Het belangrijkste doel van het onderzoek is de interactie tussen cognitie en emotionele capaciteiten bij patiënten met schizofrenie te onderzoeken. In een aantal studies hebben patiënten met schizofrenie stoornissen in alle cognitieve domeinen en in…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Schizofrenie en andere psychotische stoornissen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
• De interactie tussen cognitieve en emotionele capaciteiten bij patiënten met
schizofrenie te onderzoeken.
• Te onderzoeken in hoeverre patiënten met schizofrenie verschillen ten
opzichte van gezonde controlepersonen in hun selectieve aandacht en in welke
mate dit wordt beïnvloedt door affectieve component van de stimuli.
• Te onderzoeken of patiënten met schizofrenie verschillen ten opzichte van
gezonde controlepersonen in hun werkgeheugen functie en in welke mate dit wordt
beïnvloedt door affectieve component van de stimuli.
• Te onderzoeken of patiënten met schizofrenie verschillen ten opzichte van
gezonde controlepersonen in hun visueel langetermijngeheugen en in welke mate
dit wordt beïnvloedt door een affectieve component van de stimuli.
• Te onderzoeken of patiënten met schizofrenie verschillen ten opzichte van
gezonde controlepersonen in hun verbaal langetermijngeheugen en in welke mate
dit wordt beïnvloedt door een affectieve component van de stimuli.
Secundaire uitkomstmaten
• Te onderzoeken of er invloed van de farmacologische behandeling of de actuele
psychopathologie op de interactie van cognitie en emotie aanwezig is.
Achtergrond van het onderzoek
Selectieve aandacht
Een vaak gerepliceerde bevinding bij patiënten met schizofrenie is een
gestoorde selectieve aandacht. Een onderzoeksparadigma hiervoor is de Stroop
test. Meestal worden daarin drie verschillende woordtypes gebruikt:
kleurwoorden geschreven in letters van dezelfde kleur (congruent), kleurwoorden
geschreven in letters van een andere kleur (incongruent) en neutrale stimuli,
bv. een reeks van "X" of woorden in witte letters. Deelnemers worden gevraagd
hun aandacht op de kleur van de letters te richten en een voor iedere keur
aangewezen toets op het toetsenbord in te drukken. Twee fenomenen zijn hierbij
beschreven, interferentie, i.e. een toename in reactietijd voor incongruente
stimuli, en facilitatie, i.e. een afname van reactietijd voor congruente
stimuli, in vergelijking met neutrale stimuli. Hetzelfde geldt voor woorden met
emotionele inhoud in vergelijking met neutrale woorden in enkele patiënten
populaties. Met betrekking tot patiënten met schizofrenie zijn de
onderzoeksresultaten niet eenduidig. In een pilotstudy gedaan met patiënten aan
het Erasmus MC lieten patiënten met schizofrenie een gereduceerd Stroop-effect
bij kleurwoorden zien. In vergelijking met gezonde controlepersonen was er geen
invloed van de emotionele inhoud van de woorden te zien.
Werkgeheugen
Het werkgeheugen is een modulair systeem dat het mensen mogelijk maakt
kortdurend (enkele seconden) informatie op te slaan en te manipuleren om andere
cognitieve taken ( bv probleem oplossen, sturen van antwoordgedrag etc.) uit te
voeren. Het werkgeheugen is gelimiteerd in capaciteit (aantal items dat kan
worden onthouden) en tijdspanne (enkele seconden) waarin de informatie kan
woorden onthouden. Verder is het werkgeheugen heel erg gevoelig voor
interferentie.
Sinds het onderzoek van Park and Holzman (1992) heeft een groot aantal studies
een deficit in het spatiele werkgeheugen bij patiënten met schizofrenie laten
zien (voor een overzicht zie Barch, 2006). Het verbale werkgeheugen lijkt
minder beperkt te zijn bij patiënten met schizofrenie, maar het visuo-spatiale
werkgeheugen is wel beperkt. Enkele auteurs (o.a. Cohen 1999) stellen dat er
een basaal deficit in het verwerken van een context aan ten grondslag ligt. Om
de emotionele component in het werkgeheugen verder te onderzoeken willen wij
een aangepaste versie van een response-inhibition (go/no-go) taak gebruiken.
