
patienten met ernstige verbrandingen behandeld worden. Pijn veroorzaakt
belangrijke complicerende neveneffecten zoals een vertraagde wondgenezing,
vergrote kans op ondervoeding en verminderde werking van het immuunsysteem en
is een voorspeller van suicidale gedachten in de periode na ontslag uit het
ziekenhuis. Ook angst voor pijnlijke procedures bleek in deze groep een
voorspeller te zijn voor posttraumatische stress klachten 1 jaar na het
ongeval. Adequate behandeling van pijn is daarom uitermate belangrijk voor een
optimale wondgenezing en voor de kwaliteit van leven gedurende de opname en na
ontslag.
Pijn bij brandwonden wordt onderscheiden in achtergrondpijn (gedurende
rustperioden) en procedurele pijn (gedurende wondverzorgingen en andere
(para)medische interventies). Met name procedurele pijn veroorzaakt een
dagelijks terugkerende zware belasting voor de patient. Het is tot op de dag
van vandaag niet duidelijk wat de meest adequate vorm van pijnbestrijding is.
Dit is enerzijds te verklaren door de complexiteit van pijn die beinvloed wordt
door tal van cognitieve (o.a. coping strategieen), affectieve (o.a. depressie
en angst) en gedragsmatige factoren (o.a. vermijden van beweging). Anderzijds
is er weinig onderzoek gedaan naar de beste farmacologische en
niet-farmacologische behandeling op basis van zelfgerapporteerde pijnscores.
Een vergelijkende studie tussen behandelcentra is nooit eerder uitgevoerd.
Doel van het onderzoek
1) Het documenteren van respectievelijk achtergrond- en procedurele pijn
intensiteit in Nederlandse brandwondencentra op basis van zelf-gerapporteerde
pijnscores.
Vraagstelling 1: Hoeveel mensen hebben een procedurele pijnscore hoger dan 7?
Vraagstelling 2: Hoeveel mensen hebben een achtergrond pijnscore hoger dan 4?
2) Het documenteren van pijnbeloop en pijn kenmerken gedurende de klinische
periode en de periode daarna.
Vraagstelling 3: Hoe is het verloop en wat zijn de kenmerken van procedurele
pijn gedurende de opname? Is er een omslagpunt waarneembaar?
Vraagstelling 4: Hoe is het verloop en wat zijn de kenmerken van achtergrond
pijn gedurende de opname? Is er een omslagpunt waarneembaar?
Vraagstelling 5: Hoe is het verloop en wat zijn de kenmerken van pijn na
ontslag uit het ziekenhuis tot 18 maanden na het ongeval?
3) Het identificeren van factoren die acute pijn en pijn op de langere termijn
beinvloeden.
Vraagstelling 6: Welke predictieve factoren zijn kenmerkend voor patienten die
hoge pijnscores rapporteren (procedurele pijn >7, achtergrondpijn >4)?
Vraagstelling 7: Welke predictieve factoren zijn kenmerkend voor patienten die
pijn op de lange termijn hebben?
4) Het documenteren van pijn in de afzonderlijke behandelcentra om inzicht te
krijgen in een eventueel superieur pijnbeleid (farmacologisch en
niet-farmacologisch), m.a.w. de effectiviteit van het huidige beleid bestuderen
aan de hand van de verzamelde pijnscores in de deelnemende centra.
Vraagstelling 8: Is er een verschil tussen de participerende brandwondencentra
in het percentage patienten met hoge scores? Is dit te verklaren op basis van
(type) analgetica en/of gebruik van niet-farmacologische interventies?
Onderzoeksopzet
De studie is een prospectieve cohortstudie waarin gebruik gemaakt wordt van
zelfrapportage instrumenten en heeft een loopduur van 2,5 jaar.
Eerste fase
Een 1,5-uur durende training voor verpleegkundigen werkzaam in de
brandwondencentra om kennis over de studie, pijn en pijnmeting te vergroten.
Het doel is: 1) het bewerkstelligen van gestandaardiseerde pijnmeting, 2) het
verhogen van de motivatie bij verpleegkundigen voor consequente
pijnregistratie, 3) een positieve attitude t.o.v. de studie te verwezenlijken.
Tweede fase
In de tweede fase wordt tijdens de klinische periode driemaal daags pijn
gemeten op de volgende tijdstippen: 8u (achtergrondpijn), onmiddellijk na de
wondverzorging (procedurele pijn) en om 20u (achtergrondpijn), bij alle
opgenomen patienten die in staat zijn pijn via zelfrapportage aan te geven.
Tevens worden in deze fase de zelfrapportage vragenlijsten voorgelegd om
inzicht te krijgen in variabelen die pijn beinvloeden en krijgen mensen na
ontslag uit het ziekenhuis op vastgestelde tijdstippen vragenlijsten
opgestuurd.
Inschatting van belasting en risico
Patienten lopen voor zover bekend geen risico. Het invullen van vragenlijsten
zou belastend kunnen zijn, maar de ervaring met eerder onderzoek is dat
patienten dit niet als zodanig ervaren. Ze kunnen er ook op elk moment mee
stoppen zonder opgaaf van reden. Geschatte invultijd per meetmoment (belasting)
varieert van 15 tot 20 min tijdens de opnameperiode en 30 tot 40 min in de
follow-up fase.
Publiek
Postbus 1015
1940 EA Beverwijk
NL
Wetenschappelijk
Postbus 1015
1940 EA Beverwijk
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
De studie wordt uitgevoerd bij volwassenen (18 jaar en ouder) met een minimaal percentage Totaal Verbrand Lichaams Oppervlak van 1% brandwonden, die opgenomen zijn in een brandwondencentrum voor minimaal 48 uur en die in staat zijn hun pijn intensiteit aan te geven d.m.v. zelfrapportage.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal is het voornaamste exclusie criterium. Verder worden patienten geexcludeerd die korter dan 48 uur zijn opgenomen, die ernstige mentale problemen (chronische en acute psychoses) hebben, die alleen een inhalatietrauma hebben zonder brandwonden en die overlijden ten gevolge van de brandwonden.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL27996.094.09 |