Het doel van deze studie is te bepalen of microplasmin veilig en doeltreffend is wanneer het geïnjecteerd wordt in het glasachtig lichaam zonder een vitrectomie uit te voeren.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Netvlies-, vaatvlies- en glasvochtbloedingen en vaataandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het aantal patiënten waarbij een totale achterste glasvochtloslating wordt
geïnduceerd binnen de 14 dagen na de injectie met microplasmin.
Secundaire uitkomstmaten
- Aantal patiënten met totale achterste glasvochtloslating
- Mate van resolutie van maculair oedeem
- Verandering in Best Gecorrigeerde Visuele Activiteit (vermogen om letters op
een grafiek in voor en zijwaarts van de patiënt te zien zonder de ogen te
bewegen)
- Mate van en tijd tot verandering in Best Gecorrigeerde Visuele Activiteit
- Mate van verbetering in zicht
- Gematigde/blijvend/ernstig zichtverlies en tijdsduur waarin zichtverlies
bekomen wordt
- VFQ-25 vragenlijst
- Noodzaak voor alternatieve therapie
- Vooruitgang van diabetische retinopatie (veranderingen in het netvlies ten
gevolge van diabetes)
Achtergrond van het onderzoek
Het glasachtig lichaam is een min of meer bolvormige, transparante,
geleiachtige structuur die achterin het oog aan het netvlies (een
lichtgevoelige deel van het oog dat voor gezichtsvermogen zorgt) vastzit.
Bepaalde oogziekten, zoals netvliesziekten door diabetes, kunnen worden
geassocieerd met het trekken van het glaslichaam aan het netvlies. Dit kan
leiden tot problemen met het zicht en andere complicaties. Een mogelijke
behandeling bestaat uit een specifieke oogoperatie: de vitrectomie of
glasvochtoperatie waarbij het glasachtig lichaam losgemaakt en verwijderd wordt
van het netvlies. Deze operatie kan echter moeilijk zijn en complicaties met
zich meebrengen waardoor het nut en/of resultaat van een dergelijke operatie
beperkt kan zijn.
Microplasmin is een experimenteel geneesmiddel dat getest wordt om te bepalen
of de injectie ervan in het glasvocht een totale achterste glasvochtloslating
zal veroorzaken, waardoor de verbinding tussen het glasachtig lichaam en het
netvlies soepeler wordt. Wanneer het glasachtig lichaam loskomt van het
netvlies, kunnen bepaalde aandoeningen van het netvlies, zoals netvliesziekten
door diabetes of diabetisch maculair oedeem verbeteren.
Doel van het onderzoek
Het doel van deze studie is te bepalen of microplasmin veilig en doeltreffend
is wanneer het geïnjecteerd wordt in het glasachtig lichaam zonder een
vitrectomie uit te voeren.
Onderzoeksopzet
Deze studie zal 3 dosissen van microplasmin onderzoeken: 25, 75 en 125 µg, bij
3 opeenvolgende groepen patiënten. De patiënten van elk groep zullen
willekeurig aan hetzij een actieve behandeling, hetzij een
schijninjectiebehandeling worden onderworpen. .
Onderzoeksproduct en/of interventie
Injectie met microplasmin in het glasachtig lichaam van het studieoog.
Inschatting van belasting en risico
Na de injectie worden de patiënten verzocht terug te keren naar het ziekenhuis
voor 10 opvolgingsonderzoeken. Op elk van de visites wordt een volledig
oogonderzoek ondergaan.
De risico*s verbonden aan de injectie zijn laag, en mogelijke complicaties
kunnen verholpen worden door een antibioticakuur of een operatieve behandeling.
