Meten van neurale activiteit in het centrale zenuwstelsel in tinnitus gerelateerde hersengebieden bij patiënten met een cochleair implantaat en chronische tinnitus en het bepalen van de relatie tussen deze neurale activiteit en de subjectieve…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Binnenoor- en VIIIe hersenzenuwaandoeningen
- Structurele hersenaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De voornaamste uitkomstmaat zal de verandering in activiteit van de cortex zijn
bij patiënten die een subjectieve verbetering van hun tinnitus ervaren bij het
aanzetten van hun cochleair implantaat in vergelijking tot patiënten die geen
subjectieve verbetering van hun tinnitus ervaren bij het aanzetten van hun
cochleair implantaat.
Secundaire uitkomstmaten
Niet van toepassing.
Achtergrond van het onderzoek
Tinnitus is de perceptie van geluid in de afwezigheid van een fysieke
geluidsbron. Het kan alleen door de patiënt zelf gehoord worden. De prevalentie
van tinnitus is 4.4%-20% in de algehele populatie en 66%-100% in de populatie
patiënten die in aanmerking komen voor een cochleair implantataat. De
voornaamste hypothese in de pathogenese van subjectieve tinnitus is dat het
onstaat als een respons van het centrale auditieve zenuwstelsel op perifeer
gehoorverlies. Perifeer gehoorverlies zorgt voor een vermindering van de
afferente input naar de hersenstam. Dit resulteert mogelijk in een toename van
spontane neurale activiteit op verschillende niveaus in de auditieve hersenstam
en cortex. Hiervan wordt gedacht dat het tinnitus veroorzaakt. Eerdere
onderzoeken laten zien dat een cochleair implantaat in 40%-86% van de patiënten
die een cochleair implantaat krijgen een positieve invloed heeft op tinnitus.
Bij deze studie zullen we onderzoeken wat de invloed van een cochleair
implantaat is op de neurale activiteit in tinnitus gerelateerde hersengebieden
en zien of dit overeenkomt met de subjectieve tinnitus ervaring van patiënten.
Positron Emission Tomography (PET) is een beeldvormende techniek die gebruikt
kan worden voor het in beeld brengen van neurale activiteit in het menselijk
brein. Een PET scan kan op deze manier onderliggende mechanismes van tinnitus
generatie bij de mens identificeren. Gelabelde water (H215O) PET scans zijn,
met een halfwaarde tijd van 2 minuten, de PET-scans met de beste temporele
resolutie en zijn daarom het beste type PET-scan om veranderingen in coricale
activiteit mee te detecteren. Onze hypothese is dat subjectieve tinnitus
inhibitie door een cochleair implantaat zichtbaar is in een vemindering van
activiteit in het centrale zenuwstelsel. Deze hypothese zal bevestigd worden
wanneer wij zien dat het aanzetten van het cochleair implantaat resulteert in
een vermindering van H215O PET signalen vanuit corticale hersengebieden.
Doel van het onderzoek
Meten van neurale activiteit in het centrale zenuwstelsel in tinnitus
gerelateerde hersengebieden bij patiënten met een cochleair implantaat en
chronische tinnitus en het bepalen van de relatie tussen deze neurale
activiteit en de subjectieve tinnitus beleving van patiënten.
Onderzoeksopzet
Observationeel patiënt controle onderzoek
Inschatting van belasting en risico
De hoeveelheid toegediend radioactief matheriaal (12 scans van 500
MegaBecquerel (MBq)) geeft een stralingsbelasting van ongeveer 5,6 milliSievert
(mSv) (International Commission on Radiological Protection 80). Ter
vergelijking: de natuurlijke stralingsbelasting in Nederland op grond van
straling uit de aarde, het heelal en de omgeving bedraagt volgens de gegevens
van het Rijksinstituut voor Milieuhygiëne (RIVM) ongeveer 1,7 mSv per jaar.
Conform de IRCP62 valt de stralingsbelasting van het voorstel voor de meensten
patiënten in categorie IIb, 1-10 mSv, klein tot matig risiconiveau.
Er zijn geen bijwerkingen bekend van H215O PET scans. Tijdens de scan is er een
minimale belasting van de patiënt; hij/zij wordt gevraagd 12x 2minuten stil te
liggen in de scanner. Het hoofd wordt geïmmobiliseerd. Voor en na elke scan
wordt de patiënt gevraagd de luidheid van zijn of haar tinnitus te scoren op
een schaal van 0-10.
Publiek
Hanzeplein 1, postbus 30.001
9700 RB, Groningen
NL
Wetenschappelijk
Hanzeplein 1, postbus 30.001
9700 RB, Groningen
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
10 gezonde patiënten met een eenzijdig geïmplanteerd cochleair implantaat welke inhibitie van hun chronische tinnitus (> 3 maanden, ervaren in het hoofd, constant aanwezig) ervaren door het aanzetten van hun cochleair implantaat, leeftijd > 18, rechtshandig.
10 gezonde patiënten met een eenzijdig geïmplanteerd cochleair implantaat welke geen inhibitie van hun chronische tinnitus (> 3 maanden, ervaren in het hoofd, constant aanwezig) ervaren door het aanzetten van hun cochleair implantaat, leeftijd > 18, rechtshandig.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Aanwezigheid van een medische, neurologische of psychiatrische diagnose op dit moment of in het verleden, specifieke epilepsie, ernstige schade aan het hoofd of eerdere craniale neurochirurgie, deelname aan een (wetenschappelijk) onderzoek met straling in het jaar voorafgaand aan deze studie, radiologie medewerken, gebruik van drugs of medicijnen die de corticale excitatie verminderen, zoals anticonvulsica, benzodiazepines and andere sedativa (o.a. antihistaminica), zwangerschap.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL33216.042.10 |