Langetermijngeheugen
Het psychologische concept van langetermijngeheugen omschrijft de vaardigheid
informatie op te nemen en over langere tijd op te slaan, om ze later weer op te
kunnen roepen. Gezien de periode van het opslaan wordt een lange termijn (i.e.
24 uur) en secundair geheugen (minder dan een uur) onderscheiden. Als de
hoeveelheid aan informatie, die moet worden onthouden, de capaciteit van het
werkgeheugen overstijgt en niet online kan worden gehouden, moet de inhoud in
het langetermijngeheugen opgeslagen worden. Langetermijngeheugen wordt typisch
na meer dan 24 uur getest en het secundaire geheugen na minder dan een uur. In
verschillende studies wordt er aangetoond dat verbale (Goschke 1996) en visuele
(Bradley 1992, Kensinger2003) stimuli met een emotionele inhoud de functie van
het langetermijngeheugen beïnvloeden. Beter kunnen worden herinnerd dan stimuli
met een neutraal inhoud. Gezonde controles herinneren woorden met een
emotionele inhoud significant beter dan met een neutrale inhoud. Neutrale
woorden ook beter onthouden als ze in een emotionele context worden
gepresenteerd. Het herkennen van vroeger geleerde emotionele woorden is
relatief stabiel, maar bij neutrale woorden is er een afname over de tijd te
zien. Dat suggereert dat er een emotioneel versterkingsmechanisme voor het
korte een langetermijngeheugen en dat emotionele context onafhankelijk van de
inhoud van een woord wordt opgeslagen (Brierley 2007). In a kort geleden
verschijnen artikel laten patiënten met schizofrenie een deficit in een
versterking van de geheugenfunctie voor foto's met positieve emotionele inhoud
zien (Herbener 2007). Om beter daarvoor te kunnen controleren, zal het
langetermijngeheugen taak in twee verschillende modaliteiten worden uitgevoerd,
een keer met woorden met verschillende emotionele inhoud en een keer met foto's
met verschillende emotionele inhoud.
Doel van het onderzoek
Het belangrijkste doel van het onderzoek is de interactie tussen cognitie en
emotionele capaciteiten bij patiënten met schizofrenie te onderzoeken. In een
aantal studies hebben patiënten met schizofrenie stoornissen in alle cognitieve
domeinen en in het herkennen van emotionele gezichtsuitdrukkingen laten zien
(Edwards 2001). De meeste onderzoeken die zich op emotie focussen kijken naar
de vaardigheid van patiënten met schizofrenie om emotionele
gezichtsuitdrukkingen te herkennen en te interpreteren. Er is minder kennis in
hoeverre gedrag van patiënten met schizofrenie wordt geleid en beïnvloed door
de emotionele context, waarin cognitieve eisen worden gesteld. De manier waarop
het cognitieve en emotionele domein in experimentele of in een meer
naturalistische omgeving op elkaar inwerken heeft tot nu weinig aandacht
gekregen. Behandeltrouw en een gereduceerd aandachtsspanne zijn bekende
beperkingen in de behandeling van jonge patiënten met schizofrenie. Wij hopen
met ons studie factoren te kunnen identificeren waarmee de standaard
behandeling zou kunnen worden verbeterd.
Onderzoeksopzet
Selectieve aandacht (Stroop)
Een gemodificeerde versie van het Stroop taak.
Een computer versie van het single-trial design van de Stroop taak, waarbij
toetsen op het keyboard als antwoord dienen, zal worden gebruikt. Zes
categorieën van stimuli zullen worden gepresenteerd: congruente kleurwoorden,
incongruente kleurwoorden, neutrale stimuli (XXXX), negatieve, neutrale en
positieve woorden. Iedere sessie omvat 40 congruente en incongruente
kleurwoorden, 40 neutrale stimuli en 20 woorden van iedere emotionele
categorie, in totaal 180 woorden. De woorden worden voor 2000 ms in het midden
van het beeldscherm gepresenteerd, met een interstimulus interval van 1000 ms.
