Conceptueel is de doelstelling van dit onderzoek het optimaliseren van de diagnostiek van atriumfibrilleren bij patiënten die een CVA of TIA hebben gehad. Er is geen evidence based richtlijn voor het diagnosticeren van AF bij patiënten die een CVA…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Hartritmestoornissen
- Centraal zenuwstelsel vaataandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primaire onderzoeksvariabelen:
- Lichamelijke klachten passend bij atriumfibrilleren (palpitatieklachten,
kortademigheid, duizeligheid of pijn op de borst)
- Linker atriumvergroting op ECG
- Linker ventrikelhypertrofie op ECG
- Premature atriumcomplexen op ECG (bij hartslag van meer dan 70 slagen per
minuut)
- Hyperthyroïedie
- Cerebrale infarcering in meerdere stroomgebieden
Uitkomstmaat:
- Atriumfibrilleren
Secundaire uitkomstmaten
Niet van toepassing
Achtergrond van het onderzoek
Atriumfibrilleren (AF) komt met name voor op hogere leeftijd en gaat gepaard
met een verhoogde kans op een trombo-embolisch Cerebro Vasculair Accident
(CVA) of Transient Ischemic Attack (TIA). In Nederland krijgen jaarlijks ruim
45.000 mensen een TIA of CVA. Bij vierentwintig procent van de patiënten met
een ischemisch CVA of komt atriumfibrilleren voor. Een CVA kan ingrijpende
gevolgen hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Van deze patiëntengroep
sterft vijfentwintig procent binnen een maand, meestal aan een cardiovasculaire
aandoening en negentien procent houdt zeer ernstige beperkingen in de
activiteiten van het dagelijks leven.
De verwachting is dat de prevalentie van AF de komende jaren zal toenemen,
enerzijds door de (dubbele) vergrijzing, anderzijds doordat er steeds meer
patiënten een vroeger fatale hartaandoening overleven. Deze laatste groep
patiënten ontwikkelt vaak complicaties zoals AF.
AF kan continu aanwezig zijn (persisterend en permanent atriumfibrilleren) of
in episodes voorkomen (paroxysmaal atriumfibrilleren). Er is geen verschil in
risico op een herseninfarct tussen de typen AF. AF geeft aanleiding tot een
onregelmatige hartslag wat de patiënt niet altijd opmerkt. AF kan alleen op het
moment dat het aanwezig is, vastgesteld worden door registratie van het
hartritme met een elektrocardiogram (ECG) of holterregistratie. Het paroxysmaal
AF wordt om die reden vaak gemist.
Volgens de CHADS-2-score krijgen patiënten met een herseninfarct en AF
anticoagulantia (vitamine-K-antagonisten), zoals acenocoumarol, voorgeschreven.
Als de diagnose AF gemist wordt, heeft deze patiëntengroep een verhoogde kans
op een recidief CVA of TIA. Het herseninfarct bij patiënten met AF is in het
algemeen ernstiger dan bij patiënten zonder AF, vermoedelijk door de grootte
van de embolie uit het linker atrium. Goede diagnostiek van AF bij CVA- en
TIA-patiënten is daarom van belang.
Recente praktijkonderzoek en literatuuronderzoek heeft aangetoond dat
langdurige registratie van het hartritme essentieel is in de diagnostiek van
paroxysmaal atriumfibrilleren. Bij CVA- en TIA patienten met AF wordt linker
ventrikelhypertrofie (LVH), linker atriumdilatatie (linker atriumvergroting),
bij premature atriumhartslagen bij een hartfrequentie van meer dan 70 slagen
per minuut gezien. Daarnaast wordt AF gezien bij CVA- en TIA-patiënten met
cerebrale infarcering in meerdere stroomgebieden, bij hyperthyreoïdie en bij
patiënten met lichamelijke klachten passend bij atriumfibrilleren, zoals
palpitatieklachten, duizeligheid en pijn op de borst.
