Het evaluatieonderzoek zal zich richten de volgende zes elementen; (1) de technische evaluatie van het systeem in de praktijk, (2) de betrouwbaarheid en de validiteit van het systeem, (3) de opvolging van het zorgprotocol, (4) de effecten van het…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
Synoniemen aandoening
Aandoening
dementie en kwetsbare ouderen, allen cliënten van thuiszorgorganisaties
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
- Het zelfstandig wonen en functioneren, de kwaliteit van leven, het
gevoel van veiligheid en zorggebruik van cliënten gemeten met de vragenlijsten
GARS, Eenzaamheid, EQ-5D, Veiligheid en Zorggebruik.
- De objectieve en subjectieve belasting van mantelzorgers gemeten met de
vragenlijsten Erasmus iBMG, SCI en SBR.
- De arbeidstevredenheid van hulpverleners gemeten door de vragenlijst
Arbeidstevredenheid en de inzet van personeel (gemeten door in het
computersysteem van de betrokken zorgorganisaties het aantal cliënten en de
duur van cliëntenbezoeken per zorgverlener vast te stellen).
Secundaire uitkomstmaten
(1) Het doel van het onderzoek is om invoering van het QuietCare systeem te
evalueren. De onderzoeksvragen hierbij zijn:
- Welke technische problemen treden er op tijdens het gebruik van het QuietCare
systeem en wat zijn de oorzaken en mogelijke oplossingen voor deze problemen?
m.b.t. de bewegingssensoren? m.b.t. het basisstation?
(2) Geeft het QuietCare systeem valide en betrouwbare informatie?
- Wat zijn de percentages vals positieve en negatieve meldingen van het
QuietCare systeem in de Nederlandse zorgsituatie?
- Is er een relatie tussen het aantal en soort meldingen en
gezondheidsgerelateerde uitkomstmaten?
(3) In hoeverre houden de betrokken partijen zich aan het protocol?
- Worden taken volgens de taakomschrijving op een juiste manier uitgevoerd?
- Welke knelpunten bestaan er in de zorgafhandeling?
(4) Wat zijn de kosten van de implementatie en het gebruik van het QuietCare
systeem voor de zorgorganisaties?
(5) In hoeverre heeft de invoering van het systeem een invloed op de
zorgorganisaties?
- Wat zijn de randvoorwaarden om het Quiet are systeem in zorgorganisaties
adequaat toe te passen?
- In hoeverre voldoen zorgorganisaties aan deze randvoorwaarden?
- Welke veranderingen hebben zorgorganisaties nodig om aan deze randvoorwaarden
de voldoen?
- Op welke manier kunnen zorgorganisaties, op basis van ervaring, van elkaar
leren?
Achtergrond van het onderzoek
Een kwart van de Nederlandse bevolking zal in 2030 ouder dan 65 jaar zijn.
Geschat wordt dat van deze groep 65 plussers, 10-15% ouderen kwetsbaar zijn
(430.000 - 645.000). Volgens analyses van de Gezondheidsraad loopt het aantal
dementerenden in Nederland op van circa 175.000 in 2005 tot circa 320.000 in
2030 (Ministerie VWS, 2005).
Kwetsbaarheid wordt gedefinieerd als de afname van de reservecapaciteit van
meerdere orgaansystemen, waardoor relatief kleine veranderingen in het interne
of externe milieu grote gevolgen kunnen hebben voor een oudere om een
acceptabel niveau van fysiek, sociaal en psychologisch functioneren te
behouden. Kwetsbaarheid kan worden geïnitieerd door ziekte, inactiviteit,
inadequate voedingsinname en/of de fysiologische veranderingen van het ouder
worden (Ahmed, Mandel & Fain, 2007, Steverink, 2001). Dementie is een
verzamelnaam voor niet aangeboren aandoeningen, die gekenmerkt worden door
combinaties van meervoudige stoornissen in de cognitieve functies, stemming en
gedrag.
Toename van het aantal kwetsbare en dementerende ouderen zal tot een grotere
langdurige zorgvraag leiden die moet worden opgevangen door zowel de
professionele zorgverleners als door mantelzorgers. De zorgorganisaties staan
echter onder druk vanwege het steeds schaarser worden van zorgverleners.
Daarnaast neemt het aantal mantelzorgers af. Stonden er in 2005 nog drie
50-jarige kinderen; in 2030 nog maar anderhalf (Ministerie VWS, 2005).
De overheid stimuleert dat de groep van dementerenden en kwetsbare ouderen
langer zelfstandig thuis (extramuraal) blijft wonen als zij dat willen
(bijvoorbeeld met het zorgzwaartepakket *Volledig Pakket Thuis*). Daarnaast
geven veel ouderen aan liever in hun eigen huis te blijven wonen dan te
verhuizen naar een verzorging- of verpleeghuis. Het angstbeeld is echter dat de
thuiswonende ouderen door deze beperkte steun niet in een veilige omgeving
verkeren en bijvoorbeeld lang onopgemerkt in de woning op hulp wachten na een
valpartij of hartaanval. Bij het reduceren van dit gevoel van onveiligheid kan
technologie een uitkomst bij bieden. Uit verschillende domotica projecten in
Nederland is gebleken dat door het creëren van veiligheid door bijvoorbeeld
actieve of passieve alarmeringsystemen, ouderen langer zelfredzaam blijven en
langer zelfstandig kunnen blijven wonen (Van der Leeuw, 2004,
kenniscentrumwonenenzorg.nl, 2008).