De stimuli worden in een gerandomiseerde volgorde gepresenteerd. Erwordt geen
feedback gegeven. Aan vier toetsen op het toetsenbord wordt een kleur
toegewezen (blauw, geel, groen of rood). Er zijn twee sessies met
verschillende emotionele woorden voor iedere deelnemer. Tevoren wordt er een
oefentaak met 160 woorden (kleur en neutrale woorden) gedaan, om te waarborgen,
dat de deelnemers gewend raken aan het gebruik van de toetsen voor iedere
kleur. Deelnemers krijgen de instructie zo snel als mogelijk antwoord te geven.
Werkgeheugen
Een geadapteerde versie van de responsinhibitie taak.
In dit onderzoek zal een stroom van gezichten in plaats van letters worden
gepresenteerd. De taak zal worden gepresenteerd op een computer, op het
toetsenbord wordt er een toets aangewezen voor *JA*. De deelnemers worden
gevraagd bij het verschijnen van een specifiek neutraal gezicht (target gezicht
= X) met het antwoord *JA* te reageren, als er voorafgaand een vrouwelijk
(mannelijk) gezicht (=A) is te zien. Deelnemers mogen de toets niet indrukken
als er voorafgaand aan het target gezicht een mannelijk (vrouwelijk) gezicht
(=B) is te zien of als gezicht *A* is gevolgd door een ander gezicht dan het
target gezicht. De antwoordtijd is gelimiteerd. Deelnemers krijgen een
akoestisch feedback voor correcte antwoorden, correcte terugwijzing, foute
antwoorden en gemiste antwoorden. Deelnemers kregen de instructie zo snel als
mogelijk antwoord te geven.
Visueel langetermijngeheugen
Om de interferentie van emotie op het secundaire- en langetermijngeheugen voor
visuele stimuli te testen zullen foto*s van het International Affective Picture
System (IAPS), een gestandaardiseerd database met foto*s die zijn genormeerd
voor valentie en opwinding, worden gepresenteerd. Kort geleden is een gedeelte
ervan gevalideerd voor patiënten met schizofrenie, waarbij geen duidelijke
verschillen in de beoordeling tussen patiënten en gezonde controles kon worden
gevonden.
Taak
Het onderzoek is een computer taak en is verspreid over twee dagen. Op de
eerste dag zullen de deelnemers 60 plaatjes (20 negatieve, 20 neutrale en 20
positieve) op het beeldscherm in een willekeurige volgorde zien. De plaatjes
met negatieve en positieve inhoud zullen bij elkaar passen in hun waarden voor
opwinding, omdat aangetoond is, dat opwinding en effect op recognitie heeft.
Neutrale foto*s hebben, over het algemeen, een lagere waarde voor opwinding en
zullen daarom volgens ons verwachting significant afwijken. Foto*s met
expliciete seksuele inhoud of mutilatie zullen niet worden gepresenteerd.
Iedere foto zal voor 2000 ms op het beeldscherm verschijnen met een pauze van
1000 ms tussen de foto*s. Deelnemers krijgen de instructie te proberen deze
foto*s te onthouden. Daarna hebben de proefpersonen 5 minuten de tijd om de
foto*s te noemen, die ze hebben gezien. Daaraan aansluitend krijgen ze dezelfde
foto*s nog een keer te zien, weer in een willekeurig volgorde een dezelfde
presentatie tijden. Daarna hebben de proefpersonen 5 minuten de tijd om de
foto*s te noemen, die ze hebben gezien.
Op de volgende dag krijgen de deelnemers 120 foto*s uit de IAPS te zien in een
gerandomiseerd volgorde in twee sessies van 60 foto*s. Daarvan zijn 60 dezelfde
als de dag tevoren (lijst 1) en 60 nieuwe foto*s (lijst 2), die op dezelfde
manier zijn verdeelt over de drie emoties als lijst 1.De foto*s worden voor
2000 ms gepresenteerd, daarna moeten de deelnemers aangeven met behulp van het
indrukken van een toets voor *JA*of *NEE*op het toetsenbord, of ze de foto de
dag tevoren hebben gezien. De deelnemers krijgen hiervoor een
accuratesse-instructie. Daarop volgend worden ze gevraagd de dimensie valentie
en opwinding van de foto te beoordelen met behulp van self-assesment mannikin
(SAM). Ook deze taak zou worden uitgevoerd met behulp van het drukken van een
cijfer op het toetsenbord. Nadat deze opdrachten zijn gedaan verschijnt de
volgende foto op het beeldscherm. Om systematische invloeden te voorkomen, zou
in 50%zal bij 50% van de deelnemers lijst 1 op dag één worden gepresenteerd en
in 50% lijst 2.
