Het doel van het onderzoek is in een gecontroleerde studie opzet het effect van subcutane stimulatie op lage rugpijn te bepalen bij patienten met FBSS bij wie ruggenmergstimulatie (SCS) onvoldoende pijnverlichting geeft. De hypothese is dat…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
- Bot en gewricht therapeutische verrichtingen
Synoniemen aandoening
Aandoening
chronische neuropathische pijn als gevolg van Failed Back Surgery Syndrome
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het deel van de patienten met SCS plus SubQ en SCS alleen die meer dan 50%
pijnvermindering (responders) in de lage rug hebben na 3 maanden stimulatie, op
basis van de VAS (visual analogue scale).
Secundaire uitkomstmaten
Effect van SCS plus SubQ en SCS alleen na 3, 6 and 12 maanden op:
• Gemiddelde pijnvermindering in been en lage rug, bepaald met VAS
• Percentage responders van SCS op beenpijn bepaald met VAS
• Percentage responders van SubQ op rugpijn assessed bepaald met VAS (na 6 en
12 maanden)
• Kwaliteit van leven bepaald met de Short Form 36 (SF-36)
• Kwaliteit van leven bepaald met de EuroQuol (EQ-5D)
• Functie bepaald met de Oswestry disability index
• Patient tevredenheid bepaald met de Global Impression of Change (GPIC)
• Pijn bepaald met de McGill pijnvragenlijst
• Medicatiegebruik voor pijn
• Aanvullende andere medische zorg mbt chronische pijn behandeling.
• Arbeid (ongeschiktheid)
• Neven effecten van neuromodulatie
Tevens wordt na 12 maanden stimulatie het volgende bepaald:
• Kosten-utiliteit
• Voorkeuren van ingestelde stimulatie parameters (frequentie, pulsduur,
voltage en stimulatieduur)
Achtergrond van het onderzoek
FBSS is een klinische indicatie voor chronische been en/of rugpijn agv
radiculaire zenuwbeschadiging. De effectiviteit van ruggenmergstimulatie
(spinal cord stimulation; SCS)bij pijnmanagement van patienten met FBSS is
bewezen. Patienten hebben meestal dominante beenpijn, echter een bepaald aantal
patienten heeft ook rugpijn en komen meestal niet in aanmerking voor
neuromodulatie omdat SCS vaak onvoldoende pijnvermindering geeft op de rugpijn.
Voor deze patienten is er tot op heden geen effectieve behandeling mogelijk. In
de wetenschappelijke literatuur zijn publikaties verschenen die het mogelijke
voordeel van onderhuidse stimulatie in de rug als aanvullende therapie op SCS
laten zien. Dit is bevestigd door een pilotstudie van onze onderzoeksgroep.
Doel van het onderzoek
Het doel van het onderzoek is in een gecontroleerde studie opzet het effect van
subcutane stimulatie op lage rugpijn te bepalen bij patienten met FBSS bij wie
ruggenmergstimulatie (SCS) onvoldoende pijnverlichting geeft. De hypothese is
dat subcutane stimulatie als aanvulling op SCS bij patienten met been en
rugpijn significant meer effectief is op pijnvermindering in de lage rug (>50%
pijnvermindering) dan SCS alleen.
Onderzoeksopzet
De studie is een gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek. Patienten met FBSS met
chronische been- en rugpijn (pijnintensiteit >5 op VAS) zijn kandidaat voor
deelname aan de studie. Ongeveer 90 patienten zullen worden geincludeerd en
ontvangen SCS proefstimulatie voor behandeling van been- en rugpijn gedurende 1
week. De studiegroep bestaat uit patienten die na proefstimulatie >=50%
pijnvermindering in de benen hebben. Als na deze proefperiode de rugpijn minder
dan 50% pijn is verminderd zal tijdens plaatsing van de implanteerbare
neurostimulator 1 of 2 Quad elektrodendraden onder de huid in het pijngebied
van de lage rug worden geimplanteerd en verbonden met de stimulator. Deze
groep, bestaande uit 56 proefpersonen, zullen 1:1 worden gerandomiseerd,
waarbij groep 1 (28 patienten) geen subcutane stimulatie ontvangen (SubQ OFF)
gedurende een periode van 3 maanden en groep 2 (28 patienten) optimale
stimulatie krigen (SubQ ON) gedurende deze periode.
Na de gecontroleerde fase zullen alle 56 patienten optimale stimulatie krijgen
gedurende de resterende 9 maanden van de studie. De totale duur van de studie
voor iedere patient is 12 maanden.
Vergelijkingen zullen worden gemaakt na 3 maanden tussen de patienten die geen
SubQ stimulatie kregen en de patienten die optimale stimulatie kregen. Na 6 en
12 maanden zullen alle patienten vergeleken worden met hun uitgangswaarden
terneide de lange termijn effecten van SubQ te onderzoeken.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Patienten krijgen een standaard SCS therapie voor behandeling van chronische been- en rugpijn. De studiegroep bestaat uit patienten die >=50% pijnvermindering in de benen en minder dan 50% pijnvermindering in de rug hebben na SCS proefstimulatie. De interventie in deze groep patienten is onderhuidse implantatie van 1 of 2 elektrodedraden in de lage rug tijdens chirurgische implantatie van de neurostimulator.
Inschatting van belasting en risico
De belasting van deelname aan de studie is een verlengde operatieduur (~1 uur)
voor plaatsing van de subcutane elektrodedraden. Vragenlijsten en bezoeken aan
het ziekenhuis voor de studie zullen niet toenemen aangezien de studievisites
zullen samenvallen met de reguliere bezoeken voor neuromodulatie (SCS).
SubQ stimulatie gerelateerde risico's zijn:
Technische nevenwerkingen:
• verschuiven van de elektrode draden
• breken van de elektrode draden
• verliezen van therapeutisch effect
• verleizen of onaangename paresthesieen (tintelingen in het pijngebied)
Medische nevenwerkingen:
• infectie
• pijn bij de verbinding tussen elektrodedraad en verlengkabel
• erosie en/of perforatie van de huid bij de onderhuidse elekroden.
Publiek
Geert Grooteplein-Zuid 10
6525 GA Nijmegen
NL
Wetenschappelijk
Geert Grooteplein-Zuid 10
6525 GA Nijmegen
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Man/vrouw>= 18 and <= 75 jaar
Chronische neuropathische pijn als gevolg van FBSS
Pijn uitstralend in gebied L4-L5-S1 gedurende ten minste 6 maanden
Pijnintensiteit, gemeten met de VAS groter/gelijk 5 voor zowel been als rug
Onvoldoende pijnreductie na medicatie, invasieve pijnbestrijding, TENS etc.
In staat en bereid om toestemming te geven na voorlichting
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
aanwezigheid van andere klinisch belangrijke of invaliderende pijnproblemen
onvermogen om het neuromodulatiesysteem adequaat te bedienen
stollingsproblemen, L.E., D.M.,R.A.,M. Bechterew
actieve maligniteit
gebruik van antistollingsmedicatie die niet tijdelijk onderbroken kan worden
actief psychiatrisch beeld waarbij patient geen adequaat beeld van zijn/haar pijn heeft of waardoor de patient niet in staat is adequaat deel te nemen aan de therapie of waardoor het effect van de therapie niet beoordeeld kan worden
levensverwachting< 1 jaar
bestaande of geplande zwangerschap
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL32464.091.10 |