Het primaire doel van deze studie is om door middel van farmacodynamische (PD) analyse aan te tonen dat de onderhoudsdosis (MD) van 5 mg prasugrel bij proefpersonen met stabiele aandoeningen van de coronairvaten (CAD) onder aspirinebehandeling en…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Kransslagaderaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Evaluatiecriteria:
Werkzaamheid: Er zullen geen werkzaamheidsmetingen worden gedaan in deze studie.
Veiligheid: Laboratoriummetingen, ongewenste bijwerkingen.
Farmacokinetiek: Bloedmonsters zullen verzameld worden ter bepaling van
plasmaconcentraties van de actieve metaboliet van prasugrel (R-138727),
prasugrel inactieve metabolieten (R-95913, R-106583, en R-119251), en de
actieve metaboliet van clopidogrel (R-130964). Inactieve metabolieten van
clopidogrel zullen in deze studie niet geanalyseerd worden.
Farmacodynamiek: LTA (ADP); VerifyNow® P2Y12; Vasodilatatie-geassocieerd
gestimuleerd fosfoproteïne (VASP).
Secundaire uitkomstmaten
-
Achtergrond van het onderzoek
In de TRITON-TIMI 38 Fase 3 klinische studie (TAAL-Studie) blijkt de
behandeling met prasugrel het aantal ischemische incidenten significant
gereduceerd te hebben vergeleken met clopidogrel ten aanzien van het
bestanddeelseindpunt CV-sterfte, MI of beroerte bij proefpersonen met acute
coronaire syndromen (ACS) die percutane coronaire interventie ondergaan (PCI);
echter, met prasugrel is er een verhoogd bloedingsrisico geïdentificeerd bij
proefpersonen met een laag lichaamsgewicht (<60 kg). Reductie van de
prasugrel-onderhoudsdosis (MD) tot 5 mg bij proefpersonen met een
lichaamsgewicht <60 kg zal naar verwachting de blootstelling aan de actieve
metaboliet van prasugrel reduceren tot een niveau waarop het bloedingsrisico
verlaagd is maar waarbij de effectiviteit vergelijkbaar is met 10 mg prasugrel
MD bij proefpersonen >=60 kg (er zijn geen directe effectiviteitsresultaten voor
deze studie). In de Europese Samenvatting van Product Karakteristieken (EU SPC)
en in de Verenigde Staten Bijsluiter Verpakking (USPI) wordt aanbevolen om
prasugrel bij patiënten <60 kg te gebruiken bij de lagere MD (transl.note:
Onderhoudsdosering) van 5 mg.
Er is een huidig gebrek aan klinische data betreffende de prasugrel 5-mg MD bij
proefpersonen die <60 kg zwaar zijn. Deze studie, die een post-marketing
verplichting is, gebaseerd op de evaluatie die gedaan is door het Committee
voor Medicinale Producten voor Menselijk Gebruik (CHMP) ten aanzien van de
aanvraag voor prasugrel marketingautorisatie, zal de hypothese testen dat een
MD van 5 mg prasugrel bij proefpersonen met een laag lichaamsgewicht een
farmacodynamisch (PD) effect bereikt dat niet inferieur is ten opzichte van een
MD van 10 mg bij proefpersonen met een hoger lichaamsgewicht. Deze studie zal
de aanbeveling tot prasugrel 5mg-MD nader ondersteunen voor proefpersonen met
<60 kg lichaamsgewicht. Daarnaast zal de goedgekeurde clopidogrel 75 mg-MD
vergeleken worden met de MD van 5 mg en van 10 mg van prasugrel
Doel van het onderzoek
Het primaire doel van deze studie is om door middel van farmacodynamische (PD)
analyse aan te tonen dat de onderhoudsdosis (MD) van 5 mg prasugrel bij
proefpersonen met stabiele aandoeningen van de coronairvaten (CAD) onder
aspirinebehandeling en die <60 kg wegen, niet inferieur is aan de prasugrel MD
van 10 mg bij proefpersonen met stabiele CAD onder aspirinebehandeling die >=60
kg wegen, zoals vastgesteld door middel van maximale plaatjesaggregatie (MPA)
tot 20 µM ADP gemeten met lichttransmissie-aggregometrie (LTA) op de pre-dosis
dalwaarde op dag 12 ± 2 van de MD periode (Studieperiode 1).