Verbaal langetermijngeheugen
Om de interferentie van emotie op het secundaire- en langetermijngeheugen voor
verbale stimuli te testen zal er dezelfde procedure worden gebruikt als in het
testen van het visueel langetermijngeheugen. Maar in plaats van foto*s worden
er 120 woorden uit een lijst van Nederlandse woorden worden gebruikt, die zijn
getoetst op valentie en familiariteit (65).
Taak
Het onderzoek is een computertaak en is verspreid over twee dagen. Op de eerste
dag zullen de deelnemers 60 woorden (20 negatieve, 20 neutrale en 20 positieve)
op het beeldscherm in een willekeurige volgorde achter elkaar zien. De drie
groepen woorden zullen een vergelijkbaar gemiddelde hebben wat betreft hun
familiariteit. Iedere woord zal voor 1000 ms op het beeldscherm verschijnen met
een pauze van 1000 ms tussen de woorden. Deelnemers krijgen de instructie te
proberen deze woorden te onthouden. Daarna hebben de proefpersonen 5 minuten de
tijd om de worden te noemen, die ze hebben gezien. Aansluitend krijgen ze
dezelfde woorden nog een keer te zien, weer in een willekeurig volgorde een
dezelfde presentatie tijden. Daarna hebben de proefpersonen 5 minuten de tijd
hebben om de woorden te noemen, die ze hebben gezien.
Op de volgende dag krijgen de deelnemers 120 woorden te in een gerandomiseerd
volgorde in twee sessies van 60 woorden te zien. Daarvan zijn 60 dezelfde als
de dag tevoren (lijst 1) en 60 nieuwe woorden (lijst 2), die op dezelfde manier
zijn verdeeld over de drie emoties als lijst 1. De woorden worden voor 1000 ms
gepresenteerd, daarna moeten de deelnemers aangeven met behulp van het
indrukken van een toets voor *JA*of *NEE*op het toetsenbord, of ze het woord de
dag tevoren hebben gezien. De deelnemers krijgen hiervoor een
accuratesse-instructie. Daarop volgend worden ze gevraagd de dimensie valentie
en opwinding van het woord te beoordelen met behulp van self-assesment mannikin
(SAM). Ook deze taak zal worden uitgevoerd met behulp van het drukken van een
cijfer op het toetsenbord. Nadat deze opdrachten zijn gedaan verschijnt het
volgende woord op het beeldscherm. Om systematische invloeden te voorkomen, zal
in 50% lijst 1 op dag 1 worden gepresenteerd en in 50% lijst 2.
Selectieve aandacht (Stroop)
Een gemodificeerde versie van het Stroop taak.
Een op computer versie single-trial design van het Stroop taak, waarbij toetsen
op het keyboard als antwoord toetsen zal worden gebruikt. Zes categorieën van
stimuli zullen worden gepresenteerd: congruente kleurwoorden, incongruente
kleurwoorden, neutrale stimuli (XXXX), negatieve, neutrale en positieve
woorden. Iedere sessie omvat 40 congruente en incongruente kleurwoorden, 40
neutrale stimuli en 20 woorden van iedere emotionele categorie, in totaal 180
woorden. De woorden worden voor 2000 ms in de midden van het beeldscherm met
een interstimulus interval van 1000 ms gepresenteerd. De stimuli worden in een
gerandomiseerde volgorder gepresenteerd. Het wordt er geen feedback gegeven.
