Het doel van dit onderzoek is om te bestuderen wat het effect van atorvastatine 20mg/dag (toegevoegd aan ARB) is op sympathische zenuwactiviteit in patienten met hypertensie en chronische nierziekte.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
- Nefropathieën
Synoniemen aandoening
Aandoening
Hypertensie
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het effect van chronische (6 weken) behandeling met atorvastatine 20mg/dag
alleen en gecombineerd met een ARB (losartan 100mg/dag) op sympathische
activiteit (MSNA) in patienten met hypertensie en chronische nierziekte
Primaire onderzoeksuitkomstmaten:
Een substantiele afname van MSNA in patienten met chronische nierziekte en
hypertensie
Secundaire uitkomstmaten
- Effect van atorvastatine 20mg/dag op nierfunctie en plasma renin activity
(PRA)
Achtergrond van het onderzoek
Cardiovasculaire (CV) schade komen veel voor bij patiënten met chronische
nierziekte. Waarom deze problemen zo veel vaker optreden dan bij
leeftijdsgenoten, is maar ten dele bekend. De zogenaamde traditionele
risicofactoren voor CV orgaanschade zoals hypertensie en hypercholesteremie
kunnen dit maar voor een deel verklaren. Aangenomen wordt dat een aantal
risicofactoren specifiek optredend bij nierziekte medeverantwoordelijk zijn
voor het optreden van de CV schade. Waarschijnlijk is de toegenomen activiteit
van het sympathetische zenuwstelsel een belangrijke nierziekte-specifieke
factor. Er zijn zeer veel aanwijzingen dat deze verhoogde zenuwactiviteit in
belangrijke mate kan bijdragen aan het ontstaan van CV schade. Onze groep heeft
de afgelopen jaren uitgebreid onderzoek gedaan naar het belang van deze
verhoogde sympathetische zenuwactiviteit. Wij maken daarbij gebruik van een
zeer betrouwbare methode van zenuwactiviteit meting. Hoogstwaarschijnlijk ligt
de oorsprong van de verhoogde sympathetische zenuwactiviteit in de zieke
nieren. Wij vonden dat veel gebruikte geneesmiddelen (ACE remmers en ARB) deze
verhoogde zenuwactiviteit wel remden, maar niet volledig normaliseerden. Recent
vonden wij dat de relatie tussen de verhoogde sympathetische zenuwactiviteit en
CV schade niet volledig werd weggenomen door deze medicatie. Daarenboven lieten
we zien dat linker ventrikel massa is duidelijk groter in hypertensieve
patienten met chronische nierziekte dan controles ondanks adequate
antihypertensieve behandeling. Deze toename in linker ventrikel massa was
gerelateerd aan MSNA (onafhankelijk van de bloeddruk). We willen het effect van
toevoeging van statine aan ARB op sympathische zenuwactiviteit bestuderen.
Doel van het onderzoek
Het doel van dit onderzoek is om te bestuderen wat het effect van atorvastatine
20mg/dag (toegevoegd aan ARB) is op sympathische zenuwactiviteit in patienten
met hypertensie en chronische nierziekte.
Onderzoeksopzet
De MSNA wordt onder 2 verschillende omstandigheden gemeten:
• Nadat patienten 6 weken alleen ARB hebben gebruikt en
• Nadat patienten 6 weken atorvastatine én ARB hebben gebruikt
De deelnemers worden gerandomiseerd in twee groepen: groep 1 of groep 2.
Groep 1:
1. De deelnemers dienen 6 weken ARB (losartan 100mg/dag) te gebruiken. Na 6
weken krijgen de patienten de eerste MSNA meting, bloeddruk meting en het
bloedonderzoek wordt gedaan.
DAN:
2. Krijgen de deelnemers in deze groep 20 mg/dag atorvastatin én losartan
100mg/dag gedurende 6 weken. Alle andere medicijnen (ook diureticum) blijven ze
ongewijzigd gebruiken.
Na 6 weken atorvastatine en losartan wordt de MSNA meting en het bloedonderzoek
gedaan.
Groep 2:
1. De deelnemers krijgen atorvastatine 20mg//dag en losartan 100mg/dag
gedurende 6 weken. Andere medicijnen (ook diureticum) blijven ze ongewijzigd
gebruiken. Na 6 weken atorvastatine en losartan worden de bloeddruk meting, het
bloedonderzoek en de eerste MSNA meting gedaan.
DAN
2. De deelnemers dienen 6 weken losartan te gebruiken (stoppen met
atorvastatine). Na 6 weken wordt de tweede MSNA meting gedaan, bloeddruk meting
en bloedonderzoek worden gedaan.
(zie prtocol, "the flowchart" voor een duidelijk overzicht van de studie)
De bloeddruk wordt gemeten aan de armen via een elektronische bloeddrukmeter in
bovenarm in liggende positie. De hoogte van de bloeddruk wordt aangegeven in
millimeter kwik.
Andere metingen: plasma renin activiatie en lever- en nierfunctie tests.
Onderzoeksproduct en/of interventie
In deze studie worden de deelenemrs gevraagd om losartan 100mg/dag te gebruiken voor 6 weken. Dan moeten de deelnemers atorvastatine 20mg/dag én losartan 100mg/dag gebruiken voor 6 weken. Of De deelnemers worden gevraagd om losartan 100mg/dag én atorvastatine 20mg/dag. Dan moeten de deelnemers stoppen met atorvastatine maar doorgaan met losartan 100mg/dag. Andere medicatie (ook plastabletten) worden in ongewijzigde dosering door gebruikt gedurende de hele studie.
Inschatting van belasting en risico
Microneurografie: in de afgelopen jaren werd nooit een complicatie van belang,
b.v. zenuwletsels gezien.
De behandeling met atorvastatine gaf een algemene incidentie van bijwerkingen
die vergelijkbaar was met placebo. Dit is uitgebreid in het protocol besproken.
Patienten gebruiken al een angiotensine receptor blokker (losartan of een
vergelijkbaar middel).
Publiek
Heidelberglaan 100
3584 CX Utrecht
NL
Wetenschappelijk
Heidelberglaan 100
3584 CX Utrecht
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Patienten ouder dan 18 jaar oud; bekend met hypertensie met stabiele chronische nierziekte die een ACE remmer of een ARB gebruiken.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Patienten met diabetes mellitus, dialyse patiënten, zwangere patienten en patienten die andere antihypertensieve middelen gebruiken zijn ge-excludeerd.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2009-009334-32-NL |
CCMO | NL25734.041.09 |