Onderzoeksopzet
Deze Fase 1b-studie is ontworpen als een multi-centrum studie, gedeeltelijk
blind (enkel-blind voor proefpersonen Periode 1; dubbelblind in Periodes 2 en
3), dubbelplacebo (5 mg prasugrel, 10 mg prasugrel, 75 mg clopidogrel met
bijbehorend placebo), parallelgroep (twee populatie-armen), actieve comparator,
multipele doses (30-42 dagen in totaal), gerandomiseerde sequentie, in 3
periodes (eerste periode vast, de overige twee periodes overkruising binnen
elke populatie-arm) (3 periodes van 12 ± 2 dagen zonder interventie of
terminale uitwasperiodes) bij proefpersonen met stabiele aandoeningen van de
coronairvaten onder aspirinebehandeling.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Lichamelijk onderzoek (1 x gedurende dit onderzoek), ECG (1x), meten van lengte, gewicht (1x) en pols/ hartsag (5x) De proefpersonen aan dit onderzoek worden niet onderworpen aan een gedragswijze. Er worden geen vragenlijsten afgenomen. Dagboeken worden ook niet bijgehouden.
Inschatting van belasting en risico
In dit onderzoek wordt behandeld met clopidogrel of prasugrel. Deze medicijnen
kunnen bijwerkingen geven. De meest voorkomende bijwerking van prasugrel zijn
bloedingen. Bloed in de urine; Bloed in de ontlasting; Onbedwingbare bloedingen.
Daarnaast zijn veel voorkomende bijwerkingen: Bloeding in de maag of darmen,
bloeding op een injectieplaats, bloedneuzen, kleine rode blauwe plekken op de
huid (ecchymose), bloed in de urine.
Hematoom (bloeding onder de huid op de plek van een injectie, of in een spier
wat zwellingen veroorzaakt).
De meest voorkomende bijwerking van clopdigogrel zijn bloedingen. Bloedingen
zoals bloeding in de maag of darmen, blauwe plekken, hematomen, bloedneuzen,
bloed in de urine, bloeding in het oog of aanhoudende bloeding. Veel
voorkomende bijwerkingen zijn: Diarree, buikpijn, spijsverteringsproblemen of
brandend maagzuur.
Na het afnemen van bloedmonsters kan men pijn voelen of licht in het hoofd
worden. Tijdens de bloedafname ukan men tijdelijk ongemak ervaren, bloedingen,
blauwe plekken of zelden, infectie op de prikplek krijgen. De bloedafnamen voor
het onderzoek kunnen ook het risico op bloedarmoede veroorzaakt door de
onderzoeksmedicatie verhogen.
In dit onderzoek is er een run-in periode van 5-21 dagen waarin personen elke
dag aspirine slikken. Aspirine kan ongewenste bijwerkingen hebben. Mensen die
allergische zijn voor acetylsalicylzuur, of die astma hebben, last hebben van
hardnekkige of terugkerende maagproblemen (zoals brandend maagzuur,
maagstoornis of buikpijn), zweren, of bloedingsproblemen moeten geen aspirine
gebruiken tenzij voorgeschreven door een arts.
Ook moet er geen aspirine gebruikt worden bij de ombinatie met bloedverdunners,
diabetes medicatie, medicijnen voor jicht of artritis gebruikt, tenzij
voorgeschreven door een arts. Het combineren van aspirine of vergelijkbare
medicijnen met diabetes medicijnen kan het suikergehalte in het bloed verder
verlagen dan verwacht.
Mogelijke bijwerkingen van aspirine zijn onder andere buikpijn of ongemak,
spijsverteringsmoeilijkheden, brandende maagzuur, misselijkheid of overgeven.
Minder voorkomende bijwerkingen zijn onder andere ongebruikelijke bloedingen of
blauwe plekken, zwarte ontlasting, ernstige diarree, galmen in het oor,
ernstige hoofdpijn, duizeligheid, slaperigheid, veranderingen in het zicht,
veranderingen in gedrag, overmatig zweten en dorst.
De combinatie van onderzoeksmedicijnen met voor andere aandoeningen
voorgeschreven medicijnen kunnen andere nog onbekende risico*s of schadelijke
interacties met zich mee brengen. Risico*s verbonden aan onderzoeksprocedures
Bloedmonster:
Na het afnemen van bloedmonsters kan een persoon pijn krijgen of licht in het
hoofd worden. Tijdens de bloedafname kan soms tijdelijk ongemak ervaren worden
of kunnen er bloedingen, blauwe plekken of zelden, infectie op de prikplek
ontstaan. De bloedafnamen voor het onderzoek kunnen ook het risico op
bloedarmoede veroorzaakt door de onderzoeksmedicatie verhogen.