Vier toetsen op het toetsenbord zijn er aangewezen, een voor iedere kleur, die
wordt gebruikt (blauw, geel, groen en rood). Het zijn er twee sessies met
verschillende emotionele woorden voor iedere deelnemer. Tevoren wordt er een
oefentaak met 160 woorden (kleur en neutrale woorden), om te waarborgen, dat de
deelnemers gewent raken aan de gebruik van de toetsen voor iedere kleur.
Deelnemers kregen de instructie zo snel als mogelijk antwoord te geven.
Werkgeheugen
Een geadapteerde versie van het respons-inhibitie taak.
In dit onderzoek zal een stroom van gezichten in plaats van letters worden
gepresenteerd. De taak zal worden gepresenteerd via een computer, op het
toetsenbord wordt er een toets aangewezen voor *JA*. De deelnemers worden
gevraagd bij het verschijnen van een specifiek neutraal gezicht (target gezicht
= X) met het antwoord *JA* te reageren, als er voorafgaand een vrouwelijk
(mannelijk) gezicht (=A) is te zien. Deelnemers zullen de toets niet indrukken
als er voorafgaand aan het target gezicht een mannelijk (vrouwelijk) gezicht
(=B) is te zien of als gezicht *A* is gevolgd door een ander gezicht dan het
target gezicht. De antwoordtijd is gelimiteerd. Deelnemers krijgen een
akoestisch feedback voor correcte antwoorden, correcte terugwijzing, foute
antwoorden en gemiste antwoorden. Deelnemers kregen de instructie zo snel als
mogelijk antwoord te geven.
Visuele lange termijn geheugen
Om de interferentie van emotie op het secundaire en lange termijn geheugen voor
visuele stimuli te testen zullen foto*s van het International Affective Picture
System (IAPS), een gestandaardiseerd database met foto*s die zijn beoordeeld
voor valentie en opwinding, worden gepresenteerd. Kort geleden is een gedeelte
ervan gevalideerd voor patiënten met schizofrenie, waarbij geen duidelijke
verschillen in de beoordeling tussen patiënten en gezonde controles kon worden
gevonden.
Taak
Het onderzoek is een computer taak en is verspreid over twee dagen. Op de
eerste dag zullen de deelnemers 60 plaatjes (20 negatieve, 20 neutrale en 20
positieve) op het beeldscherm in een willekeurige volgorde achter elkaar zien.
De plaatjes met negatieve en positieve inhoud zullen bij elkaar passen in hun
waarden voor opwinding,omdat aangetoond is, dat opwinding en effect op
recognitie heeft. Neutrale foto*s hebben, over het algemeen, een lagere arousal
waarde en zullen daarom volgens ons verwachting significant afwijken. Foto*s
met expliciete seksuele inhoud of mutilatie zullen niet worden gepresenteerd.
Iedere foto zou voor 2000 ms op het beeldscherm verschijnen met een pauze van
1000 ms tussen de foto*s. Deelnemers krijgen de instructie te proberen deze
foto*s te onthouden. Daarna hebben de proefpersonen 5 minuten de tijd om de
foto*s te noemen, die ze hebben gezien. Daaraan aansluitend krijgen ze dezelfde
foto*s nog een keer te zien, weer in een willekeurig volgorde een dezelfde
presentatie tijden. Daarna hebben de proefpersonen 5 minuten de tijd om de
foto*s te noemen, die ze hebben gezien.
Op de volgende dag krijgen de deelnemers 120 foto*s uit de IAPS te in een
gerandomiseerd volgorde in twee sessies van 60 foto*s te zien. Daarvan zijn 60
dezelfde als de dag tevoren (lijst 1) en 60 nieuwe foto*s (lijst 2), die op
dezelfde manier zijn verdeelt over de drie emoties als lijst 1.De foto*s worden
voor 2000 ms gepresenteerd, daarna moeten de deelnemers aangeven met behulp van
het indrukken van een toets voor *JA*of *NEE*op het toetsenbord, op ze de foto
de dag tevoren hebben gezien. De deelnemers krijgen hiervoor een
accuratesse-instructie. Daarop volgend worden ze gevraagd de dimensie valentie
en opwinding van de foto te beoordelen met behulp van self-assesment mannikin
(SAM). Ook deze taak zou worden uitgevoerd met behulp van het drukken van een
cijfer op het toetsenbord. Nadat deze opdrachten zijn gedaan verschijnt de
volgende foto op het beeldscherm. Om systematische invloeden te voorkomen, zou
in 50% lijst een op dag een worden gepresenteerd en in 50% lijst 2.