Publiek
14 Bridgecourt Office Park, Walkinstown Ave.
Dublin 12
Ireland
Wetenschappelijk
14 Bridgecourt Office Park, Walkinstown Ave.
Dublin 12
Ireland
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
• Mannelijke of vrouwelijke patiënten van >= 18 jaar;
• Patiënten met DMO (diabetisch maculair oedeem) waarbij het centrum van de macula een maculaire dikte heeft (in het centrale subveld op OCT (Ocular Coherence Tomography)) van meer dan 275 micronen in het studieoog;
• In het studieoog is er geen bewijs van volledige maculaire achterste glasvochtloslating (Posterior Vitreous Detachment - PVD) (op bio-microscopie, B-scan of OCT) d.i. aangehechte posterieure hyaloïde of onvolledige PVD met vitreomaculaire adhesies;
• Een BCVA (best gecorrigeerde visuele activiteit) van 20/32 of lager in het studieoog;
• Een BCVA van 20/400 of hoger in het contralaterale oog;
• De patiënt moet zijn/haar geschreven geïnformeerde toestemming geven voor hij/zij aan de studie kan deelnemen.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
• Bewijs van fibrocellulaire proliferatie gekenmerkt door witachtig epimaculair weefsel (gerimpelde oppervlakte is geen exclusiecriterium) in het studieoog;
• Bewijs van foveale ischemie (foveale avasculaire zone: langste diameter > 1.000 micronen) of dichte, harde afscheiding onder de fovea;
• Bewijs van volledige maculaire PVD in het studieoog op biomicroscopie, B-scan of OCT vóór de geplande injectie van het onderzoeksgeneesmiddel;
• Elk bewijs van proliferatieve netvliesziekte in het studieoog die voldoet aan de definitie van PDR (proliferatieve diabetisch netvliesziekte);
• Patiënten met glasvocht bloeding die het volgende verhindert: visualisatie van de posterieure pool door visuele inspectie OF adequate evaluatie van de macula hetzij door OCT en/of door een fluoresceine angiogram in het studieoog;
• Patiënten met rhegmatogene retinale losloslating, PVR (proliferatieve vitreoretinophatie), of retinale degeneratieve veranderingen die geassocieerd worden met een verhoogd risico op retinale losmaking in het studieoog. Tot dergelijke retinale degeneratieve veranderingen worden ook lattice degeneratie of cysteachtige retinale bloedvatenbundeltjes gerekend. Alle patiënten moeten aan een grondig retinaal onderzoek onderworpen worden teneinde deze veranderingen uit te sluiten.
• Patiënten met een hoge mate van myopie (axiale lengte > 26,0 mm op A-scan echografie) of afakie in het studieoog;
• Patiënten met een geschiedenis van rhegmatogene retinale loslating in het andere oog;
• Patiënten bij wie de kans groot geacht wordt dat ze, om welke reden dan ook, in de eerstkomende drie maanden een intraoculaire ingreep zullen nodig hebben in één van beide ogen;
• Patiënten die een oculaire ingreep ondergaan hebben in het studieoog in de voorafgaande drie maanden;
• Patiënten die, op een willeurig tijdstip, al een vitrectomie ondergaan hebben aan het studieoog;
• Patiënten met glaucoom dat niet onder controle is met behulp van topische medicatie of dat geassocieerd wordt met een ernstig verlies van het gezichtsveld gedocumenteerd door perimetrie in het studieoog;
• Patiënten die in de voorafgaande 3 maanden een laserfotocoagulatiebehandeling aan het studieoog ondergaan hebben;
• Intravitreale injectie van om het even welk geneesmiddel in het studieoog in de voorafgaande 3 maanden;
• Patiënten die zwanger zijn of die zwanger kunnen raken en die geen enkele vorm van contraceptie gebruiken die acceptabel wordt geacht door de onderzoeker;
• Patiënten die volgens de onderzoekers niet alle bezoeken en onderzoeken zullen afmaken, met inbegrip van het laatste dubbelblind bezoek na 6 maanden;
• Patiënten die tijdens de laatste 30 dagen deelgenomen hebben aan een onderzoeksstudie van eender welk geneesmiddel;
• Patiënten die volgens de onderzoeker een slechte glycemische controle hebben;
• Patiënten met hypertensie (systolische bloeddruk > 170 of diastolische bloeddruk > 100 mm Hg);
• Patiënten met een levensverwachting van minder dan 6 maanden;
• Patiënten die voordien al aan dit onderzoek deelgenomen hebben.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2006-004626-93-NL |
CCMO | NL14389.078.06 |