Dit onderzoeksprotocol concentreert zich op het QuietCare systeem. Het systeem
is ontwikkeld door dr. Anthony Glascock (Gerontoloog en Professor Antropologie)
en dr. David Kutzik (Gerontoloog Assistent Professor Sociologie). Het idee voor
het systeem ontstond tijdens interview. De geïnterviewde antwoordde op de vraag
of hij ooit een oudere verzorgd of geholpen had: *Ja, elke ochtend na het
opstaan kijk ik uit mijn raam om te zien of rook uit de schoorsteen van mijn
vader komt. Als er rook uit komt, weet ik dat hij opgestaan is en hij thee aan
het maken is. Als er geen rook uit de schoonsteen komt dan is er waarschijnlijk
iets mis en ga ik naar mijn vader toe.* (Hutlock, 2004). Na aanleiding van deze
informatie hadden dr. Glascock en dr. Kutzik het idee om een systeem te
ontwikkelen, waarbij men, op afstand inzicht kan krijgen hoe het met ouderen
gaat in de woning. De uitwerking van dit idee heeft geresulteerd in het
QuietCare systeem. Het Quiet Care systeem registreert middels infrarood
sensoren de ADL activiteiten van ouderen in de eigen woonomgeving. De
onderliggende gedachte is dat het niet kunnen uitvoeren van deze activiteiten
het zelfstandig wonen in gevaar brengt. Om zorg op maat te leveren is het
belangrijk om in kaart te brengen bij welke activiteiten een oudere problemen
ervaart. Alternatieve methoden om deze problemen in kaart te brengen bestaan
uit combinaties van observaties en vragenlijsten over de activiteiten in huis.
Deze moeten echter herhaaldelijk afgenomen en zijn onderhevig aan recall bias
(zeker binnen de groep ouderen waarin cognitieve problemen optreden). Het
QuietCare systeem, daarentegen, registreert automatisch het gedrag van een
thuiswonende oudere en is niet onderhevig aan recall bias. Daarnaast is er
continue informatie over de cliënt. Op deze manier wordt inzichtelijk gemaakt
hoe een oudere zich gedraagt in zijn eigen woning (Glascock & Kutzik, 2006).
Naast het vastleggen van de ADL activiteiten van de thuiswonende oudere,
genereert het systeem een ook een melding aan de zorgverlener indien er het
vermoeden is van een onveilige situatie. Onveilige situaties worden herkend
door veranderingen in het activiteitenpatroon van cliënten. Door het vastleggen
van de activiteiten van een oudere *leert* het systeem het gemiddelde
activiteiten patroon van de persoon. Indien er grote afwijkingen zijn in een
patroon worden geconstateerd, wordt een melding gegenereerd waarop een
zorgverlener hier actie op kan ondernemen (Glascock & Kutzik, 2006). De ernst
van de melding is afhankelijk van de mate van afwijking van het gemiddelde
patroon. Op pagina 11 - 13 worden de technische aspecten van het QuietCare
systeem uitgebreider beschreven.
De ontwikkeling van het QuietCare systeem verliep van het opgedane idee, tot
ontwikkeling van het systeem in het laboratorium en initiële testen, gevolg
door een praktijktest (voor de betrouwbaarheid en de validiteit van het
systeem) en een pilot studie (voor de effecten van het systeem op de cliënt en
de zorgverlener). Na ontwikkeling van het systeem in het laboratorium werd het
systeem in verscheidene initiële testen in proefhuizen van cliënten
(ADL-huizen) geïnstalleerd om algemeen dagelijkse levensverrichtingen (ADL) te
registeren. Tijdens deze testfase werd systematisch uitgeprobeerd hoeveel
sensoren er nodig zijn om inzicht te krijgen in ADL-activiteiten en hoe deze
sensoren geplaatst moeten worden. Zo werd aan het begin van de testfase werden
alle kamer, kastje en lades gemonitord. Dit leidde echter tot een overvloed aan
informatie. Door het systematisch weg laten van bepaalde sensoren werd bepaald
welke sensoren nodig zijn voor het registeren van activiteiten die voldoende
informatief zijn voor de zorgverlener. Dit resulteerde in een basisset van vijf
sensoren die naar wens uitgebreid kan worden. De plaatsing van de sensoren is
ook aan de hand dit soort testen bepaald(Glascock & Kutzik, unpublished). Na
deze initiële testen werd een praktijk test (12 maanden) uitgevoerd om de
betrouwbaarheid en de validiteit van het systeem te testen (Glascock & Kutzik,
2006). De betrouwbaarheid van het systeem werd vastgesteld op 99%. De
validiteit van het systeem werd vastgesteld op 97%. Naar aanleiding van deze
resultaten werd in de USA een pilot uitgevoerd om de effectiviteit van het
systeem te evalueren (Glascock & Kutzik, 2006). Er namen in totaal 26 cliënten
deel aan deze pilot. De cliënten hadden verschillende aandoeningen; o.a.