Verbale lange termijn geheugen
Om de interferentie van emotie op het secundaire en lange termijn geheugen voor
verbale stimuli te testen zou er dezelfde procedure worden ondergaan als in het
testen van het visuele lange termijn geheugen. Maar in plaats van foto*s worden
er 120 woorden uit een lijst van Nederlandse woorden worden gebruikt, die zijn
getoetst op valentie en familiariteit (65).
Taak
Het onderzoek is een computer taak en is verspreid over twee dagen. Op de
eerste dag zullen de deelnemers 60 woorden (20 negatieve, 20 neutrale en 20
positieve) op het beeldscherm in een willekeurige volgorde achter elkaar zien.
De drie groepen uit woorden zullen vergelijkbare gemiddelde hebben wat betreft
hun familiariteit. Iedere woord zou voor 1000 ms op het beeldscherm verschijnen
met een pauze van 1000 ms tussen de woorden. Deelnemers krijgen de instructie
te proberen deze worden te onthouden. Daarna hebben de proefpersonen 5 minuten
de tijd om de worden te noemen, die ze hebben gezien. Daaraan aansluitend
krijgen ze dezelfde woorden nog een keer te zien, weer in een willekeurig
volgorder een dezelfde presentatie tijden. Daarna hebben de proefpersonen 5
minuten de tijd om de worden te noemen, die ze hebben gezien.
Op de volgende dag krijgen de deelnemers 120 woorden te in een gerandomiseerd
volgorde in twee sessies van 60 worden te zien. Daarvan zijn 60 dezelfde als de
dag tevoren (lijst 1) en 60 nieuwe worden (lijst 2), die op dezelfde manier
zijn verdeelt over de drie emoties als lijst 1. De woorden woorden voor 1000 ms
gepresenteerd, daarna moeten de deelnemers aangeven met behulp van het
indrukken van een toets voor *JA*of *NEE*op het toetsenbord, op ze het woord de
dag tevoren hebben gezien. De deelnemers krijgen hiervoor een
accuratesse-instructie. Daarop volgend worden ze gevraagd de dimensie valentie
en opwinding van het woord te beoordelen met behulp van self-assesment mannikin
(SAM). Ook deze taak zou worden uitgevoerd met behulp van het drukken van een
cijfer op het toetsenbord. Nadat deze opdrachten zijn gedaan verschijnt het
volgende woord op het beeldscherm. Om systematische invloeden te voorkomen, zou
in 50% lijst 1 op dag 1 worden gepresenteerd en in 50% lijst 2.
Inschatting van belasting en risico
Alle onderzoeken zijn computer gebaseerde neuropsychologische onderzoeken. Van
geen van de onderzoeken zijn risico's bekend. De tijdelijke belasting is
ongeveer twee uur voor de neuropsychologische taken en daarna nog het invullen
van vragenlijsten en uitleg over het onderzoek.
Voor de proefpersonen bestaat er geen voor of nadeel als ze bij het onderzoek
meedoen
Publiek
Dr Molewaterplein 40
3015 GD Rotterdam
NL
Wetenschappelijk
Dr Molewaterplein 40
3015 GD Rotterdam
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Alle patiënten met de diagnose 'eerste psychose' met de verdenking op een schizofrenie. Leeftijd tussen de 18 en 35.
Patienten kunnen klinisch opgenomen zijn of in ambulante behandeling.
Optreden van de eerste symptomen niet langer dan 3 jaar geleden.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Andere psychiatrische of neurologische stoornissen.
Gebruik van harddrugs zoals cocaine of heroine.
Alcoholverslaving.
Iemand kan niet deelnemen, als hij/zij de Nederlandse taal niet goed genoeg beheerst om de doelen en implicaties van het onderzoek te begrijpen.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL22128.078.08 |