(zie tevens pagina 3 en 4 van het onderzoeksprotocol)
Doel van het onderzoek
Conceptueel is de doelstelling van dit onderzoek het optimaliseren van de
diagnostiek van atriumfibrilleren bij patiënten die een CVA of TIA hebben
gehad. Er is geen evidence based richtlijn voor het diagnosticeren van AF bij
patiënten die een CVA of TIA hebben gehad.
Gerelateerd aan de doelstelling van dit onderzoek is het reduceren van de kans
op een recidief CVA of TIA.
De vraagstelling is geoperationaliseerd als: "Kan paroxysmaal atriumfibrilleren
worden aangetoond bij patiënten met lichamelijke klachten (passend bij
atriumfibrilleren), linker atriumvergroting op ECG, linker ventrikelhypertrofie
op ECG, premature atriumcomplexen op ECG (bij een hartslag van meer dan 70
slagen per minuut), hyperthyreoïdie en cerebrale infarcering in meerdere
stroomgebieden?"
Het domein is patiënten die een ischemisch CVA of TIA hebben overleefd en op de
polikliniek worden gezien, waarbij steeds tenminste één van de mogelijke
voorspellers van AF aanwezig is (voor zover bekend uit de literatuur).
(zie tevens pagina 4 en 5 van het onderzoeksprotocol)
Onderzoeksopzet
Het TIA-AF-project betreft een beschrijvend diagnostisch onderzoek naar de
diagnose atriumfibrilleren. Het is cross-sectioneel van opzet, waarbij de
diagnose atriumfibrilleren wordt vastgelegd door een cardioloog.
De patiënten worden geïncludeerd volgens het TIA-AF-stroomschema (zie bijlage 1
van het onderzoeksprotocol).
Patiënten met AF in voorgeschiedenis en patiënten waarbij AF wordt vastgelegd
op het ECG op de TIA-polikliniek worden geëxcludeerd, omdat bij deze patiënten
geen diagnostische vraagstelling bestaat.;
Als methode van diagnostiek naar AF wordt de gouden standaard 'sneldiagnostiek
atriumfibrilleren' gebruikt, waarbij in plaats van een 24-uurs holter een
7-daagse holter wordt gebruikt.
Inschatting van belasting en risico
Tot op heden wordt de patiënt doorverwezen naar de cardioloog voor uitsluiten,
danwel aantonen van een cardiale emboliebron, waarbij de patiënt diagnostische
onderzoeken (ECG, 24-uurs holter en echocardiogram) en afrondend gesprek (met
uitslag onderzoeken) krijgt op meerdere polikliniekbezoeken (op verschillende
dagen).
In dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van de polikliniek 'sneldiagnostiek
atriumfibrilleren', waarbij meerdere onderzoeken en afrondend gesprek op één
dag wordt gedaan. Dit is mogelijk minder belastend voor de patiënt (één bezoek
i.p.v. meerdere bezoeken; men weet gelijk waar hij/zij aan toe is).
In dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van een 7-daagse holterregistratie
i.p.v. een 24-uurs holterregistratie. De 7-daagse holterregistratie is mogelijk
belastender voor de patiënt. Er zijn geen of verwaarloosbare risico's verbonden
aan het gebruik van een 7-daagse holter.
De patiënt mag zich tijdens het dragen van de holter niet douchen; de holter
mag eenmalig afgekoppeld worden, en na het douchen weer aangekoppeld.
Publiek
Koekoekslaan 1
3435 CM Nieuwegein
Nederland
Wetenschappelijk
Koekoekslaan 1
3435 CM Nieuwegein
Nederland
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
ischemisch CVA of TIA (herseninfarct)
fysieke klachten passend bij atriumfibrilleren
linker atriumvergoting op ECG
linker ventrikelhypertrofie op ECG
premature atriumcomplexen op ECG
hyperthyreoïdie
ischemie in meerdere cerebrale stroomgebieden
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
atriumfibrilleren in voorgschiedenis
atriumfibrilleren geregistreerd op ECG op TIA-polikliniek
hemorragisch CVA
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL34192.100.10 |