ECG
Het plaatsen of verwijderden van de ECG plakkers op de huid kan enig ongemak
veroorzaken. Sommige mensen zijn erg gevoelig voor de plakkers die bij een ECG
gebruikt worden, dit kan leiden tot roodheid of een pijnlijke huid op die
plaatsen.
Naast de beschreven risico*s kunnen prasugrel en clopidogrel, alleen of in
combinatie met Aspirine®, en de onderzoeksprocedures nog andere onbekende
risico*s hebben.
Er kunnen ook onbekende risico*s zijn voor een embryo, foetus of zuigeling.
Publiek
Lilly Corporate Center DC 6076
IN 46285, Indianapolis, Indiana
US
Wetenschappelijk
Lilly Corporate Center DC 6076
IN 46285, Indianapolis, Indiana
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Deelnemers zullen zowel mannelijke als vrouwelijke proefpersonen zijn met stabiele aandoeningen van de coronairvaten (CAD) die tenminste 18 jaar oud zijn en jonger dan 75 jaar oud (waarbij proefpersonen gegroepeerd worden naar lichaamsgewicht, of <60 kg, of >=60 kg), en die nu niet in aanmerking komen voor behandeling met een thienopyridine. Stabiele aandoeningen van de coronairvaten worden gedefinieerd als één van de volgende: Proefpersonen die gediagnosticeerd worden met chronisch stabiele angina; een voorgeschiedenis van onstabiele angina (inclusief myocard infarcering met non-ST-segment elevaties) of acuut myocardinfarct (AMI); coronaire revascularisatie in de voorgeschiedenis inclusief percutane coronaire interventie (PCI), omleidingen van de coronairarterie (CABG), of CAD in tenminste één coronair vat tijdens voorgaande angiografie of non-invasieve beeldvormingsprocedure.;De volgende inclusie criterium is alleen van toepassing voor patiënten die worden geïncludeerd in centra in Nederland:
Patiënten die tenminste al 1 jaar behandeld zijn met clopidogrel en aspirine en geen bloeding hebben gehad waarbij medische aandacht nodig was tijdens behandeling.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
• Onstabiele aandoeningen van de coronairvaten.
• PCI of CABG in de voorgaande 90 dagen.
• Voorgeschiedenis van refractaire ventriculaire aritmieën in de afgelopen 6 maanden; een geïmplanteerde defibrillator; congestief hartfalen in de 6 maanden voorafgaand aan screening; een grote chirurgische ingreep of groot trauma of fractuur of orgaanbiopt in de 90 dagen voorafgaand aan randomisatie.
• Elke voorgenomen chirurgische procedure of elke coronaire revascularisatie (chirurgisch of percutaan) die ingeroosterd is binnen 60 dagen na randomisatie.
• Elke bekende contra-indicatie voor behandeling met een bloedplaatjesremmer.
• Significante hypertensie bij screening of randomisatie.
• Naar het oordeel van de onderzoeker, klinisch significant afwijkende waardes in plaatjesaantal of hemoglobine tijdens screening, of laboratoriumresultaten van klinische tests tijdens screening die door de onderzoeker klinisch significant worden geacht voor de studiepopulatie.
• Voorgeschiedenis of aanwezigheid van significante bloedingsstoornissen, abnormale bloedingsneiging of een persoonlijke voorgeschiedenis van stollings-of bloedingsstoornissen.
• Voorgeschiedenis van of klinische verdenking op cerebrale vasculaire malformaties, intracraniële neoplasma, voorbijgaande beroerte (TIA), of hersenbloeding.
• Voorgeschiedenis of aanwezigheid van thrombocytopenie of thrombocytose.
• Gebruik van plaatjesremmers (behalve aspirine) *10 dagen voorafgaand aan screening; het gebruik (of voorgenomen gebruik) van heparine, orale anticoagulantia of fibrinolytische middelen binnen 30 dagen voorafgaand aan screening; of indien proefpersonen dagelijks behandeld worden met non-steroïdale ontstekingsremmende geneesmiddelen (NSAID*s) of cyclo-oxygenase-2 (COX-2)-remmers die niet gestopt kunnen worden tijdens de studie.;De volgende exclusie criteria zijn alleen van toepassing voor patiënten die worden geïncludeerd in centra in Nederland:
- Voorgeschiedenis of aanwezigheid van een verminderde nierfunctie (gedefinieerd als creatine klaring <30 mL/min) en/of een diagnose van eindstadium nierziekte [ESRD].
- Elke bloeding waarbij medische aandacht vereist was binnen 2 jaar vóór screening.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2009-012739-13-NL |
CCMO | NL32935.100.10 |