hartfalen, longemfyseem, HIV, ziekte van Parkinson, Alzheimer, diabetes en
kanker. Tijdens deze pilot hebben de deelnemende zorgverleners in totaal meer
dan 100 keer informatie uit het QuietCare systeem gebruikt om de zorg voor de
cliënt te verbeteren. De zorgverleners gaven aan dat ze het prettig vonden om
specifieke zaken die door het gebruik van het Quiet Care systeem naar voren
kwamen met hun cliënten te bespreken. De deelnemende cliënten gaven aan dat ze
zich veiliger in huis voelden omdat er iemand was die een oogje in het zeil
hield. Momenteel is het systeem werkzaam bij meer dan 2.500 mensen in de
Verenigde Staten en meer dan 300 mensen in Groot-Brittannië.
Doel van het onderzoek
Het evaluatieonderzoek zal zich richten de volgende zes elementen; (1) de
technische evaluatie van het systeem in de praktijk, (2) de betrouwbaarheid en
de validiteit van het systeem, (3) de opvolging van het zorgprotocol, (4) de
effecten van het QuietCare Systeem voor cliënten, mantelzorger en
zorgverleners, (5) de kosten voor de implementatie en het gebruik van het
QuietCare systeem voor de zorgorganisaties en (6) de invloed op de betrokken
zorgorganisaties.
Onderzoeksopzet
Het evaluatie onderzoek heeft een longitudinaal design waar per deelnemer
(client, mantelzorger en zorgverlener) gedurende een periode van een half jaar
metingen via vragenlijsten worden verricht. Het gaat om een quasi-experimenteel
design met voor- en nametingen waarbij kwantitatieve data worden verzameld.
Meetmomenten
Bij inclusie van deelnemers aan het onderzoek (T0), na 3 maanden (T1) en na 6
maanden (T2) worden vragenlijsten bij de cliënten, mantelzorgers en
zorgverleners afgenomen.
Bij cliënten worden metingen verricht van de mate zelfredzaamheid (GARS),
eenzaamheid (De Jong Gierveld), kwaliteit van leven (EQ-D5) en gevoel van
veiligheid en mate van zorggebruik.
Bij mantelzorgers worden de vragenlijsten Objectieve Belasting Mantelzorger,
SCI en SBR afgenomen die de objectieve en subjectieve zorgbelasting meten.
Bij zorgverleners worden de vragenlijst voor arbeidstevredenheid en
zorgverlening van het zorgverleners gemeten. Tevens worden er maandelijks voor
hen bijeenkomsten georganiseerd met als doelstelling om knelpunten te
signaleren en op te lossen.
Onderzoeksproduct en/of interventie
QuietCare systeem, monitoren van ADL-activiteiten in de thuissituatie
Inschatting van belasting en risico
Aan de ondersteuning van cliënten door het QuietCare Systeem zijn geen risico's
verbonden.
De belasting van de cliënten door de afname van de vragenlijsten wordt geschat
op 1 maal 90 minuten en 2 maal 60 minuten (210 minuten in totaal).
De belasting van de mantelzorger door de afname van vragenlijsten wordt geschat
op 3 maal 40 minuten (120 minuten in totaal)
De belasting van de zorgverleners door de afname van vragenlijsten wordt
geschat op 3 maal 15 minuten en door de maandelijkse bijeenkomsten worden
geschat op 6 maal 60 minuten (405 minuten in totaal)
Daarnaast wordt bij hen 3 maal telefonisch contact opgenomen over eventuele
incidenten van de vorige week(om het percentage vals negatieve meldingen vast
te stellen).
Publiek
Kennedyplein 18
5801 VH Venray
NL
Wetenschappelijk
Kennedyplein 18
5801 VH Venray
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Inclusiecriteria:
- De persoon woont in zijn eigen thuissituatie en wordt ondersteund door thuiszorginstellingen Proteion Thuis of Savant
- De persoon woont in een aanleunwoning of woont zelfstandig in de wijk.
- De persoon is een kwetsbare oudere (score Groningen Frailty Index: > 4) of ontvangt zorg op basis van psychogeriatrische grondslag (afgegeven door het Centrum Indicatiestelling Zorg)
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Exclusiecriteria:
- Geen vaste telefoonlijn beschikbaar
- Voor de groep dementerenden:
- jong dementerenden : leeftijd lager dan 65 jaar
- ernstige cognitieve problemen (MMSE score <17)
- wilsonbekwaamheid
- Voor de groep kwetsbare ouderen:
- ontvangt zorg op basis van psychogeriatrische grondslag (afgegeven door het Centrum Indicatiestelling Zorg)
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL26474.022.09 |