Het bepalen van de bruikbaarheid van de in vitro IFN-γ assays in de algemene zin bij patiënten die behandeld worden met hemodialyse, en het vaststellen van het juiste moment voor de bloedafname bij hemodialyserende patiënten voor deze…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Nevenaspecten van infecties
- Nefropathieën
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Intrapersoonlijke variabiliteit in de proliferatieve functie van de
T-lymfocyten bij patiënten die behandeld worden met hemodialyse, na de
stimulatie met:
- een algemene mitogeen (phytohaemaglutinine)
- tuberculosespecifieke antigenen
- CMV-specifieke antigenen
- hepatitis B-specifieke antigenen
tussen de bloedmonsters afgenomen voor, kort na start en na de hemodialyse.
Secundaire uitkomstmaten
1. verschillen in de proportie van de patiënten met de *indeterminate*
testuitslag in de positieve controle buis tussen de vier groepen
2. verschillen in de proportie van de patiënten met de positieve
Quantiferon-CMV uitslag tussen de vier groepen
3. verschillen in de proportie van de patiënten met de positieve Quantiferon-HB
uitslag tussen de vier groepen
4. verschillen in de proliferatieve capaciteit van de T lymfocyten gemeten als
de hoeveelheid van de geproduceerde IFN-γ tussen de 4 groepen
Achtergrond van het onderzoek
Met behulp van de in vitro interferon-gamma (IFN-γ) assays kan de
interferonproductie door de gesensitiseerde T-lymfocyten worden gemeten als
respons op de specifieke antigenen waarmee ze eerder in contact zijn geweest
(als het gevolg van de natuurlijke infectie of vaccinatie). Verschillende
antigenen kunnen gebruikt worden voor de in vitro stimulatie. De mogelijkheden
voor toepassing van in vitro IFN-γ assays zijn uitgebreid getest voor de
latente tuberculose. De respons op andere antigenen zoals cytomegalovirus (CMV)
en hepatitis B (HB) antigenen moet nog worden bestudeerd. Om de betrouwbare
resultaten van deze test te verkrijgen is de normale functie van de
T-lymfocyten echter noodzakelijk.
Patiënten die behandeld worden met hemodialyse hebben verhoogd risico op
infectieuze complicaties. Er zijn meerdere klinische situaties wanneer gebruik
gemaakt zou kunnen worden van de in vitro IFN-γ bepaling om de verwekker vast
te stellen, de pre-emptive behandeling van een infectie te starten of om de
effectiviteit van de vaccinatie te beoordelen.
Er ontbreekt echter een informatie over de invloed van de hemodialyse op de
proliferatieve functie van de T-lymfocyten. Indien deze tijdens dialyse
gestoord zou zijn, zou dit tot foutief negatieve uitslagen kunnen leiden,
terwijl buiten de dialyse om de uitslag betrouwbaar zou kunnen zijn.
Doel van het onderzoek
Het bepalen van de bruikbaarheid van de in vitro IFN-γ assays in de algemene
zin bij patiënten die behandeld worden met hemodialyse, en het vaststellen van
het juiste moment voor de bloedafname bij hemodialyserende patiënten voor deze
testen.
Onderzoeksopzet
Dit is een cross-sectional studie met 4 groepen patiënten.
De volgende procedures zullen worden uitgevoerd:
I. patiënten die behandeld worden met hemodialyse (groep A):
intraveneus bloed wordt afgenomen voor de aanvang, 30 minuten
na start en aan
het eind van de hemodialyse; er worden per keer 5 buisjes
afgenomen elk gevuld
met 1 ml bloed
II. patiënten behandeld met peritoneaal dialyse, patiënten met
nierinsufficientie die niet worden behandeld met nierfunctievervangende
therapie, en gezonde controle groep (groepen B, C en D):
intraveneus bloed wordt éénmalig afgenomen (cca 20 cc bloed)
tussen 8 en 12 uur.
Vijf buisjes bloed worden gebruikt voor de volgende bepalingen:
- Quantiferon-GIT testtube (tuberculose antigenen)
- Quantiferon-CMV testtube (CMV antigenen)
- Quantiferon-HB testtube (hepatitis B antigenen)
- positive controletube (phytohaemaglutinine als mitogeen)
- negatieve controletube (geen mitogeen toegevoegd).
Na het uitvoeren van Quantiferon testen wordt de rest van het bloed opgeslagen
bij -20 graden Celsius voor 5 jaar in het Laboratorium Virologie van het UMC in
Utrecht.
Inschatting van belasting en risico
belasting van de patienten is klein (drie keer bloedafname), de risico's zijn
gelijk aan de risico's van de bloedafname
Publiek
Heidelberglaan 100
3584 CX Utrecht
Nederland
Wetenschappelijk
Heidelberglaan 100
3584 CX Utrecht
Nederland
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
groep A - nierfalen en hemodialyse
groep B - nierfalen en peritoneale dialyse
groep C - nierfalen, geen dialyse
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
groep D - nierfalen en/of immunocompromitterende ziekte of immunosuppressieve medicatie
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL18453.041.07 |